Het einde van Bessos

Bergvlakte bij Derbent
Bergvlakte bij Derbent

In de zomer van 330 v.Chr. werd de Achaimenidische koning Darius III vermoord. Wie de moordenaar was, zullen we wel nooit weten: we hebben als bronnen alleen de teksten over de regering Alexander de Grote, die de officiële Macedonische propaganda weergeven dat Darius was gedood door zijn eigen hovelingen. Dat dit verhaal Alexander érg goed uitkwam, wil uiteraard niet zeggen dat het niet waar is. We weten het gewoon niet. Eén bron is geen bron.

De nieuwe Perzische koning was de satraap van Baktrië, Bessos. Dat was niet meer dan logisch, want de satraap van dit gebied was doorgaans de beoogde troonopvolger. Uit een kleitablet weten we dat Bessos meteen werd erkend. De Griekse bronnen, die zeggen dat Bessos niet meer was dan een van de veronderstelde samenzweerders en pas later koning werd, zijn onjuist. Zijn troonnaam was Artaxerxes V en enkele onlangs gevonden Afghaanse perkamenten werpen wat licht op zijn bestuurlijke maatregelen.

Hij lijkt te hebben gehoopt te kunnen blijven regeren in Baktrië en over de Sakische stammen die leefden in Midden-Oezbekistan. Een vredesverdrag met Alexander moest toch mogelijk zijn nu deze Perzië had onderworpen en Darius dood was. Waarom zou Alexander verder trekken, naar een gebied dat onbestuurbaar ver lag? Dat klonk logisch, maar Alexander dacht er anders over en trok in de eerste maanden van 329 over de Hindu Kush naar Baktrië.

Dit was het begin van het einde van Bessos’ heerschappij. Hij moest zich terugtrekken naar het noorden, richting Nautaka ofwel Shakhrisabz (de latere residentie van Timoer Lenk). Wat daar gebeurde, lezen we bij Curtius Rufus, die vertelt dat een aristocraat, Spitamenes, Bessos kwam melden dat hij twee samenzweerders had gearresteerd. De koning liet de verraders voor ondervraging binnenbrengen, waarop acht potige gerechtsdienaren de verdachten voorleidden. Pas toen zij en Spitamenes plotseling Bessos omringden en overmeesterden, realiseerde de koning zich dat de twee mannen niet de enige samenzweerders waren.

Spitamenes nam hem de diadeem van het hoofd, ontdeed hem van de koninklijke gewaden, bond hem vast en zei tegen de soldaten die Bessos te hulp schoten dat koning Alexander het zo wilde. Aangezien Spitamenes sprak met gezag en stamde uit een van de edelste families van Iran, hechtte men geloof aan zijn woorden, zodat niemand tussenbeide kwam toen Bessos op een paard werd gehesen en naar een nabijgelegen dorp gebracht. Evenmin belette iemand dat er een boodschapper naar Alexander vertrok.

Die bevond zich nog in de omgeving van Termez, op een afstand van 300 kilometer. Onmiddellijk stuurde hij zijn adjudant Ptolemaios met een eskadron ruiters naar het dorp waar Bessos gevangen werd gehouden. Ze rukten snel op langs de rivier de Shirabad en bereikten de bergen.

Daar vernam Ptolemaios dat het besluit van Spitamenes en [zijn medesamenzweerder] Datafernes om Bessos uit te leveren niet vaststond. Hij liet daarom de infanteristen achter met de opdracht in formatie achter hem aan te komen. Zelf reed hij door met de ruiters en kwam in een dorp. En daar was Bessos met een paar soldaten. Want Spitamenes en zijn aanhangers waren al weggegaan, omdat ze het te beschamend vonden in eigen persoon Bessos over te leveren. Ptolemaios omsingelde met zijn ruiters het dorp – er lag een soort wal omheen met poorten erin – en liet voor de dorpelingen omroepen dat zij vrijuit zouden gaan als ze Bessos uitleverden. Zij lieten daarop de Macedoniërs in het dorp toe en Ptolemaios nam Bessos gevangen.

Aldus Arrianus. Toen Alexander aankwam, stond Bessos in boeien geslagen langs de weg opgesteld. Alexander liet Artaxerxes V geselen en de neus en oren afsnijden. De Macedoniërs en Grieken vonden dat nodeloos wreed maar de Iraniërs begrepen het: het was hun manier om rebellen te bestraffen. Curtius Rufus weet verder te vertellen dat Bessos ook werd gekruisigd, maar zó dat hij in leven bleef tot Alexander de uiteindelijke terechtstelling gelastte.

Waar dit alles is gebeurd, weten we niet. We weten alleen dat Ptolemaios zijn gevangene aan Alexander overhandigde vóór Nautaka: ergens langs de moderne weg van Termez naar Shakhrisabz. Het zal een flinke afstand vóór Shakhrisabz zijn geweest, want we weten dat Alexander, terwijl Ptolemaios vooruit trok, andere campagnes voerde, en bovendien met zijn infanterieleger nooit zo snel kan zijn gegaan als Ptolemaios’ ruiters. Goede redenen om de plaats van de overhandiging te zoeken rond het huidige Derbent, waar ik bovenstaande foto maakte.

Deel dit:

3 gedachtes over “Het einde van Bessos

  1. Ben Spaans

    Bessos dacht zaken te kunnen doen met Alexander ‘Dat klonk logisch’ – maar Alexander zal toch hebben beseft dat bij een overeenkomst Bessos altijd een veiligheidsrisico zou blijven en sowieso een onaanvaardbare rivaliserende claim zou vestigen op het Perzische koningsschap. Voor zover Alexander daar al over hoefde nadenken.

  2. ” met zijn infanterieleger nooit zo snel kan zijn gegaan als Ptolemaios’ ruiters”. Dat hangt van de afstand af. Cavalerie vertrekt sneller maar paarden raken eerder vermoeid, terwijl mensen te voet harder kunnen doorgaan. Na de derde dag marcheren haalt de infanterie de paarden in.

  3. Gherardus Havingha

    “dat Bessos ook werd gekruisigd, maar zó dat hij in leven bleef”

    Origineel hoor, waar kennen we dat nog meer van?

Reacties zijn gesloten.