Tepe Hesar

Beeldje uit Tepe Hesar (Nationaal Museum, Teheran)

Zoals u misschien weet is momenteel in Assen in het Drents Museum een prachtige tentoonstelling met voorwerpen uit het Nationaal Museum in Teheran. U moet er echt heen, want veel van die voorwerpen, zoals de enorme gouden drinkbeker uit Hamadan die op de poster staat, worden zelfs in Iran zelden aan het publiek getoond. En als u er dan toch bent, loop ook even binnen bij de expositie over Tjerk Vermaning, die al evenzeer de moeite waard is.

Eén van de mooiste stukken vond ik het beeldje hierboven, dat is gevonden in Tepe Hesar. Ik ben er in de winter van 2005 ooit aangespoeld. Het was eind van de middag en wat te vroeg om al naar ons hotel te gaan, zodat we improviserenderwijs besloten naar Hesar te gaan. We waren dus redelijk onvoorbereid en hebben in het wilde weg maar wat gefotografeerd zonder precies te weten wat. Maar zelfs als we ons wel hadden ingelezen, zou niets ons hebben voorbereid op wat we zouden vinden.

Tepe Hesar is een belangrijke site. Op deze plek vindt namelijk de weg die vanaf het extreem vruchtbare gebied ten zuiden van de Kaspische Zee kronkelt over de Elburz-bergen aansluiting bij de grote weg van Teheran naar Mashhad, ofwel de weg van Babylonië naar Centraal-Azië, ofwel de Zijderoute. Tepe Hesar, waarvan we de antieke naam niet weten, was dus een belangrijk knooppunt van handelsroutes.

De eerste opgravingen vonden plaats in 1925 en werden hernomen in 1931-1932, toen Reza Shah een spoorlijn liet aanleggen die dwars door de heuvel liep. (“Tepe” betekent heuvel.) Dat betekende dat er in feite een archeologische sleuf was door alle opgravingsniveaus, zodat archeologen Tepe Hesar konden gebruiken om de relatieve chronologie van het aardewerk van bijna twee millennia vast te stellen: van Hesar I, zo rond 3800 v.Chr., via Hesar II, dat het begin van de ontwikkeling van het immer fascinerende Chalcolithicum naar de Bronstijd markeert, tot de volledige Bronstijd-nederzetting Hesar III.

Die laatste kan weer worden onderverdeeld in diverse subperiodes, waarvan de laatste, Hesar IIIc, rond 1900 v.Chr. eindigt met een enorme brand. Onvoorbereid als we waren hebben we het “Verbrande Gebouw” niet gezien. We wisten domweg niet dat het er was en het stond ook niet aangegeven. En omdat de zon begon onder te gaan, konden we ook niet al te ver zwerven.

Hesar documenteert dus negentien prehistorische eeuwen en was een sleutel om andere opgravingen te dateren. Sommige daarvan liepen weer wat verder door naar het heden, maar de vondsten uit die latere periode ontbreken in Hesar. Pas rond 1350 v.Chr. woonden er weer mensen. Na enkele eeuwen is de nederzetting overgenomen door Indo-Europees-sprekende migranten, herkenbaar aan het grauwe aardewerk, en daarna is de plaats permanent bewoond gebleven. Tegenwoordig wonen de mensen iets verderop, in Damghan.

De zon ging onder, we wandelden terug naar de ingang van het terrein om naar ons hotel te gaan. En toen vond mijn goede vriend Richard ineens een mensenschedel. Geen idee hoe die daar was beland, maar heel erg oud was ’ie niet. Blijkbaar was op de vreedzame ruïneheuvel een paar jaar eerder iemand om het leven gekomen. Ik vermoed dat we in Damghan de politie hebben verwittigd, maar herinneren doe ik dat na al die jaren niet meer.

Minder macabere vondsten uit Tepe Hesar zijn in diverse musea te zien. En ook in het Asadabad-paleizencomplex, waar Shah Reza woonde. Het albasten beeldje hierboven, vervaardigd rond 2300 v.Chr., is te zien in het Nationaal Museum in Teheran – en momenteel in Assen. Wie deze dame is mag Joost weten, dus de Eerste Hoofdwet van de Archeologie is van toepassing.

[Dit was de 283e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

12 gedachtes over “Tepe Hesar

  1. Wilfried Dierick

    De tijden dat plekken als Tepe Hesar veilig te bereiken en te bezoeken zouden zijn zullen nu wel verleden tijd zijn.
    Net zoals dat wel het geval zal zijn met Indus-cultuur sites als Mohenjo Daro en Harappa. Of heb U daarover betere berichten?

