Herculaneum en Pompeii in Assen

Silenos en Pan (Parco archeologico, Herculaneum)

Als ik zeg dat ik bovenstaand reliëf mooi vind, wat is er dan mooi? Bedoel ik het kunstwerk zelf of de afgebeelde mannen? Of bedoel ik dat het knap is gemaakt? En nog iets. Als we van mensen constateren dat ze mooi zijn, is dat dat een objectief gegeven, is dat dan pure subjectiviteit of is dat iets daar tussenin? Gegeven het feit dat mensen die er goed uitzien makkelijker een baan vinden, betere evaluaties krijgen en meer geld verdienen, is de vraag “Wat is schoonheid?” niet onbelangrijk.

Wat heet mooi?

De expositie “Sterven in Schoonheid” in het Drents Museum stelt zulke vragen centraal. Voor de Griekse en Romeinse denkers, zo lezen we, was schoonheid geen kwestie van subjectieve smaak, elck wat wils. De schoonheid van een voorwerp was een afspiegeling van iets groters en echters, en het was belangrijk.

Voor de klassieke filosoof Plato zit schoonheid bijvoorbeeld niet alleen in de dingen die je kunt zien of ervaren, maar ook in wat je doet. Zo kunnen wetten “mooi” zijn, en mensen die geen oog hebben voor schoonheid zouden automatisch ook onrechtvaardig zijn. Sterker nog, het kijken naar iets aantrekkelijks als kunst zou ervoor zorgen dat je ook mooiere gedachten denkt en mooier spreekt.

Lees verder “Herculaneum en Pompeii in Assen”

Rijk in Pompeii: Terentius Neo

Terentius Neo uit Pompeii (Museo archeologico nazionale, Napels)

Dit is meneer Terentius Neo. Hij was bakker en leefde rond het jaar 30 na Chr. Hoe zijn echtgenote heet, we weten het niet. Wat we wel weten, is dat ze zich op deze in Pompeii gevonden wandschildering presenteren als voorname mensen. Zij houdt een schrijfstift en een schrijftablet vast, hij een papyrusrol. Ze behoren tot de upper ten die kan lezen en schrijven. Letterlijk: onderzoekers hebben het percentage geletterden in Romeins Italië weleens op tien geschat.

Terentius draagt ook een witte toga. Statussymbool. Niet iedereen kan immers de bleker betalen. De nette baard bewijst dat hij niet zichzelf schoor maar dat hij zich kappersbezoek kon permitteren. De lichte huidskleur van zijn echtgenote toont dat ze binnenshuis kon blijven en niet op het land hoefde werken. Ze was niet van de straat. Opnieuw: letterlijk.

Lees verder “Rijk in Pompeii: Terentius Neo”

De Hemelschijf van Nebra in Assen

De afgelopen dagen vertelde Ab Langereis al het een en ander over de hemelschijf van Nebra: over de Únětice-cultuur, over de ontdekking, over de mogelijkheid (hoe onwaarschijnlijk ook) van een Babylonische connectie en over de mogelijke redenen waarom het voorwerp uiteindelijk is begraven. De aanleiding voor die vier blogjes was dat het Drents Museum in Assen momenteel een betoverend mooie expositie wijdt aan het voorwerp. Die duurt nog zes weken.

Zoals Ab al aangaf, moeten we veel speculeren. Ik was heel benieuwd hoe het museum in Assen dat zou aanpakken. Ik geloof weinig van de door Harald Meller gelegde relatie met de Babylonische astronomie, die hij overigens ook zelf presenteert als speculatie. Je kunt als museum de puzzel centraal stellen, en omdat we sinds de sluiting van het archeologiemuseum van Brugge nauwelijks uitleg hebben van wat archeologie is, zou het best zinvol zijn geweest weer eens ergens te vertellen over hypothesevorming en -toetsing. Conservator Bastiaan Steffens maakte een andere keuze.

Lees verder “De Hemelschijf van Nebra in Assen”

Armenië in Assen

Bronzen beeldje van een edelhert, 1200-1000 v.Chr., gevonden in Tolors. (© Historisch Museum van Armenië, Yerevan)

Er zijn, althans op deze blog, eigenlijk twee Armeniës. Het een is een klein staatje ten zuiden van de Kaukasus, ingeklemd tussen Turkije en Azerbaijan, waarmee het op voet van oorlog staat. Gelukkig voor de Armeniërs loopt de weg van Iran naar Rusland door hun land, zodat er zowel in het zuidoosten als in het noorden landen zijn die baat hebben bij stabiliteit. Het andere Armenië is een antieke natie die zich uitstrekte over grote delen van wat nu oostelijk Turkije is en ook een deel van Noordwest-Iran. Dat antieke Armenië werd in de vierde eeuw na Chr. christelijk en die religie is wat het toenmalige en het hedendaagse Armenië verbindt.

In de ban van de Ararat

Aan dat antieke Armenië wijdt het Drents Museum nu een tentoonstelling, In de ban van de Ararat. Allerlei prachtige stukken uit het Historisch Museum van Armenië in Yerevan zijn nu in Assen.

Het knappe is dat u een goed beeld krijgt van de antieke materiële cultuur, hoewel de bruiklenen alleen komen uit het moderne Armenië. Het is alsof je aan de hand van de collectie van het provinciaal museum van Noord-Brabant een overzicht maakt van de geschiedenis van alle Nederlandse gewesten in de zestiende eeuw. Bewonderenswaardig is trouwens ook dat de expositie er überhaupt is gekomen. De corona heeft Armenië namelijk zeer hard getroffen en er was ook nog een oorlog met Azerbaijan die slecht afliep voor de Armeniërs.

Lees verder “Armenië in Assen”

Een vroege hunebedvorser

Picardt, Vergeten Antiquiten
Picardt, Vergeten Antiquiten

Laat ik eerlijk zijn: ik verwacht niet serieus dat u de recente herdruk van Johan Picardt‘s Korte Beschryvinge van eenige vergetene en verborgene Antiquiteten, het achtste boek dat ik behandel in de bloedstollende reeks “Zit een oudheidkundige met de rug naar een boekenkast”, werkelijk zult gaan lezen. Wie geïnteresseerd is in het prehistorische verleden van Drenthe, kan daarover beter iets recents lezen dan het in 2008 herdrukte zeventiende-eeuwse boek. Neem, als de Prehistorie van Drenthe uw belangstelling heeft, liever Een paleis voor de doden van Herman Clerinx of de Gids voor de hunebedden in Drenthe en Groningen van Wijnand van der Sanden. Eerstgenoemde behoeft in deze blog geen introductie, laatstgenoemde was tot voor kort conservator van het Drents Museum in Assen en hielp ook bij de heruitgave van de Korte Beschryvinge van eenige vergetene en verborgene Antiquiteten.

Picardts verleden

Het boek van Johan Picardt is eerder in zichzelf interessant dan dat het nog relevant is. De auteur was dominee in Coevorden – ik ben weleens omgefietst om zijn kerk te bekijken – en heeft het een en ander gedaan om de regio te moderniseren. Er is nog steeds een naar hem vernoemd kanaal, net over de Duitse grens. In zijn boek over de Drentse oudheden geeft hij er blijk van te begrijpen dat er delen van de Oudheid zijn geweest die én kenbaar waren én niet stonden beschreven in de antieke bronnen.

Lees verder “Een vroege hunebedvorser”

Popović over de Dode-Zee-rollen

Een commentaar op Jesaja: een fragment van een Dode Zee-rol, nu in het Jordan Museum in Amman.

Over de Dode-Zee-rollen zijn honderden boeken geschreven in tientallen talen. Het boek dat de Groningse hoogleraar Mladen Popović in 2013 presenteerde bij de expositie in het Drents Museum in Assen is een van de betere. Het biedt geen schijnzekerheden, zoals de “conclusie” dat het zou gaan om de bibliotheek van de sekte van de essenen. Dat is op zich een respectabel idee, ooit door Géza Vermes naar voren gebracht, maar het is zeker niet bewezen.

Lees verder “Popović over de Dode-Zee-rollen”

Het eerste metaal in Nederland

De hunebedden D28 en D29

Toen ik een jaar of drie, vier geleden van Groningen naar Assen fietste en bij Loon hunebed D15 passeerde, realiseerde ik me dat er iets prettigs uitging van die onverstoorbare stapel vijfduizend jaar oude stenen. Dat is natuurlijk een cliché van jewelste: iedereen lijkt onder de indruk van het contrast tussen de tijdloze megalithische graven en de hedendaagse jachtigheid. Maar ook al is het een cliché, ik ben gevoelig voor de sereniteit van de doorgaans zo rustig gelegen monumenten.

