Nieuws dat u mag negeren (en waarom)

Nepnieuws

Onlangs kreeg ik over een kop koffie de vraag voorgelegd of ik kon samenvatten bij welk nieuws over de Oudheid een krantenlezer alert moest zijn. De vraag bracht me van mijn à propos. Hoewel signaalwoorden als “Israël” of “Pompeii” voor de hand liggen, is het lastig beknopt uit te leggen waarom juist die onderwerpen problematisch zijn.

Trouwens, ik weet niet eens waarom stukken over Pompeii zo vaak niet deugen. Misschien hebben ze daar een publiciteitsmedewerker die denkt dat het niet uitmaakt hoe je in het nieuws komt, als je maar in het nieuws komt. Feit is dat het meeste nieuws over Pompeii niet klopt. Dat kale vertrek met tralies in die bakkerij, afgelopen december gehypet als bewijs van de slechte levensomstandigheden van slaven, kan evengoed een tegen diefstal beveiligde graanopslag zijn geweest. En nee, die tovenaar wiens uitrusting zou zijn gevonden, dat is gewoon een verzinsel.

  • Advies: als een bezoek aan Pompeii er niet in zit, bezoek dan een expositie, lees een boek, maar geloof de media liever niet.

Lees verder “Nieuws dat u mag negeren (en waarom)”

Kybele in Anatolië

Kybele op een reliëf uit Karchemiš (Museum voor Anatolische Beschavingen, Ankara)

De diverse volken in de Oudheid aanbaden vele, vele goden en godinnen. Een van de allerbekendste was de grote godenmoeder: de godin die ooit de andere goden, de eerste mensen, de dieren en de wilde natuur had gebaard. Kortom: de universele moeder. De mensen in Anatolië, zeg maar het huidige Turkije, vereerden haar onder diverse namen. Uit Hittitische bronnen kennen we haar onder de naam Hepat.

Uit het eerste millennium v.Chr. kennen we bijvoorbeeld de Leto van de Lyciërs en de Artemis van Efese. Matar, Agdistis en Kybele zijn de Frygische namen van de godin. De laatste naam zou gaan vanaf de vijfde eeuw v.Chr. gaan overheersen.

Lees verder “Kybele in Anatolië”

Emisch en etisch

Is een munt een munt als je er niet zomaar mee kunt betalen? (Museum voor Anatolische Beschavingen, Ankara)

De Eerste Hoofdwet van de Archeologie: als een archeoloog niet weet wat iets is, noemt hij het religieus of ritueel. Aangezien voorwerpen topologisch altijd wel tot een staaf of een ring zijn te herleiden, is er ook steeds vruchtbaarheidssymboliek te verzinnen. Daarom hoeven we niet na te denken over de Victoriaanse oorsprong van hedendaagse concepten over natuurreligie. Scheelt een hoop gedoe. Wel zo gemakkelijk.

De dubbele bodem is dat in de Oudheid alles religieus was. Zelfs als we iets eenduidig als onderdeel van de cultus kunnen identificeren, verheldert de constatering weinig.

Lees verder “Emisch en etisch”

Hunebedden van de dag: D28 en D29 (Buinen)

De hunebedden D28 (vooraan) en D29

Ik zal niet snel zeggen dat dit of dat hunebed mijn enige favoriet is. Ook een kleine stapel zwerfkeien heeft charmes, zeker als je na een fietstochtje je bestemming vindt. Maar ik heb een zwak voor de hunebedden D28 en D29. Ze liggen in een klein bosje halverwege Borger en Buinen. Een foto die ik er van de bomen maakte – mooi zacht licht, een vermoeden van regen – dient op mijn computer als bureaublad.

