Dames en heren

Van de maan af gezien zijn we allen even groot.

Het kan je zomaar in het café gebeuren dat je met wat bestellingen van de bar terug komt lopen naar je vrienden en dat je iemand een drankje met de linkerhand moet aangeven. Ik ben dan zo’n ouderwetse rare snijboon die “excusez la main gauche” mompelt. Je reikt mensen immers geen consumpties aan met links.

Ik ben echter óók zo iemand die weet dat het in feite totaal irrelevant is of je een ander met links of rechts serveert. Zoals het ook niet heel belangrijk is tijdens een diner wijn alleen van rechts bij te schenken of de schalen van links naar rechts door te geven. De wereld vergaat ook niet als een heer verzuimt de jas van een dame aan te nemen of de deur voor haar open te houden. (Je kunt zelfs verdedigen dat deze twee laatste beleefdheidsvormen eigenlijk ongewenst zijn, een soort seksisme dat des te venijniger is omdat het zich aandient als welgemanierdheid. Maar dat is iets voor een ander stukje.)

Hoe futiel dit soort handelingen ook zijn, ze maken (althans in mijn beleving) deel uit van iets groters, dat wel belangrijk is. Je leeft met mensen samen en probeert een beetje rekening met elkaar te houden. De voorbeelden hierboven zijn daarvan de excessen. Nut hebben ze niet, of het moest zijn dat je het geruststellende signaal afgeeft dat je zult proberen voorkomend te zijn. Je streeft ernaar niet zomaar een man te zijn maar een heer, niet zomaar een vrouw maar een dame.

Hoewel de vormpjes slechts dat zijn, namelijk vormpjes, hecht ik eraan omdat er een mensbeeld achter zit waarin ik iets herken: het inzicht dat je niet volmaakt bent en dat je jezelf kunt verbeteren. Een klein beetje maar, natuurlijk, en het is ook niet zo dat de vormpjes iemand maken tot een goed mens. Maar toch: ik voel sympathie voor de erkenning dat een mens, met al zijn driften en zijn te gemakkelijke inzichten, een edelsteen is die kan worden gepolijst.

Zijsprongetje: het is ook waarom ik de klassieken een warm hart toedraag. Ze zijn een verwant programma met eveneens de aanname dat je als mens kunt groeien. Het uitgangspunt is natuurlijk wel anders: niet beleefdheid maar de erkenning te staan op de schouders van reuzen. Daaruit volgt de relativering van het eigen gelijk en de mogelijkheid tot persoonlijke groei.

Nog een zijsprongetje: ik weet niet of mijn voorkeur voor welgemanierdheid wel verstandig is. Als ik me aan iets stoor, zeg ik er namelijk weinig van en zoek ik een stille oplossing, tot ik merk dat het zo niet gaat en ik besluit er wél iets van te zeggen. Maar dan is het te laat: ik weet dan van de door anderen aangedragen oplossingen al waarom ze niet werken. Vrienden hebben me erop gewezen dat ik dan schijnbaar onverwacht overschakel van voorkomend naar compromisloos. Mensen vinden dat “out of character” en nemen me dan niet serieus. Misschien moet ik toch botter zijn.

In elk geval: de ambitie voorkomend met andere mensen om te gaan, hoezeer ook de aanleiding tot holle vormpjes, die ambitie vind ik belangrijk. Je wil een heer of een dame zijn en behandelt anderen als dames en heren.

Dames en heren: die woorden raken nu in onbruik. Althans bij de Nederlandse Spoorwegen, die gender-inclusief willen zijn en dat in de woordkeuze tot uitdrukking willen brengen. Niks mis mee, maar doordat “dames en heren” nu wordt getypeerd als gender-exclusief, wordt het wat lastig nog uit te drukken dat je de ambitie hebt een beleefde dame of een voorkomende heer te zijn. Twee idealen, inclusiviteit en welgemanierdheid, botsen hier op elkaar en hoewel ik de NS begrijp, heb ik het idee dat er ook iets verloren gaat.

