Kurá Hulanda (2)

De oorspronkelijke bewoners van het Caraïbische gebied golden als kannibalen. Dat rechtvaardigde bikkelhard, onmenselijk optreden en schiep een klimaat waarin slavernij kon bloeien.
De oorspronkelijke bewoners van het Caraïbische gebied golden als kannibalen. Dat rechtvaardigde bikkelhard, onmenselijk optreden en schiep een klimaat waarin slavernij kon bloeien. (Kurá Hulanda Museum)

Een paar stukjes geleden vertelde ik dat het Curaçaose museum Kurá Hulanda, waar ik heen was gegaan om wat te leren over het slavernijverleden van dit eiland, me in de eerste zaal op scherp zette met een voorwerp dat te mooi was om authentiek te zijn, met onjuiste uitleg van Romeinse godenbeeldjes en met een tendentieuze presentatie van het belang van Afrika’s zwarte verleden.

Natuurlijk mag een museum best een ongebruikelijke hypothese presenteren of de controverse zoeken. Graag zelfs: het is alleen maar goed als een museum mensen aanzet tot denken. Ik denk echter ook dat je als bezoeker mag verwachten dat een uitdagende theorie voldoet aan zekere kwaliteitsvoorwaarden, zoals dat ze is gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Dat zijn de door Kurá Hulanda kritiekloos overgenomen speculaties van Cheikh Anta Diop niet en de door het museum geboden uitleg maakt het er niet beter op.

Archeologie stelde vast dat de wieg van alle menselijkheid en beschaving in Zwart Negroïd Afrika stond.

Hier worden twee zaken op één hoop gegooid: het ontstaan van de mensheid en het ontstaan van de beschaving. Het is inderdaad gebruikelijk het eerstgenoemde proces te situeren in Afrika, al wees Job van Schaik er (in reactie op een eerder stukje) terecht op dat als er meer onderzoek zou worden gedaan in bijvoorbeeld India, dit beeld wel eens zou kunnen veranderen. De tweede bewering is echter problematisch, en dan bedoel ik niet het waardeoordeel dat ligt besloten in het woord “beschaving”. De groei naar de eerste steden, koninkrijken, sociale stratificatie en geschreven teksten vond in het vierde millennium v.Chr. plaats in de hele Vruchtbare Halve Maan, dus zeg maar Irak, Syrië, zuidoostelijk Turkije, Libanon, Israël en Egypte.

Alleen het laatste land ligt in Afrika en het werd – anders dan Diop beweerde – niet bewoond door een zwarte bevolking. En anders dan Kurá Hulanda beweert, heeft het feit dat westerse onderzoekers niet accepteren “dat de menselijke beschaving van Negroïde oorsprong” is, weinig te maken met “racisme en nationaal chauvinisme”. Dat heeft wel eens een rol gespeeld, maar de belangrijkste reden is dat archeologen domweg tot andere conclusies zijn gekomen.

Het museum toont dus geen wetenschappelijk verantwoord beeld van het verleden maar draagt een ideologie uit, waarmee zwarte mensen iets wordt geboden om trots op te zijn. Ik weet niet of dat een goede aanpak is. Waar de Europese landen ooit beweerden dat alle beschaving kwam uit Griekenland, keren Diop en Bernal het om: ze zeggen dat alle beschaving komt uit Afrika. Dat het oude Europese verhaal onjuist is gebleken, wil echter niet zeggen dat het omgekeerde wél waar is. Reverse bias is gewoon een nieuwe onwaarheid om toe te voegen aan de vele onwaarheden die men pleegt op te dissen over de oude wereld .

Begrijp me niet verkeerd. Een museum mag bepaalde waarden uitdragen. De interpretatie van de feiten is vrij, als de feiten zelf maar kloppen. Daarvoor zijn niet alleen wetenschappelijke maar ook praktische redenen. Als de ideologische keuze immers wordt doorgeprikt, werkt ze namelijk contraproductief. Dat was nu mijn ervaring toen ik doorliep naar het voornaamste deel van de collectie: het gebouw gewijd aan het slavernijverleden.

Hoewel ik aanvankelijk blij was in Willemstad een oudheidkundige collectie te ontdekken, was ik na het bekijken daarvan wat sceptisch geworden over het museum. Daardoor vielen me op de belangrijke museumafdeling over slavernij– nogmaals, als u in Willemstad aankomt móet u naar Kurá Hulanda – dingen op die me anders niet zouden zijn opgevallen.

Slavenschip
Slavenschip

Zo is er het beroemde plaatje van de manier waarop slaven werden vervoerd: tientallen kleine figuurtjes. Het ontbreekt in geen enkel modern boek over slavernij, want het is een krachtig symbool dat duidelijk maakt hoe mensonterend het transport van de gedwongen arbeiders was. De negentiende-eeuwse voorstanders van de beëindiging van de gedwongen arbeid, de abolitionisten, gebruikten deze afbeelding dan ook vaak. En precies dat is het probleem: hoe betrouwbaar is een plaatje dat talloze malen is gereproduceerd met het doel de publieke opinie te beïnvloeden? Is dit een objectieve weergave van een slavenschip? Ik weet het niet. Ik weet alleen dat Kurá Hulanda het probleem, dat zeker niet onbekend is, niet benoemt.