Niet dat de hunebedden D28 en D29 zo speciaal zijn. Het bezoek was echter zo’n zeldzaam moment van harmonie. Alles klopte even. En dat is eigenlijk het grotere doel van mijn fietstochtjes: de landschappen van Drenthe zijn, als ik een cliché mag slaken en negeren dat ik vlakbij de N374 stond, vaak zo sereen dat je even weggetrokken bent uit het jachtige hier en nu. De hunebedden zelf zijn al even tijdloos. Anderen mogen houden van de gezellige drukte van een festival, maar ik zoek rust. (Ik bedenk ineens dat toen ik als dienstplichtige naar de kazerne moest, ik reisde in het goederencompartiment van de trein om niet te hoeven luisteren naar gesprekken.) Als ik werk zou kunnen vinden in Drenthe, zou ik de verhuizing serieus overwegen.

Lees verder “Hunebedden van de dag: D28 en D29 (Buinen)”

Hunebed van de dag: D26 (Drouwenerveld)

Hunebed D26 bij Drouwen

Het op zevenentwintig na noordelijkste hunebed in Nederland, uiteraard als we het nep-hunebed bij Gasselte niet meetellen, ligt te zuidwesten van Drouwen, ongeveer op dezelfde breedte als de hunebedden bij Bronneger: het groepje D22 en D21 en het drietal D23, D24 en D25. Je krijgt de indruk dat hier in de tijd van de hunebedbouwers een doorgaande weg was die vanuit Grolloo naar het oosten liep, in de richting van de monding van een beekje dat bij Bronneger van de Hondsrug neer kwam stromen.

Met een lengte van twaalf meter en een breedte van 3¾ meter is dit grafmonument middelmatig groot. De kransstenen zijn nog zichtbaar.

Lees verder “Hunebed van de dag: D26 (Drouwenerveld)”

De Bagdadbatterij

Het potje dat bekendstaat als de Bagdadbatterij (Nationaal Museum van Irak, Bagdad)

En daar was ’ie ineens. Niet eens onopvallend stond het daar in het Nationaal Museum van Irak in Bagdad: een van die voorwerpen die een Von Däniken blij zou hebben gemaakt. De Bagdadbatterij dus.

Het voorwerp is bij de aanleg van een spoorlijn in 1936 gevonden in Khujut Rabu, een van de dorpen op het terrein van de Parthische en Sassanidische hoofdstad Ktesifon. Het gaat om een potje van een centimeter of dertien hoog (zie boven), waarin een koperen kokertje stond, waarin weer een ijzeren staafje zat. Het kokertje is niet waterdicht: als het potje met een vloeistof zou zijn gevuld, zou ook het staafje nat worden. Men had – en heeft – geen idee wat het is. Wel vermoeden we dat het potje stamt uit de Sassanidische tijd.

Lees verder “De Bagdadbatterij”

Hunebed van de dag: D12 (Eexteres)

Hunebed D12 bij Eexteres

Hunebed D12 is nog geen zeven meter lang en nog geen drie meter breed. Het op veertien na noordelijkste hunebed in Nederland is bovendien aan de kleine kant. En het is nog incompleet ook.

De oriëntatie van dit hunebed, dat staat onder een mooie oude boom op de es ten westen van Eext, is echter opvallend. Meestal richtten de hunebedbouwers hun monumenten ruwweg langs een oost-west-as, maar D12 is gericht op het zuidzuidoosten. Waarom? We weten het weer eens niet. Zoals zo vaak.

Lees verder “Hunebed van de dag: D12 (Eexteres)”

De Warka-vaas

De Warka-vaas (Nationaal Museum van Irak, Bagdad)

Ik blogde al over de grote stad Uruk, tegenwoordig Warka, waar de overgang van Neolithicum naar geschiedenis is gedocumenteerd in niet minder dan achttien strata, d.w.z. de lagen die archeologen onderscheiden binnen een opgraving. In stratum III (ofwel de late Jemdet Nasr-periode ofwel het slot van de Prehistorie ofwel als de eerste geschreven teksten opduiken ofwel tussen 3100 en 2900 v.Chr. ofwel in de tijd waarin ze in Drenthe hunebedden bouwden) vonden de opgravers de bovenstaande vaas, die bijna een meter hoog is. Het kalkstenen kunstvoorwerp is te zien in het Nationaal Museum van Irak in Bagdad.