Ondertussen ben ik (voor het geval u dat nog niet wist) een rare snijboon. Mensen die ik écht waardeer, zijn geen heer of dame, maar “een gewoon toffe vent” en “een gewoon tof wijf”.

Deel dit:

18 gedachtes over “Dames en heren

    1. Pieter

      Mijn vooroordeel is dat gozers, jongen zijn dus daar gaat de genderneutraalheid alweer het raam uit. Om nog maar te zwijgen van de alarmerende leeftijdsdiscriminatie die ik hier toepast. De wereld is een slangenkuil voor niet oplettende zielen zoals ik.

      Overigens ken ik een buitengewoon beleefde, met verstand van zaken hebbende historicus/reisleider die zijn groepen continue voort jaagt naar de volgende archeologische site/museum met de kreet “kom op jongens we gaan”. Niemand die daar aanstoot aan neemt.

  1. henktjong

    Ik vind dat iedereen tegenwoordig te lange tenen, te korte lontjes en een te dunne huid heeft. Dat politieke correctheid hand over hand toeneemt en dat allerlei emancipaties uit de hand lopen. En dat we nooit en nergens excuses moeten aanbieden voor wat er in het verleden is misgegaan. Bovendien wil ik dat het verboden wordt de geschiedenis voor eigen gewin, belangrijkheid en macht gebruikt wordt. Ik neem aan dit allemaal erg onrealistisch klinkt, maar dan vindt men dat maar. Ik heb een gladde rug…

    1. Tineke Gijsberti Hodenpijl

      Goed opgemerkt en ook ik ben het daar helemaal mee eens! De media zou minder aandacht moeten geven aan al die aandachtzoekers die enkel en alleen bestaan om hun ongenoegen te kunnen uiten. Er is wel wat anders aan de hand in wereld! Moreel verval, oorlog en ellende.

  2. Een toffe vent of een tof wijf geeft veel meer betrokkenheid bij die persoon aan, dan een prettige heer of een aardige dame. Dame en heer zijn in mijn beleving afstandelijker, met uitzondering van heer Olivier B. Bommel. Die is van ons allemaal.

    1. Hetgeen me eraan doet denken dat Bommel inderdaad een heer is. Misschien wat kortzichtig, en helaas voorzien van een teer gestel, maar niemand doet vergeefs een beroep op hem.

  3. Emgert Zondervan

    Sommige mensen kunnen zich nu eenmaal niet vinden in de bewoording een goede dame of heer te willen zijn. Maar of zij gebaat zijn bij de verwoording een goede reiziger of stadsgenoot of zelfs mens te willen zijn, vraag ik mij af. En wat te denken van mensen die denken dat een reiziger of stadsgenoot alleen biologisch mannelijk kan zijn en dat dat voor reizigers ook geldt (stadsgenoten kan, gelukkig voor diegenen, ook het meervoud van stadsgenote zijn)? Laat men toch aanvaarden dat er verschil is tussen grammaticaal geslacht en biologisch, gevoelsmatig, gedragsmatig en allerlei anderszins bedoeld geslacht. Ook dat kan men van de klassieken leren.

  4. mnb0

    Eens kijken …. de NS zullen geen “dames en heren” meer gebruiken en dan gaat er iets aan jouw wellevendheid (of die van de NS) verloren? Je bent inderdaad een rare snijboon.

  5. Manfred

    ‘Wellevendheid’ is voor mij de tegenhanger van ‘fatsoensrakker’. In beide gevallen stel je je boven de ander, in het laatste geval door de ander te wijzen op wat ie fout doet, in het eerste geval door de ander te laten zien hoe het wel moet. Het wordt al snel een wedstrijdje verplassen, degene die kan laten zien over het grootste repertoire aan maniertjes te beschikken wint de fatsoensbeker.