  2. Henriette Broekema

    Deze vrouwenfiguurtjes zijn overal in de oudheid gevonden en stellen de onderzoekers inderdaad voor een groot raadsel. Wat betekenen ze? Daar zijn veel theorieën over opgesteld, maar een sluitend antwoord is nog steeds niet gevonden. Er hangt geen bordje met een naam aan, omdat het beeldje zelf het bordje is. De beeldjes zijn vooral in huizen en rondom tempels van een godin gevonden, en dat verwijst naar de leefwereld van vrouwen. De expliciete weergave van de vrouwelijke geslachtsorganen doet vermoeden dat het om vruchtbaarheidsbeeldjes gaat, de wens naar een kind en de mogelijkheid om de baby borstvoeding te kunnen geven. De vrouwenbeeldjes konden ook meer algemeen dienstdoen als die vruchtbaarheid of levensenergie hard nodig was, bijvoorbeeld tijdens ziekte of een zware bevalling. Ook werden ze wel in graven gelegd, misschien om de dode te helpen om in het hiernamaals te herleven. Dit beeldje uit Tepe Hesar is prachtig gestileerd, maar je hebt ook heel eenvoudige vrouwenfiguurtjes uit klei of figuurtjes die door de pottenbakker uit een mal waren gemaakt voor massaproductie. De symboliek was zo populair dat het in Syrië en Babylonië in het tweede millennium vaak op rolzegels werd afgebeeld, een klein naakt vrouwenfiguurtje met haar handen onder haar borsten. In de literatuur staat ze bekend als ‘de naakte godin’.

    1. FrankB

      “De expliciete weergave van de vrouwelijke geslachtsorganen”
      Juist dit beeldje heeft dat niet. En als u het hier over heeft is mijn eerste gedachte een fenomeen dat wellicht ook al zo oud is als menselijke beeldende kunst: porno.

      1. Henriette Broekema

        De beeldjes leggen over het algemeen een grote nadruk op de geslachtsorganen. Ook dit beeldje heeft dat, hoofd en benen worden vaak weggelaten. Uw associatie met pornografie heeft ook sommige onderzoekers op het idee gebracht dat de beeldjes in de graven in feite ‘concubines’ waren en enkel werden meegegeven ‘pour amuser le monsieur’. Totdat men ontdekte dat deze beeldjes ook in graven van vrouwen en kinderen lagen en bijvoorbeeld op sommige steles bij de kinderurnen van de Foenicische tophet zijn afgebeeld.

  3. jan kroeze

    Schitterende sculptuur! Die orachtige samengedrongen borsten in het midden geplaatst, heel mooi. Is het albast?

  4. Roger van Bever

    Mooi! Op een of andere manier doet het mij ook een beetje denken aan de Cycladische kunst. Sterk gereduceerde vormen, maar daardoor met meer uitdrukkingskracht. Bijna abstractie.
    https://www.wikiwand.com/nl/Cycladische_maatschappij
    De Cycladische kunst wordt gesitueerd tussen 4000-1000 BCE. Aan het eind ging ze steeds meer op de Minoïsche kunst lijken.
    Veel van deze votiefidolen, zoals Henriette Broekema zegt werden bijgezet in graftomben en waren symbolen voor vrouwelijkheid en vruchtbaarheid, Maar hoe komen ze in Perzië terecht? Of moeten we aannemen dat in verschillende landen dit soort kunst gelijktijdig ontstond? Of was er toch handel tussen de Cycladen en Perzië via een soort vroegtijdige zijderoute?

    1. Henriette Broekema

      In Noord Mesopotamië en Anatolië bestond al heel lang een traditie van gestileerde vrouwenbeeldjes. In het vijfde millennium zijn vooral de volumineuze vrouwenbeeldjes van de Halafcultuur beroemd geworden. Zij ontstonden in het gebied van de regenlandbouw, in de zogenaamde ‘Vruchtbare Halvemaan’. Overal waar de landbouw zich verspreidde zijn ook dit soort vrouwenfiguurtjes gevonden. In de Cycladen werden prachtige marmeren vrouwenfiguurtjes gemaakt, die erg verwant zijn met de zogenaamde vioolvormige-figuurtjes die onder andere in de koningsgraven van Alaca Hüyuk (ca 2300 vC. ) in Anatolië zijn opgegraven en in Carchemish in noord Syrië, uit iets latere tijd. Ik ben geneigd te denken dat de invloed via Anatolië naar de Cycladen is gegaan, vooral omdat er in die tijd al vanouds intensieve handelsroutes bestonden tussen Noord Mesopotamië en Iran tot aan Afghanistan, waar later ook Griekenland heeft aangehaakt.

Reacties zijn gesloten.