Plundering

U kent dat museum vermoedelijk wel omdat het in 2003 is geplunderd. De Warka-vaas is toen gestolen. Het voorwerp is later, toen er een amnestieregeling was, in veertien stukken geslagen teruggebracht en vervolgens gerestaureerd. Inmiddels is het terug in het museum. Als het niet zou zijn teruggebracht, was een goede kopie in het Pergamonmuseum in Berlijn alles wat we hadden gehad.

De onderste registers

De afbeelding vertelt veel over het Sumerische wereldbeeld. Helemaal onderaan zien we, ongeveer waar binnenin de vaas het langst het water moet hebben gestaan, allerlei golven. Het is niet moeilijk te raden wat het voorstelt. Daarboven zijn achtentwintig planten afgebeeld, die zijn te identificeren als dadelpalmen en gerst. Om en om.

Lees verder “De Warka-vaas”

Hunebedden van de dag: D3 en D4 (Midlaren)

Hunebedden D3 en D4 bij Midlaren

De hunebedden D3 en D4, samen ook wel de Hunenborg genoemd, het “reuzenkasteel”, kwamen als een verrassing. Niet door de afmetingen: D3 is bijna vijftien meter lang en vier meter breed, D4 is met 10¾ meter wat korter maar is met 4½ meter wel weer wat breder. De hunebedbouwers maakten er niet iets speciaals van dit keer. Het verrassende is enerzijds dat ze in elkaars verlengde staan. Niet dat ze elkaar aanraken, maar ze zijn duidelijk op elkaar afgestemd en dat is uniek.

De grootste verrassing van de hunebedden D3 en D4 is echter hun locatie. Ik kwam van Midlaren aanfietsen over het Hunebedpad, dus ik moest in de buurt zijn, maar nergens zag ik een wijd veld met wat boompjes, wat meestal de plek is voor zo’n Trechterbekergraf. Het enige wat ik zag was een groepje boerderijen. Pas langzaam begon me te dagen dat ik door smal pad tussen twee heggen moest om tussen de boerderijen te komen. Daar stonden de twee hunebedden, onder een paar prachtige eikenbomen. D3 is de westelijke en ligt het verste van de weg; u ziet het hierboven. D4 is de oostelijke en de eerste die je ziet. Zie de foto hieronder.

Lees verder “Hunebedden van de dag: D3 en D4 (Midlaren)”

Romeinse dakpannen en boze geesten

Dakpan van XXX Ulpia Victrix (Expositieruimte Zwammerdam)

Bij Zwammerdam is een Romeins fort opgegraven. Het is beroemd omdat er ook zes schepen zijn gevonden, waaraan deze website is gewijd. De bovenstaande dakpan komt uit het eigenlijke fort en lijkt op het eerste gezicht een naar rechts puntende drietand te tonen. Gaan we naar links, dan is de stok van de drietand echter wel wat vreemd gevormd. Het zijn namelijk letters, maar ze staan in spiegelbeeld. Van rechts naar links staat er LEG XXX. Ofwel: het was een legionair van het Dertigste Legioen uit Xanten die deze dakpan heeft gebakken.

Romeinse dakpannen

Dat is gebruikelijk. De soldaten hadden allerlei civiele taken, waarvan het ophalen van de belastinggelden de voornaamste maar niet de enige was. In de buurt van Bonn werkten legionairs in een steengroeve, elders legden ze wegen aan en er zijn allerlei steen- en tegelbakkerijen bekend. En vaak zetten de makers de naam van hun legeronderdeel op hun producten.

Lees verder “Romeinse dakpannen en boze geesten”