
[Ook vandaag geef ik het woord aan Edwin de Vries, een van de medewerkers van Livius maar momenteel als archeoloog actief in Soedan. Het eerste stukje is hier; het onderstaande schreef hij op 8 februari.]
En zo ben je weer terug in het Acropole hotel. Het seizoen zit erop, de spullen zijn ingepakt en de busreis naar Khartoum (de landrover blijft achter bij het andere team) zit er ook al op. Europees eten, een warme douche dat niet uit een emmer en een mok bestaat, en een toilet waar je op kunt zitten, het is wonderlijk allemaal. Ik zal H25 nog eens onder de revue laten passeren.
We zijn begonnen met het open leggen van grofweg 60m² maar dat aantal is grofweg verdubbeld gedurende het seizoen. Er zijn een aantal structuren blootgelegd, die waarschijnlijk allen grofweg gelijk dateren. Allen zijn ze gemaakt van kleitichels en lijken aanvankelijk nogal klein te zijn geweest (2 kamers of cellen). Aan de oorspronkelijke 2-cellige structuren heeft men vervolgens naar hartenlust aan toegevoegd, aangepast en herbouwd, hetgeen heeft geleid tot onregelmatige structuren die bestaan uit vele kleine kamertjes. De kamers lijken te klein voor menselijke activiteiten, dus verwachten we dat het om kleine opslagplaatsen gaat. Naast de structuren hebben we ook een flink aantal paalkuilen aangetroffen met daar in de buurt mesthopen. Het wordt nog een aardige klus om uit te puzzelen wat daar voor structuren in verborgen zitten, maar we vermoeden dat het om ronde hutten zal gaan en om simpele schaduw-werpers voor schapen en geiten (zoals ze die nu nog bouwen). Misschien zit er nog wel een echte veekraal in verborgen ook. Een heel aardige vondst is een baksteenoven, die ongetwijfeld gebruikt zal zijn geweest om de vele in de buurt gelegen waterputten te bouwen.
Ons idee dat we met veetelers van doen zouden kunnen hebben lijkt bevestigd. Vooral het gedeelte met de paalkuilen en de mesthopen lijkt daarop te wijzen. Ook de baksteenoven zal van belang zijn geweest, i.v.m. het aanleggen van waterputten. Of de veetelers hier voorzien werden van graan en andere landbouwproducten van de Nijl, als een soort re-distributiecentrum, is niet bewezen, maar zeker niet ontkracht. Een volgend seizoen zal ons wellicht verder kunnen helpen.
Geologen hebben inmiddels het paleokanaal van de Nijl in de buurt onderzocht en zullen in de loop van het jaar een beter beeld kunnen geven over hoe en wanneer de Nijl bij H25 in onbruik geraakte (o.a. door zgn. luminescence-dateringen). Dit zal onze interpretaties goed kunnen helpen. Daarnaast is ons ook het een en ander opgevallen met het aardewerk. Aanvankelijk dachten we voornamelijk Napata-tijd materiaal te hebben, maar moeten we nu op terugkomen. Er blijkt toch wel veel materiaal tussen te zitten uit de periode van het Nieuwe (Egyptische) Koninkrijk, en dus veel ouder dan we dachten. Ook zitten er dingen tussen die kenmerken van beiden hebben. Dat is goed nieuws, want dat zou kunnen betekenen dat we ergens tussen de Egyptische periode en de Vijfentwintigste Dynastie zouden kunnen zitten. In de loop van dit jaar zal ik samen met Ross paralellen gaan zoeken voor de door mij waargenomen aardewerkvormen in bestaande archeologische publicaties, zo hopen we beter te kunnen bepalen hoe oud de boel precies is. Samen met de resultaten van de geologen moet die een heel mooi plaatje kunnen opleveren.
Goed, het zit er op. Dat is heel fijn, want dat betekent dat ik weer naar huis mag. Maar het is ook heel jammer, want Soedan is een verdraaid mooi land. Vooral de mensen hier zijn echt geweldig, zelfs onze huisbaas die elke gelegenheid aangreep om naar extra geld te vissen (maar ja, geef de beste man eens ongelijk). En er is nog zoveel meer te vertellen en te beleven hier. Ik heb nog niks kunnen vertellen over de Mahdi opstand en de Islamitische staat die het voorbracht, of over hoe Kitchener daar een einde aan maakte. Ik heb niets kunnen vertellen over de (Byzantijns) christelijke koninginnen die hier langs de Nijl leefden en vereeuwigd zijn op prachtige fresco’s, waar een blanke Maria een geruststellend een hand op de schouder van de koningin legt. Of over Funj, en Darfur, de sultanaten die in de vanaf de 14e eeuw het land beheersten. Volgend jaar misschien.
Nu alleen nog de statistieken:
58044 scherven geteld, 25 mageringen geïdentificeerd, meer dan een miljoen gram scherven gewogen, en 177 vormen geïdentificeerd, opgetekend op 160 formulieren. Daarnaast 359 tekeningen gemaakt verdeeld over 91 vellen. Oh, en Sven Kramer nog maar eens het goud op de 5000 meter, met een ogenschijnlijk beschamende eenvoud.
Gegroet en bedankt voor de aandacht!
“Volgend jaar misschien”
Wat mij betreft graag.