Ik ben zó ontzettend voor het homohuwelijk dat ik het niet eens aanduid als homohuwelijk. Er is maar één soort huwelijk en die verbintenis wordt in steeds meer landen opengesteld voor mensen van gelijk geslacht. Een discriminerende bepaling is weggenomen, zoals in de loop der jaren het kiesrecht is opengesteld voor vrouwen en de hogere ambtelijke posities ook toegankelijk zijn gemaakt voor katholieken. Daar ben ik helemaal vóór.
Alleen, niet elk argument voor het homohuwelijk vind ik even sterk. Als ik historicus stoor ik me zelfs – nou ja, een klein beetje dan – aan één argument, dat wel wordt gebruikt om christelijke oppositie tegen de openstelling van het huwelijk te ontkrachten: “Als God liefde is, kan Hij er toch niet tegen zijn dat mensen van elkaar houden?”
De aanname is dat liefde een seksuele component heeft, en dat is natuurlijk ook zo. Alleen: het is niet wat er in de Bijbel mee wordt bedoeld. Het woord “liefde” wordt, als we de zogeheten deuterocanonieke boeken meetellen, 264 keer gebruikt in 245 verzen. Bijna al die passages hebben betrekking op het Verbond.
Het Verbond is dat wat joden tot joden maakt. Ze zijn het uitverkoren volk – niet doordat ze zo verdienstelijk waren, maar doordat God sympathie voor de joden had opgevat. Door deze gunst maakte elke jood, zoals men het destijds verwoordde, “deel uit van de wereld die nog zou komen”. Om deze toezegging te bekrachtigen, had God de joden de Tora geschonken: een Hebreeuws woord dat vaak wordt vertaald als “wet” maar in feite zoiets betekent als “onderricht in de goede levenswijze”. Van de uitverkoren joden werd verwacht dat ze op deze genade reageerden door die levenswijze zo goed mogelijk te volgen.
Gelukkig wist God dat dit niet altijd even eenvoudig was. Hij hielp Zijn uitverkorenen dus door van tijd tot tijd degenen te straffen die wel érg ver waren afgedwaald, en degenen te belonen die zich er wél aan hielden. Mocht iemand zelf in de gaten hebben dat hij tekortschoot, dan bood God hem de mogelijkheid om zich met Hem te verzoenen: de berouwvolle zondaar kon offers brengen of goede daden verrichten.
Vrijwel elke keer dat de Bijbel gewag maakt van Gods liefde, is het in de context van het Verbond. Wie er trouw aan is, ondervindt Gods liefde tot in het duizendste geslacht (Ex. 20.6); Gods liefde toont zich doordat Hij zich houdt aan Zijn beloften (Dt. 4.31); Gods liefde geldt uitsluitend Zijn uitverkoren joden (Dt. 10.15); liefde is de weg naar God voor wie Zijn verbond wil onderhouden (Ps. 25.10); Gods liefde en het Verbond zijn eeuwiger dan de bergen (Jes. 54.10).
Ook in het Nieuwe Testament zijn passages waarin liefde en het Verbond in één adem worden genoemd, zoals Rom. 13.10, maar het accent is verschoven. God heeft een handreiking gedaan – de Tora – waarin zelfs regels zijn opgenomen waarmee een zondaar met God in het reine kan komen, en alsof dat nog niet genoeg was, heeft God ook Zijn zoon gestuurd. Christus maakt daarmee deel uit van de Verbondsleer – aangeduid als het Nieuwe Verbond – waarin de liefde van God voor de uitverkorenen, en hun wederliefde voor God, loopt via Christus.
Liefde van/tot God is in de Bijbel een omschrijving van de Verbondsrelatie. Dit is de conclusie n.a.v. 264 vermeldingen van het woord “liefde”. Ik heb niet gecontroleerd aan de hand van werkwoorden als “beminnen”, “liefhebben” en heb sowieso alleen gekeken in het Nederlands. (Hé, dit is een stukje op een blog, geen dissertatie ter verwerving van een doctoraat in de godgeleerdheid.) Ik vermoed dat het beeld bij het gebruik van andere zoektermen niet anders wordt, al wil ik niet categorisch uitsluiten dat een van de werkwoorden waarmee “liefhebben” wordt aangeduid in combinatie met een van de woorden waarmee God wordt aangeduid, een vers oplevert dat kan worden uitgelegd als een toestemming te genieten van elkaars lichaam. Seks is zeker kosjer, en ik heb er bij een andere gelegenheid al eens over geschreven dat het christendom er lange tijd ook geen moeite mee heeft gehad. Seksualiteit is domweg geen issue in de Bijbel.