Een ander probleem ligt in een stukje informatie dat ik oppikte in Willemstads Maritiem Museum. Ik las daar dat er in de zeventiende of achttiende eeuw voortdurend schepen voeren van de Benedenwindse naar de Bovenwindse Eilanden, en dat die door slaven werden bemand. Hoewel de slaven dus een middel en een kans hadden om weg te varen en ergens anders een nieuw bestaan op te bouwen, keerden ze steeds terug naar Curaçao. Als dit waar is, illustreert het dat het slavernijsysteem, verwerpelijk als de persoonlijke onvrijheid ook was, niet alleen maar bestond uit domme ellende. Het is maar een detail, en ik zal zeker niet beweren dat dit representatiever is dan de arbeid op de plantages, maar door het niet te noemen en de nadruk te leggen op de grove behandeling van de slaven, biedt het museum wel een eenzijdig beeld.

Het zijn niet alleen oudheidkundigen die niet onbevangen beginnen aan hun bezoek aan de afdeling over slavernij. De Zwarte Piet-discussie van vorig jaar, met het wegvallen van de nuance tussen iets wat racisme is en iets wat als racisme wordt ervaren, heeft de verhoudingen in Nederland behoorlijk verziekt en ik zou me kunnen voorstellen dat er Hollanders zijn die even geen behoefte hebben aan een andere ongenuanceerde Surinaamse of Antilliaanse visie op het gedeelde verleden. Dat hoeven geen eens snoeiharde racisten te zijn. Inmiddels is één derde van de beroepsbevolking hoogopgeleid: mensen die kritisch zijn, die een boek als Rijk aan de rand van de wereld (2012) van Piet Emmer en Jos Gommans hebben gelezen en die in een museum met meer nuance dienen te worden benaderd.

Hoe dat zou kunnen, zal ik in een volgend stukje proberen uit te werken.

[Wordt dus nog een keer vervolgd]

Deel dit:

4 gedachtes over “Kurá Hulanda (2)

  1. mnb0

    “De groei naar ….”
    Vond op nog wel een paar andere plaatsen op de Aardbol plaats.

    “Ik weet het niet.”
    Dit is één van de redenen dat in Suriname onderzoek plaatsvindt naar de ondergang van de Leusden in 1738 in de monding van de Marowijnerivier (waar ik niet zo heel ver vandaan woon). Dat is behoorlijk goed gedocumenteerd.

    “Hoewel de slaven dus een middel en een kans hadden om weg te varen”
    Daar zijn toch twee eenvoudige antwoorden op mogelijk, uitgaande van de veronderstelling dat de slaveneigenaren destijds eveneens hun hersens gebruikten. Sleutelwoorden: wortel en stok. Zie ook het verschijnsel huisslaaf of nog een radicaler voorbeeld: Redi Musi – een militaire eenheid van ex-slaven die in Suriname op weggelopen slaven in het binnenland joeg. Merkwaardig genoeg is daarover op internet niets te vinden.

    1. “Redi Musi – een militaire eenheid van ex-slaven die in Suriname op weggelopen slaven in het binnenland joeg. Merkwaardig genoeg is daarover op internet niets te vinden.”
      Misschien omdat het op internet te vinden is als ‘Redi Musu’? Inderdaad niet echt veel (niet eens een pagina op wikipedia, al is er wel een over Boni: http://nl.wikipedia.org/wiki/Boni_(guerrillaleider)) maar ik zou het niet als ‘niets’ willen omschrijven. Ook onder ‘korps zwarte jagers’ of redi moesoes vind ik informatie.

  2. “De Zwarte Piet-discussie van vorig jaar […] heeft de verhoudingen in Nederland behoorlijk verziekt.”

    Is dat zo? Toegegeven, het is triest te merken dat de reacties van Hollanders vrijwel unaniem vanuit de onderbuik kwamen. Er was in de discussie weinig plaats voor nuance.

    “Ik zou me kunnen voorstellen dat er Hollanders zijn die even geen behoefte hebben aan een andere ongenuanceerde Surinaamse of Antilliaanse visie op het gedeelde verleden.”

    Ach gut! Die arme blanke Hollanders die ’s nachts wakker liggen van een vuige aanval op kindervriend Zwarte Piet. Stel je voor dat zo’n museum op Curaçao ze opnieuw voor ’t hoofd zou stoten! Terwijl die lieve schatten alleen gezellig vakantie komen vieren.

    Wie absoluut geen kwaad ziet in Zwarte Piet zal in een slavernij-museum hetzelfde gebrek aan kritisch vermogen aan de dag leggen. Geschiedkundige missers pikt zo iemand er heus niet uit.

Reacties zijn gesloten.