Klassieke literatuur (2): leerdicht

Of Hesiodos een historisch personage is, staat te bezien, maar dat heeft antieke beeldhouwers er niet van weerhouden zijn portret te maken. Deze mooie kop is in het British Museum, Londen.

[Bij mijn mail zat onlangs de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een collegereeks aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet.]

Het genre: leerdicht

Toen in de jaren tachtig de hiphop werd uitgevonden waren er, zo had ik de indruk, twee subgenres. In het eerste bluften rappers over wat van geweldige kerels ze wel waren, in het andere waarschuwden ze voor heroïne en crack. Verder werd er danig geïmproviseerd. Wellicht overdrijf ik de parallel, maar de Griekse poëzie is niet heel anders begonnen: geïmproviseerd voordragen, deels zingend over de roem der mannen, deels didactisch. Heldendicht en leerdicht.

Van het leerdicht is de belangrijkste vertegenwoordiger de Boiotische schrijver Hesiodos. Er zijn twee belangrijke verschillen met het heldendicht: om te beginnen gaan de gedichten dit keer niet om helden maar om het systematisch beschrijven van een bepaald onderwerp, terwijl er wat meer ruimte is voor een persoonlijk detail. Terwijl Homeros een schimmige figuur is en er een belangrijke discussie bestaat over de vraag of de  Ilias en Odyssee door dezelfde auteur(s) zijn geschreven, vertelt de auteur van het leerdicht Werken en dagen iets over zijn familie, terwijl de auteur van de Theogonie zijn naam noemt: Hesiodos. Opnieuw is er een discussie of Hesiodos de auteur is van alle aan hem toegeschreven gedichten, maar de auteur van een leerdicht gaat minder schuil achter zijn tekst dan de auteur van een heldendicht.

Systematisch beschrijven: dat is waar het om draait en dat suggereert dat er aan systematiek behoefte was. En dat klopt. Griekenland was geen simpele agrarische samenleving meer toen Hesiodos – wie hij ook moge zijn geweest – rond 700 v.Chr. zijn composities toevertrouwde aan geïmporteerd papyrus. Er was wat handel ontstaan, er waren contacten met andere volken, de eerste steden werden gebouwd, de samenleving werd wat gevarieerder en er waren nieuwe ideeën.

De auteur van de Theogonie brengt systeem aan in de groeiende hoeveelheid goden waarvan de namen inmiddels bekend waren. Onduidelijkheden te over. De god van de zee, was dat Pontos of was dat Poseidon? Ressorteerde de hemel onder Ouranos of Zeus? Hesiodos loste het op door aan te nemen dat er verschillende generaties goden waren geweest, die elkaar hadden afgewisseld. Dit idee had hij overgenomen uit het Midden-Oosten en we mogen ons afvragen hoe zo’n idee van de ene naar de andere cultuur “oversprong”. Zoals ik onlangs al schreef, is migratie vermoedelijk een belangrijker instrument geweest dan onderzoekers lange tijd hebben gedacht.

Ondertussen is de Theogonie, om maar heel eerlijk te zijn, een beetje saai. Het blijft een catalogus van wonderlijke namen. De Werken en dagen zijn een stuk leuker: dit is een mooie beschrijving van het Griekse boerenleven. De broer van de dichter is in de problemen gekomen en krijgt nu te horen hoe hij een boerderij moet exploiteren. In deze maand is er die oogst en moet je je voorbereiden op deze of gene gebeurtenis. De dichter zou het ook wel anders willen, maar de goden hebben het anders beschikt: de mens moet werken tot hij oud en moe sterft. Het is fenomenale literatuur en behoort tot mijn persoonlijke favorieten.

Hoe dit te lezen?

Er zijn zoveel manieren om een antieke tekst te lezen als er lezers zijn, maar ik denk dat ik dit keer toch redelijk bindend zal zijn in mijn leesadvies. Lees de Theogonie en Werken en dagen met andere teksten erbij. Niet omdat ze bedoeld zijn om te worden bestudeerd, zelfs al zijn het leerdichten, maar omdat ze als zelfstandig gelezen poëzie niet overeind blijven. Zonder uitleg erbij is lectuur jammer van uw tijd en van het gedicht.

Het probleem met de Theogonie is dat het een lange opsomming van namen blijft. De plot van het gedicht – het conflict tussen de diverse generaties goden – is maar heel schetsmatig aanwezig. Dat was ook te verwachten: de Theogonie is een soort Periodiek Stelsel waarin personages worden geordend. Voor hun eigenschappen, de leuke mythologische verhalen, moet je elders zijn. Mijn advies is daarom om de Theogonie te lezen met een navertelling van de Griekse mythen en ik zal u zo meteen een suggestie doen.

De Werken en dagen zou ik ook lezen met een andere tekst ernaast: het Bijbelboek Amos. Amos was, net als Hesiodos, een geletterde boer – dus bepaald geen minimumlijder – en keek ook vanaf de zijlijn naar een samenleving die langzaam complexer aan het worden was. Ze hebben ook dezelfde boodschap: omdat het leven nu eenmaal hard is, moeten we het niet met onrechtvaardig gedrag nog harder maken. Het verschil is dat Hesiodos meent dat goede instructie de ergste problemen kan verhelpen, terwijl bij Amos de verontwaardiging de vrije loop krijgt.

Hesiodos’ volgelingen

Hesiodos heeft altijd navolgers gehad. Ook de eerdergenoemde Latijnse dichter Vergilius schreef een gedicht over de landbouw, de Georgica. De stukken die ik ervan heb gelezen vond ik mooi, maar ik ken het gedicht onvoldoende om er iets betekenisvols van te zeggen. Het Romeinse antwoord op de Theogonie bestaat uit de Metamorphosen van Ovidius – mijn suggestie om te lezen met de Werken en dagen. Ovidius, die aan het begin van onze jaartelling leefde, vertelt allerlei Griekse mythen opnieuw, met veel humor en vaart. Ik zal er nog op terugkomen.

Nog een ander Romeins leerdicht is Lucretius’ De rerum natura, wat je zou kunnen vertalen als “het wezen der dingen”. Hij beschrijft hoe de wereld in elkaar zit: ze bestaat uit atomen, de goden zijn ver en niet geïnteresseerd in de schepping. Ze belonen niet, ze straffen niet. Na de dood houdt het op: er is geen hiernamaals. Er is alleen het hier en nu, en u mag daarvan gewoon genieten. Het is, opnieuw, fenomenale lectuur, mede doordat het direct aan je appelleert. Ik zal er morgen op terugkomen.

Vertalingen

In 2002 verscheen een Nederlandse vertaling van Hesiodos, maar die heb ik niet gelezen. Aangezien ze is gemaakt door Wolter Kassies, die enkele uitstekende vertalingen op zijn naam heeft (onder andere van Polybios en van de al genoemde Apollonios van Rhodos), neem ik aan dat die in orde zal zijn. Een mooie vertaling van de Theogonie bespreek ik hier.

Lucretius is vertaald door Ann Rutgers van de Loeff en door Piet Schrijvers, allebei erg mooi. Voor de Metamorfosen van Ovidius is er de prachtige vertaling van Marietje d’Hane Scheltema, maar je zou ook eens kunnen denken aan de vertaling van Joost van den Vondel, waaraan ik zelf veel plezier heb beleefd: hier.

Deel dit: