
In het vorige stukje heb ik getoond hoe de physics of society toepasbaar zouden kunnen zijn op het historisch proces. Het is maar al te begrijpelijk dat mensen dit niet beschouwen als echte geschiedwetenschap. Het lijkt niet op wat studenten leren. De kritiek is echter niet altijd even terecht. Zo wordt weleens beweerd dat de variabelen zó worden gekozen dat alleen de juiste uitkomst eruit kan komen. Ik hoop dat mijn beschrijving van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog duidelijk maakt dat dat verwijt onjuist is. Wat vermoedelijk wél waar is, is dat de auteurs het zojuist beschreven artikel vermoedelijk niet gepubliceerd zouden hebben als ze de plank spectaculair misgeslagen zouden hebben.
Het ontstaan van oude beschavingen
Een oudheidkundig voorbeeld dateert uit 2013 en is afkomstig van een team waarvan Peter Turchin de bekendste is (“War, space, and the evolution of Old World complex societies”). De onderzoekers verdeelden Afrika, Azië en Europa in vakjes van 100×100 kilometer en wezen aan de diverse vakjes kengetallen toe die de hoogte en het terreintype representeerden, dus of het een steppe, woestijn of landbouwgrond was. Hierbij gold overigens dat woestijnvakjes waar een rivier doorheen stroomde, gold als landbouwgrond. Dit was, om zo te zeggen, het speelbord, met die kanttekening dat het landbouwgebied in de gesimuleerde tijd (1500 v.Chr. – 1500 na Chr.) langzaam groeide.
Op elk vakje woonden mensen aan wie twee eigenschappen werden toegekend: het technologisch peil en het vermogen tot samenwerking in grotere gemeenschappen, wat de onderzoekers aanduidden als ultrasociality. Hieronder zijn enkele kenmerken verstaan die aanwezig waren of niet en die met 1 of 0 werden aangegeven. De dynamiek van het model zit in de verspreiding van deze kenmerken.
Stel nu dat een zo’n vakje wordt overgenomen door een naburig vakje. De simulatie begint volkomen random maar er zijn wel enkele regels. Een hooggelegen vakje is lastiger over te nemen dan een steppe-vakje, om eens iets te noemen, want bergen zijn nu eenmaal lastig begaanbaar. Na verovering ontstaat een nieuwe gemeenschap, twee vakjes groot, waarbij het vakje met het laagste technologische peil klimt naar het hogere, wat de macht van het geheel vergroot en dus ook de kans dat een derde vakje wordt veroverd. Tegelijk moeten de bewoners van het vakje samenwerken en dat gaat, afhankelijk van de factoren die de ultrasociality bepalen, wel of niet heel goed. Zo zijn er allerlei factoren in het spel.
Variërende variabelen
Het zojuist genoemde verwijt klopt dit keer wel: door met de instellingen van de simulatie te rommelen, konden verschillende factoren belangrijker en onbelangrijker worden gemaakt. Het bleek dat als militaire kracht een stevige factor was, de uitkomsten voor ongeveer twee derde overeenkwamen met wat werkelijk is gebeurd. Hier is een filmpje dat toont hoe complexe samenlevingen zich over de wereld zouden hebben moeten verspreiden volgens de simulatie en hoe het in het echt gebeurde.
Als de onderzoekers militaire kracht minder belangrijk maakten en bijvoorbeeld technologische innovatie meer, dan waren de overeenkomsten een stuk minder. Ze concludeerden dat militaire kracht dus een doorslaggevende factor in de geschiedenis was. Het verwijt “je past de factoren aan zodat het klopt” is dus weliswaar terecht, maar eigenlijk niet ter zake: het doel van Turchins exercitie is juist vast te stellen wat nu eigenlijk de belangrijkste factoren zijn.
Geschiedenis als sociaalwetenschappelijk lab
De crux is namelijk dat Turchin het verleden benut om vast te stellen wat in de geschiedenis de drijvende krachten zijn. Eén implicatie is dat als je, honderden wetenschappelijke artikelen verderop, werkelijk ontdekt welke factoren dat zijn, je de toekomst zou kunnen voorspellen en ik heb niet het idee dat veel historici dat een fijne gedachte vinden. Het staat immers haaks op enerzijds het idee dat mensen een vrije wil hebben en anderzijds op het feit dat het historisch proces minimaal mede door individuen wordt gemaakt – ik verwijs nog maar eens naar de discussie over methodisch individualisme en methodisch collectivisme.
