
Shiraz is het Venetië van Iran. Niet omdat er bijzonder veel grachten zijn, niet omdat het toerisme er de belangrijkste economische sector is, maar omdat het een favoriete bestemming is voor huwelijksreizen. Het zal overdreven zijn dat ieder Iraans echtpaar het weekend na het huwelijksfeest afreist naar de hoofdstad van de zuidelijke provincie Fars, maar het is niet veel overdreven.
Een deel van de verklaring is dat Hafez er ligt begraven. De veertiende-eeuwse dichter schreef liefdesgedichtjes die nog altijd aansprekend zijn, vooral doordat ze bepaald niet zoetsappig zijn. Dat is des te interessanter omdat de teksten vaak een dubbele bodem hebben: wie eenmaal in de gaten heeft dat “de geliefde” ook kan slaan op God, ziet dat vrijwel elk gedicht twee kanten op gelezen kan worden. Zijn graf ligt in een mooi parkje waar het fijn toeven is.

Een halve stad verderop ligt de dichter Saadi begraven. Hij leefde in de dertiende eeuw en is de auteur van De rozentuin, die de menselijke komedie beschrijft, deels in proza, deels in poëzie. Het parkje waar hij ligt begraven staat, zoals u al verwachtte, vol met rozenstruiken. Heel Shiraz staat overigens vol met rozenstruiken. Al eeuwenlang.
De twee dichtersgraven zijn eigenlijk de enige herinnering aan de Middeleeuwen, hoewel het moderne monumenten zijn en je meer middeleeuwse herinneringen zou hebben verwacht in een stad die destijds belangrijk was. Ze zijn echter nagenoeg afwezig.

De stad dateert uit de zevende eeuw. De moslimveroveraars kwamen uit de woestijn en vertrouwden het leven in de steden niet echt; daarom bouwden ze islamitische nederzettingen naast de bestaande steden. Voorbeelden zijn Kufa in Irak (om niet in Ktesifon te hoeven wonen), Fustat/Cairo in Egypte (om Alexandrië te kunnen vermijden) en Kairouan in Tunesië (in plaats van Karthago). Shiraz werd gesticht om buiten de Sasanidische hoofdsteden Firuzabad en Istakhr te kunnen blijven. Anders dan de andere steden werd Shiraz nooit een Arabische stad. Integendeel: de bewoners namen in deze levendige stad de Iraanse cultuur over.

Van die cultuur was Shiraz in feite het laboratorium. In de Volle Middeleeuwen was het de hoofdstad van een eigen rijkje, waar Perzisch de taal van de dichters was en architecten zochten naar echt-Iraanse bouwvormen. De Oude Vrijdagsmoskee is daarvan een voorbeeld, maar het gebouw is steeds weer aangepast aan hoe men in latere tijden de Iraanse cultuur zocht te definiëren. Zo werd het uiterlijk van Shiraz steeds opnieuw aangepast aan de eisen van latere tijdperken.
Het gezicht van Shiraz is daarom niet Middeleeuws maar achttiende-eeuws. Iran verkeerde toen in een crisis omdat de Safavieden, wier hoofdstad Isfahan was, niet langer aan de macht waren. Een militaire heerser nam de macht over, en na hem kwam de macht in handen van Karim Khan, die zich echter nooit zou tooien met de titel van sjah, “koning”, maar zich wakil al-raayaa, “leider van het volk”, bleef noemen: het koningschap, zo vond, hij behoorde aan een andere familie. Dat nam niet weg dat Shiraz de hoofdstad was van heel Iran en dat er behoorlijk werd geïnvesteerd.

De citadel, met buitenmuren van prachtig metselwerk en een schitterende binnentuin, is het meest opvallende monument uit deze tijd. Enkele vertrekken zijn ingericht in de toenmalige stijl. Ik kom er graag. Even verderop bouwde Karim Khan een tuinpaleisje, een moskee, een badhuis en een bazaar, die nog steeds het belangrijkste winkelcentrum is in de stad.
Zelf houd ik erg van de Khan-madrassa, een school voor moslimgeleerden. Er is altijd wel iemand met wie je een praatje kunt maken. Ik heb er wel eens wat vragen kunnen stellen aan een vriendelijke heer, die les gaf over islamitisch bankieren maar mij op weg hielp bij het doorgronden van enkele kwesties die ik moest begrijpen om Vergeten erfenis te kunnen schrijven. Later werd me verteld dat het een van de voornaamste rechtsgeleerden van Iran was, maar de man had blijkbaar voldoende plezier in de westerse bezoeker om er wat van zijn kostbare tijd aan te wijden. Het is een cliché – en zelfs opmerken dat het een cliché is is al een cliché – maar het kan niet vaak genoeg worden benadrukt dat in Iran gastvrijheid echt een nationale deugd is.

U merkt: echt grote monumenten noem ik niet. Shiraz heeft geen centraal plein zoals Isfahan, geen graf van een imam zoals Mashhad, geen werelderfgoed-moskee zoals Tabriz, geen scholen zoals Qom. De stad heeft wél fijne hotels en ligt ideaal om dagtochtjes te maken naar oude ruïnesteden als Persepolis, Bishapur, Sarvestan of het al genoemde Firuzabad. Boven alles is het echter een stad die leeft en die van alles wat heeft te bieden, zonder dat het ergens uniek in is. Anders dan Isfahani’s, die heel goed weten dat ze in de mooiste stad van het land wonen, hebben Shirazi’s geen kapsones. Het is met afstand de stad in Iran waar ik het liefst kom.
Jona, is er enig verband tussen de naam van deze stad en de naam van mijn favoriete druivensoort, de Shiraz of Syrah??
Ja, die druif is naar de stad genoemd. Nog altijd produceert Shiraz veel druiven, zodat je er overal rozijnen en zo kunt kopen. Ik ben nooit bij de Armeense christenen geweest (waarom eigenlijk?) maar ik neem aan dat die voor religieuze doeleinden nog wat wijn hebben.
Ik veronderstel dat de Amerikaanse schaker Kamran Shirazi (geboren in Teheran) voorouders uit de stad heeft?
Yep. En Khomeini komt uit Khomein.