Ik ben sinds ik D15 zag, steeds als ik in Drenthe was, even langs een paar prehistorische bouwwerken gefietst, meestal met de gids van Clerinx erbij. Inmiddels heb ik er zesendertig van de tweeënvijftig gefotografeerd. Zo stond ik ook eens op een druilerige najaarsdag bij een tweetal graven halverwege Borger en Buinen. U ziet hierboven D28 met op de achtergrond D29.

Lees verder “Het eerste metaal in Nederland”

De musea gaan weer open

Constantijn (munt uit Museum Valkhof, Nijmegen)

Op een dag in de niet zo verre toekomst zal de rijksarchivaris het embargo opheffen dat ligt op de notulen van het beraad van het Derde Kabinet Rutte. Als ik dan nog leef zou ik wel willen weten hoe de vergadering heeft plaatsgevonden waarbij de ministers besloten dat de musea dicht moesten. We weten inmiddels dat een deel van de aanwezigen strenge coronamaatregelen wilde, dat een ander deel meende dat de maatregelen té streng konden zijn, dat het kabinet toch daadkracht wilde uitstralen en dat dus maar werd besloten dat de culturele sector op slot moest.

De minister van Cultuur schijnt niet bij de beraadslagingen aanwezig te zijn geweest. Waarom ze niet is opgestapt toen ze moest vernemen dat anderen beslissingen namen over wat toch haar beleidsterrein was, is me niet duidelijk. Vandaar dat ik zo benieuwd ben naar de vergaderstukken.

Lees verder “De musea gaan weer open”

Armenië en Ararat

Een religieuze schat uit Armenië: hout van de Ark van Noach in het museum bij de Kathedraal van Etsjmiadzin

[Ik leen mijn blog even uit aan een persbericht van het Drents Museum.]

Hoewel de Ararat niet in Armenië ligt, zijn deze beroemde heilige berg en de kleinste republiek van de Zuidelijke Kaukasus onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vanaf 12 april 2020 spelen Armenië & Ararat de hoofdrol in de tentoonstelling In de ban van de Ararat – Schatten uit het oude Armenië. Schitterende objecten uit het History Museum of Armenia in Yerevan én een uniek reliek van de Ark van Noach komen naar Assen.

Na de grote internationale archeologietentoonstellingen over Iran en Nubië in 2018, presenteert het Drents Museum volgend voorjaar het verhaal van de rijke cultuur van Armenië. Een verhaal waarin de ruim 5.000 meter hoge Ararat niet kan ontbreken. Volgens de traditie stammen de Armeniërs rechtstreeks af van Hayk, een achter-achterkleinzoon van Noach die met zijn beroemde ark vastliep op de flanken van de Ararat.

Lees verder “Armenië en Ararat”

Nubië in het Drents Museum

Koning Senkamanisken met de dubbele uraeus-slang, die symbool staat voor de heerschappij over Nubië én Egypte

Nubië is de naam die meestal wordt gebruikt voor de antieke culturen van pakweg het huidige Soedan en het zuidelijkste deel van het huidige Egypte. Je zou het ook kunnen omschrijven als het gebied tussen Aswan en Khartoum.

Er zijn in Nubië ruwweg vier fases aan te wijzen: de Kerma-cultuur (vanaf pakweg 2400 v.Chr.), een periode waarin Nubië werd bestuurd door een Egyptische onderkoning (tijdens het Egyptische Nieuwe Rijk), de Napata-cultuur (ca.1000 – ca.300 v.Chr.) en de Meroïtische periode (ca. 300 v.Chr. – ca. 300 na Chr.). Een aantal factoren maakt dat we meestal naar Nubië kijken als een soort appendix van Egypte. Eén reden is dat het ten tijde van het Egyptische Nieuwe Rijk ook werkelijk een buitengebied van Egypte was. Een andere reden is dat het noordelijkste deel van Nubië, ofwel het zuiden van Egypte, heel erg grondig is onderzocht toen de Aswandam werd aangelegd en het Nasser-stuwmeer kwam te ontstaan. De onderzoekers waren daar, in Zuid-Egypte, het meest in de Egyptische cultuur geïnteresseerd.

Lees verder “Nubië in het Drents Museum”