    Ik ben meer voor de pragmatische benadering. Als je toch al de deur voor jezelf opendoet om er doorheen te gaan, kun je ‘m makkelijk nog even openhouden voor degene achter je. Of die ander een dame of heer of kind of personeel is doet er niet toe.

    Met een jas aannemen moet je oppassen. Vreemde jassen worden wild en gooien opeens van alles uit geheime zakken op de grond terwijl de draagster verstrikt raakt in de mouwen, de kapstok blijkt geen vrije haakjes te hebben, er zijn geen hangers en als ze er wel zijn passen ze niet in de mouwen en springt de jas op de grond. Jassen kun je beter overlaten aan de draagster, die heeft de jas immers ooit zelf gevangen en getemd.

    En de NS moet de aanspreekvorm kiezen die specifiek hoort bij de boodschap van dat moment. ‘Geachte reizigers’ zijn degene die naar de trein toe gaan; ze zouden een andere term moeten hebben voor degenen die juist uit de trein komen en het station uit willen. ‘Dames en heren’ is breder, dat kan iedereen zijn, ook de mensen die door het station heen naar de andere kant van de spoorweg lopen of de mensen die even een broodje of een krant komen halen.

    Er zit ook een soort hiërarchie in. Een ‘reiziger’ is een klant en dus koning, de NS-spreker stelt zich ondergeschikt en dienstverlenend op, meestal gaat het om een melding die vervelend is voor de klant. Maar de ‘dames en heren’ zijn gelijken, (on)genode gasten, voorbijgangers, ondergeschikten die streng moeten worden toegesproken omdat ze iets fout doen of iets niet snappen. Een beetje zoals je op je hoede dient te zijn als je vrouw je opeens met ‘meneer’ aanspreekt.

    Een simpele handeling of aanspreekvorm draagt een hele geschiedenis van conventies en verwachtingen met zich mee. Omdat die ‘sociale Umwelt’ niet meeverandert, kun je die handelingen of aanspreekvormen niet zomaar vervangen door iets dat toevallig even in de mode is.

  6. Erik Hofmans

    Een gemompeld “excusez la main gauche” vind ik inderdaad wel erg ouderwets; persoonlijk houd ik het op “excuse my left hand”.

  7. Kelder

    Op zich een aardige reflectie. Mischien ook eens aardig om te reflecteren waar die “genderneutrale” hype toch vandaankomt. Het is maar een heel klein deel van de bevolking dat buiten de man-of-vrouw boot valt; de homoos en de lesboos vallen er niet uit, evenmin de transmensen als ze eenmaal een duidelijke keuze hebben gemaakt en door de transitie heen zijn. Waarom ben je anders “trans”, hm? Wil je soms je hele leven blijven transiteren? Een soort dagelijks genderpendelen? Dus wat je overhoudt is een klein percentage van een klein percentage waar de herrie nou helemaal over gaat.

    Wat mij betreft zijn dat zulke geconflicteerde mensen dat ze prima thuishoren in wat vroeger de krankzinnigenzorg heette. Want of je nu stemmen hoort, jezelf Napoleon waant, of sexueel identificeert als een oranje brooddoos… er is iets grondig mis met je. Dus dan rijst de vraag: Waarom zouden we zo’n vreselijke moeite moeten doen onze omgangsvormen, alle toiletten, aanspreektformules, en zo verder, te moeten wijzigen?

    Of liever, waarom laten we ons dit aanpraten door welbeschouwd een klein groepje activisten met een hele grote bek?

    1. Je standpunt dat het een erg kleine groep is, is respectabel. Ik ben het er overigens zelf niet mee eens: er is geen reden om niet gewoon een beetje beleefd te zijn. Niettemin: wat je zegt mag gezegd. Ik heb echter wél moeite met je opmerking dat de betrokkenen in de krankzinnigenzorg horen. Dat is nodeloos bot.

Reacties zijn gesloten.