
Vorige maand schreef ik een reeks stukjes (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8) over de voor mij verwarde geschiedenis van Centraal-Azië, waarin ik probeerde wat structuur aan te brengen door haar te reduceren tot wat ik “vier vegen” noemde. Ik maakte de reeks nog niet af. De vierde “veeg” over de landkaart, de noordwest-zuidoostelijke beweging waarmee Centraal-Azië in de negentiende eeuw deel kwam uit te maken van het rijk van de Russische tsaar, was te recent. Ik wilde Oezbekistan eerst met eigen ogen hebben gezien. Vandaag echter de russificatie, morgen dan de staatsvorming, en overmorgen tot slot nog een Oezbeeks museumstuk om de reeks te brengen tot een voorlopig einde.
In feite hebben de Russen altijd belangstelling gehad voor Centraal-Azië: ze hadden vanouds te maken met de Mongolen. Toen de Oezbeken uit hun oorspronkelijke leefgebied wegtrokken en zich vestigden in het land dat nog altijd naar hen heet, ontstond ruimte voor Russische expansie naar het oosten, en deze expansie, eenmaal op gang gekomen, zou niet ophouden voor ze de Stille Oceaan had bereikt. De Russen bewogen dus gestaag naar het oosten en zuidoosten, langs de handelsroutes richting Khiva (aan de Amudarya, ten zuiden van het Aralmeer) en richting Tasj ofwel Tasjkent.
De stammen in deze contreien waren er niet afkerig van elkaars gebieden te plunderen, daar boeren gevangen te nemen en die als slaven te verkopen in steden als Buchara en Samarkand. Het voornaamste centrum was echter Khiva. Toen er eens teveel Russen waren gevangen genomen, besloot tsaar Peter de Grote tot een militaire actie naar die stad, die in 1717 op een fiasco uitliep. Het zou even duren voor de Russen terugkeerden naar Centraal-Azië, maar de regio stond vanaf nu op de Russische landkaart.
Pas in de negentiende eeuw kwam de Russische expansie goed op gang. In Petersburg keek men verontrust naar het Britse koloniale rijk, dat de vlaktes van de Indus en de Ganges al in zijn macht had en dat zich naar Centraal-Azië leek uit te breiden. De aanwezigheid van agenten als Stoddart en Connoly in Buchara versterkte de argwaan. Als de negentiende-eeuwse tsaren geen belangstelling zouden hebben gehad, zouden ze die wel hebben gekregen omdat ze wilden verhinderen dat de Britten het gebied in handen kregen.
Of ze zouden belangstelling hebben gekregen doordat er katoen werd verbouwd. In de late achttiende eeuw waren twee belangrijke uitvindingen gedaan: de stoommachine en de spinmachine. Die laatste, die op de eerste kon worden aangesloten, kon wel werken met katoenen draden, maar niet met wol. De traditionele lakennijverheid maakte daarom plaats voor de productie van katoen (met als bijeffect de heropbloei van de in de achttiende eeuw bijna uitgestorven slavernij, want katoen kan het beste handmatig worden geoogst).

De katoenexport bloeide op en de stroomgebieden van de Amurdarya en Syrdarya veranderden in enorme katoenmonoculturen. Men spreekt wel van het “witte goud”. De Russen trokken het gebied steeds verder binnen. In 1865 bezetten ze Tasjkent, in 1867 werd het uitgestrekte khanaat van Buchara een protectoraat, een jaar later werd Samarkand bezet, weer vijf jaar later werd het khanaat van Khiva een protectoraat en in 1876 vormde generaal Michail Skobelev ook de Fergana-vallei om tot protectoraat. Een spoorlijn vanaf de Kaspische Zee ontsloot de gebieden en vereenvoudigde de katoenexport.
Veel Russen migreerden naar de nieuw verworven gebieden. Vaak bouwden ze een tweede stad naast een oude: het nieuwe Fergana – dat enige tijd “Skobelev” heette – lag naast het oude Margilan; Tasjkent en Samarkand hebben nog altijd dubbele stadscentra. De Russische wijken deden mij tijdens mijn verblijf steeds denken aan de Bulgaarse hoofdstad Sofia: wijd van opzet, parkachtig, voorzien van allerlei openbare gebouwen (zoals een opera, kerken en regeringskantoren) en desondanks een tikje provinciaals. Tasjkent werd, als voornaamste bestuurscentrum van wat toen Turkestan werd genoemd, de voornaamste van de diverse gerussificeerde steden. En overal bloeide de katoenindustrie, waardoor een middenklasse en een industrieel proletariaat ontstonden.
“Industrieel proletariaat”: u voelt al aankomen waar het heen gaat. Morgen meer. Voor het moment rond ik af met de conclusie dat de komst van de Russen de “vierde veeg” was.
Interessante serie.
Vriendelijke groet,
Ga je nog schrijven over de ontdekking van Sodom, zo breeduit verkondigd in Trouw?
http://www.trouw.nl/tr/nl/4464/Religie-filosofie/article/detail/4163858/2015/10/19/Heeft-Sodom-dan-toch-echt-bestaan.dhtml
Dat soort refutaties zijn zinvol maar moeten meteen worden geschreven en niet achteraf. Dan is de actualiteit weg en heeft het zoveel zin niet meer.