Wat in de Bijbel wel belangrijk is, is sociale gerechtigheid, waarover ik ook al eens heb geschreven. Verder heeft de Bijbel het ontzettend vaak over cultische zuiverheid. De omgang met voedsel is eveneens belangrijk. En wat superbelangrijk is: het juiste gebed. Het Nieuwe Testament kent vier werkwoorden voor “liefhebben”, maar acht voor “bidden”. Simpel gezegd: de Bijbel drukt een waardenpatroon uit dat misschien niet haaks staat op het onze, maar toch wel redelijk scheef.
En dit, zo wil ik als historicus nog even zeggen, is met alle antieke teksten het geval. Ze sluiten slecht aan op onze ervaringswereld en missen daardoor actualiteit. Ik heb er een lief ding voor over als we verlost zouden raken van de mensen die zo nodig relevantie claimen voor de oude wereld. Je kunt alleen bewijzen dat de Oudheid actualiteit heeft door óf continuïteiten te bewijzen (wij zijn hetzelfde, wij hebben iets overgenomen) óf de cultuur van toen met de onze te contrasteren (wij zijn anders, de vergelijking met een andere wereld leert de betrekkelijkheid van ons eigen gelijk).
Beide benaderingen zijn door geschiedtheoretici zó geproblematiseerd dat we beter geen relevantie kunnen claimen voor de oude wereld, al is die er incidenteel best wel. Maar het is beter gewoon van de oude wereld te genieten, zoals je ook mag genieten van een concert, een boswandeling of een computerspel. Of seks.
“Als God liefde is …”
Ik vind dat atheïsten dergelijke argumenten helemaal niet moeten gebruiken. We weten nu toch zo langzamerhand dat de Bijbel zo multi interpretabel is dat je er uit kunt halen wat je wil? Nou, dan moet een atheïst de christen niet gaan voorschrijven hoe diens favoriete boek te begrijpen. Het is evenzeer ergerlijk als een gelovige mij gaat vertellen wat mijn atheïsme inhoudt.
“Hij hielp Zijn uitverkorenen dus door van tijd tot tijd degenen te straffen die wel érg ver waren afgedwaald, en degenen te belonen die zich er wél aan hielden.”
Omdat je onderwerp hier maar weinig mee te maken heeft zal ik het nu achterwege laten, maar dit is een prima doelwit voor atheïsten.
“Seksualiteit is domweg geen issue in de Bijbel.”
Dat lijkt mij te sterk uitgedrukt. Zie Leviticus 18 en in dit verband speciaal Lev 18:21, bevestigd door Romeinen 1:26-28.
Deze citaten weerspreken uiteraard niet je analyse van het woord liefde in de Bijbel. Christelijke tegenstanders houden dan ook gemakkelijk vol dat een verbod op het homohuwelijk juist een uitdrukking is van gods liefde. Dat is reden te meer om het argument uit het eerste citaat niet te gebruiken.
Voor de rest is het een politieke kwestie. Ongelovigen vormen ook in Nederland nog de minderheid, dus is het niet in mijn belang om vrijzinnige christenen ervan te overtuigen dat ze mijn zijde moeten verlaten omdat hun boek dat vereist.
Zoals op FN onlangs al bleek gebruik ik dergelijke argumenten alleen als ik wil uitleggen waarom ik nooit christen zal worden, zelfs niet als ik een openbaring krijg.
Rest mij nog een laatste punt te maken. Een atheïst die, zoals ik, zich wil bevrijden van christelijke invloed kan niet bij voorbaat alles afkeuren wat in de Bijbel staat of elke interpretatie van Bijbelteksten verwerpen. Een dergelijke atheïst maakt zich nog afhankelijker van het christendom dan de extreemste fundie.
Waar ik volstrekt geen zin in heb is een discussie over Bijbelinterpretatie met lieden als deze:
http://americanvision.org/8628/rachel-held-evans-if-my-son-or-daughter-were-gay/
Ik zou het alleen erg prettig vinden als vrijzinnige christenen dit soort types zouden corrigeren ipv te jammeren over die nare dogmatische atheïsten. Van die laatste zijn er namelijk veel minder (maximaal 4% tegenover 40% fundies in de VSA).