Het Midden-Oosten

Antiochië

Het is 2003, het is ergens in de zomer en mijn zakenpartner en ik worden wakker in een hotel in Iskenderun. We lopen naar de eetzaal, waar wat zeelieden zitten te ontbijten. “’Morning, captain!” horen we, “The boat, how is she?” Terwijl ik wat groente op mijn bordje schep, realiseer ik me ineens dat ik geuren ruik die ik nooit eerder heb geroken: de kruiden uit de oosterse keuken, die we vanaf die ochtend in ieder restaurant en in elke souq en bazar zouden ruiken. Ik plaag mijn zakenpartner, die die ochtend niet helemaal goed in orde was en het ontbijt oversloeg, nog wel eens met de constatering dat Iskenderun het onovertroffen culinaire hoogtepunt is geweest van onze reizen in het voetspoor van Alexander de Grote.

Het was voor het eerst dat ik me realiseerde dat ik niet meer in West-Europa was. De Griekse steden in het westen van Turkije, Ankara, de grote weg over de Anatolische Hoogvlakte: je kon steeds nog denken dat je ergens in Italië of Griekenland was. In Iskenderun – nog altijd een kosmopolitische havenstad – was dat niet meer zo, en toen we later op die dag in Antiochië en Seleukeia waren, wist ik dat zeker. Ik had de geur van het Midden-Oosten opgesnoven.

Als je de Levant wil definiëren, loop je al snel aan tegen de uitzonderingen. De aanwezigheid van joden en christenen maakt het onmogelijk het als islamitisch te typeren. Trouwens, als je daarvoor zou kiezen, dan leg je het zwaartepunt van het Nabije Oosten in het Verre Oosten, aangezien Indonesië en Pakistan ’s werelds grootste islamitische landen zijn en Jakarta en Karachi de grootste islamitische steden.

De Arabische taal is al even onbruikbaar, want dan zouden de Turken, Israëlis, Koerden en Iraniërs buiten het Midden-Oosten wonen. Ik heb weleens gedacht aan “daar waar ze köfte eten”, maar aangezien de gehaktbal universeel is, brengt deze definitie ons ook niet verder. Toch kunnen we het misschien zoeken in die richting.

De geuren zijn anders dan in het westen. Van Samarkand via Shiraz tot Siwa en van Kairo via Kerman tot Khiva proef je in de souqs en bazars dezelfde specerijen, worden parfums gemaakt met dezelfde etherische oliën en ruik je overal dezelfde wierook en dezelfde zalige geur van de waterpijp. Wellicht zijn er uitzonderingen maar een goede definitie ga ik niet kapot controleren.

Deel dit:

7 gedachtes over “Het Midden-Oosten

  1. FrankB

    “Als je de Levant wil definiëren …”
    Alweer vergeet je dat definities niet per se deductief te hoeven zijn. Juist als er zoveel uitzonderingen zijn is inductie handiger: gewoon een lijstje maken. Bv. De kuststreek van de Middelandse Zee die begint bij Iskenderun en eindigt bij Rafah. Dan zeg je natuurlijk helemaal niets over cultuur, religie enz. van die streek, maar juist gegeven die uitzonderingen is dat alleen maar een voordeel.
    Uiteraard hoeven Levant en Midden-Oosten ook helemaal niet synoniem te zijn.

  2. Om de een of andere reden stoor ik mij iedere keer aan die term ‘mijn zakenpartner’. Die klinkt tegelijk nadrukkelijk en bewust afstandelijk. In dit geval zou iets als ‘mijn reisgenoot’ evengoed kunnen en dan zou je daar minder achter zoeken.
    Zo, mijn ei is weer gelegd…

    1. Ik voer hem ook weleens op als reisgenoot. Ik wil ook afstand hebben: ik schrijf om een inhoudelijk punt te maken, niet om te vertellen over mijn privé-leven (al is het, zoals in dit stukje, regelmatig een aanleiding) of zijn privé-leven. Dus ik noem hem doorgaans niet bij zijn naam.

  3. jan kroeze

    ik ben nooit verder gekomen dan ergens halverwege frankrijk.
    ben omgedraaid en via de andere kant van het land terug gegaan.
    ik wil er niet eens aan denken om ergens in het midden-oosten te verkeren, veel te ver.
    haarlem is al ver.
    bewonderingswaardig al die reizen, en dan naderhand de verhalen!
    ik lees ze met groot plezier!

  4. Frans

    Gek, ik ben er nooit geweest, juist omdat het me te dichtbij was! En nu word je daar bijna overal kapotgeschoten. Misschien is Jordanië een optie. Petra zou toch wel een keer mooi zijn om te zien…

  5. 1968. Istanbul, de bazar. Die zakken met specerijen, die geuren. Iedere keer weer in het Midden Oosten (en Egypte): die geuren. Onmiskenbaar. Herkenbaar. Zelfs je foto bovenaan de pagina roept ze weer op -misschien nog wel nadrukkelijker omdat we gisteren in Assen de Iran-tentoonstelling hebben bezocht. Dank voor deze trip ‘down memory lane’, Jona. En de definitie? Laat maar zitten: iets dat niet ECHT in woorden te vatten is moet je niet willen definiëren. Bijna zinloze exercitie, denk ik.

Reacties zijn gesloten.