In 1991 schreef striptekenaar Art Spiegelman een korte brief naar The New York Times, met het verzoek of de krant, die Spiegelmans stripverhaal Maus had opgenomen in een bestsellerlijst, het niet langer wilde classificeren als fictie. Het was namelijk non-fictie. Zo geschiedde, want Maus mag dan een bizarre vorm hebben, het is van de eerste tot de laatste bladzijde waar gebeurd.
In de twee delen, My Father Bleeds History en And Here My Troubles Began, vertelt Spiegelman drie verhalen tegelijk. In het eerste daarvan, dat zich afspeelt rond 1980, beschrijft hij hoe hij zijn vader Vladek interviewt: hoe heeft deze, als Poolse jood, de Holocaust overleefd? Vladeks verslag van de Tweede Wereldoorlog vormt, zoals u al vermoedde, het tweede verhaal. In het tweede deel komt daar als verhaallijn nog bij hoe Spiegelman, eind jaren tachtig, worstelt met de materie en het succes van het eerste deel. Zo toont hij zichzelf, zittend achter de tekentafel, boven een enorme stapel lijken.
Spiegelmans worsteling met de materie resulteerde in een volkomen bevreemdende vorm, die op het eerste gezicht getuigt van heel weinig respect voor de overlevenden: de joden zijn afgebeeld als muizen. De Duitsers zijn katten, de Polen varkens, de Fransen kikkers en de Amerikanen honden. Ik ben zeker niet de enige geweest die er aanstoot van heeft genomen en met afgrijzen keek hoe Het Parool de Nederlandse vertaling (gemaakt door Jessica Durlacher en beter dan het origineel geletterd door Peter Pontiac) als feuilleton begon af te drukken.
Al vrij snel moest ik me echter gewonnen geven. Aanvankelijk doordat het gewoon een goede strip is. Het verhaal is – bij gebrek aan geschikter woord – boeiend, het is getekend in een stijl die bij het verhaal past en de afwisseling tussen de verhaallijnen draagt hij aan de spanning.
Een spanning die ondraaglijk wordt omdat het verhaal werkelijk is gebeurd: we zien hoe Vladek in september 1939 deelneemt aan de strijd tegen de Duitsers, hoe hij krijgsgevangen raakt en hoe hij weet terug te keren naar zijn familie. Daarna wordt het verhaal per pagina grimmiger: het toenemende isolement van de joden, een poging naar Hongarije te vluchten, de deportatie naar Auschwitz, het verblijf aldaar, de doodsmarsen. Tegelijkertijd is er het portret van Vladek Spiegelman, compleet met het verhaal van zijn verloving met Anja, de onverwerkte trauma’s na de oorlog, haar zelfmoord, Vladeks hertrouwen en het voor zijn zoon moeilijk te aanvaarden gegeven dat de Holocaustoverlevende geen aangenaam mens is. Het waren, zoals Primo Levi opmerkt, niet de besten die overleefden.
Maus is een meesterwerk, dat door zijn combinatie van het “grote verhaal” met het persoonlijke element alleen goed vergelijkbaar is met het oeuvre van Jacques Presser. En net als om Ondergang heb ik over Maus een nachtmerrie gehad, zó aangrijpend vond ik beide boeken. De Nobelprijs voor de Letteren, die wel eens aan historici is gegeven, zou zeker op zijn plaats zijn.
Het duurde enige tijd tot ik begreep waarom de bizarre vorm – de Holocaust in het dierenrijk – zo verschrikkelijk belangrijk was. Het verhaal is al vaker verteld en u kent de hoofdlijnen wel. Ook de bekendste beelden zijn vertrouwd: de jodensterren, het bord “Arbeit Macht Frei”, het prikkeldraad en de stapels lijken. De zwart-witfoto’s zijn zo vaak gereproduceerd dat ze niet meer schokken. Door de geschiedenis echter te tekenen als dierenverhaal, verdwijnt deze herkenbaarheid en herwinnen de gebeurtenissen hun onthutsende karakter. De paradox van Maus is dat Spiegelman de slachtoffers en daders hun menselijkheid hergeeft door ze af te beelden als dieren.
Ik was ook erg onder de indruk van Maus.
Die laatste zin, die zag ik niet aankomen. Heel mooi.
Spiegelman doet beide: hij geeft dit thema, dat eigenlijk te groot is, een menselijke verhouding. Maar tegelijk verdeelt hij ook hele naties in hard omlijnde groepen. Er is geen ruimte voor nuance.
Goed stuk!
Ik vind het aangehaalde citaat van Levi onnodig hard in deze context. Vladek is mede door zijn ervaringen zo’n lastig persoon.
Volgens mij bedoelt Levi dat overleven niet te danken is aan iemands kwaliteiten als mens. Een overlevende is niet automatisch een heilige, maar feilbaar als ieder ander.
Ik ben het daar deels mee eens, maar ook oneens. Overleven is niet altijd een kwestie van geluk, maar ook van een keihard (soms onmenselijk) gevecht om het naakte bestaan. Ik voel meer dat Levi daarop doelt: de hardsten hebben de meeste kansen. Vaak ook is het een aanklacht: als je mensen confronteert met zo’n hard gevecht, dwing je ze hun menselijkheid te verliezen.
Ik las Maus al vrij snel na de publicatie (ik verzamelde strips in die tijd) en het maakte direct een flinke indruk. Ik lees dit niet vaak en zeker niet voor het plezier. Toch behoorden boeken tot de paar werken die ik niet heb meeverkocht toen de rest van de verzameling de deur uit ging.