Toch is het te makkelijk om experimenten als die van Turchin terzijde te schuiven als onwetenschappelijk. Door met de brute rekenkracht van computers diverse scenario’s te toetsen, kunnen we toch wat interessante dingen zien. Als u het filmpje bekijkt, ziet u dat het computerprogramma rond 330 v.Chr. geen cultureel contact toestaat tussen de complexe samenlevingen van Griekenland en India. Dat dit wel is gebeurd, toont de invloed van Alexander de Grote. Caesars verovering van Gallië is daarentegen, zoals al wel eerder vermoed, volkomen volgens het boekje en dat geldt ook voor het feit dat de simulatie correct aangeeft op welke plaatsen complexe samenlevingen zijn ontstaan.
Hoewel ik de beperkingen van deze wijze van verklaren herken, volg ik dit met belangstelling. Je mag je zeker afvragen of dit nog geschiedvorsing is. Tegelijk is dit wel een van de interessantere ontwikkelingen in wat zo lelijk de “digital humanities” wordt genoemd, omdat dit een echt nieuwe visie biedt op verklaringen, en méér is dan bestaand onderzoek op een grotere schaal.
[Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]
In hoeverre is deze methode geschikt om onbekende processen vast te stellen? Het lijkt me vooral iets om reeds (deels) bekende processen achteraf te verklaren.
In het voorbeeld van de allianties (stel dat je nauwelijks info over de Tweede Wereldoorlog hebt) blijf je dan toch met twee conflicterende opties zitten… 50/50 benadert de ‘blinde gok’, nietwaar?
En kan een individu ook niet juist vanwege de voorspelbaarheid van het menselijk gedrag de uitkomst beïnvloeden? Als je het leger van Hannibal in de computer gooit… met de juiste hoeveelheid mensen, de omgeving, de sneeuwgrens etc etc, zal er vast een ‘meest waarschijnlijke’ route over de Alpen uitkomen.
Maar generaals willen – juist vanwege deze “voor-de-hand-liggendheid” nog wel eens bewust een andere optie kiezen.
Een goed voorbeeld daarvan is Thoetmozes III, die op weg naar Megiddo tegen het advies van de legerleiding in, juist voor de minst voor de hand liggende route, het smalle bergpaadje, koos.
@jeroen: Ja bekende processen achteraf verklaren, dat is ook mijn idee. Ik vraag me nog steeds af waar dit model goed voor is Een model wil voorspellend zijn.Alhoewel ik in feite nog nooit een model werkelijkheid heb zien worden.
Leuke blog!
“Een model wil voorspellend zijn.”
Voorspellingen mbt tot nu toe onbekende gebeurtenissen van vroeger zijn ook voorspellingen.
“Alhoewel ik in feite nog nooit een model werkelijkheid heb zien worden.”
Dan hebt u blijkbaar de ontdekking van het higgs-boson van een paar jaar geleden gemist. Die voorspelling werd nl. gedaan op grond van het standaard model van elementaire deeltjes. Voor een nieuwe stadswijk wordt gebouwd bouwt men bijna altijd eerst een model – ook wel maquette genaamd.
@franb: Wie garandeert mij dat het standaardmodel stand houdt? In de fysica zijn ook andere modellen aanwezig en ze botsen ook nog eens een keer. Over modellen gesproken!!!
Wat de maquette betreft: dat is in z’n algemeenheid een slecht model. Als je dat al een model wenst te noemen.
“In hoeverre is deze methode geschikt om onbekende processen vast te stellen?”
Daar zit nooit 100% garantie op, ook niet als je een steen van een brug af gooit. Hier geldt: hoe vaker de methode correcte resultaten oplevert hoe groter ons vertrouwen.
“En kan een individu ook niet juist vanwege de voorspelbaarheid van het menselijk gedrag de uitkomst beïnvloeden?”
Zeker. Juist daarom is het bezwaar “maar dan heeft de mens geen vrije wil” nonsens. Stochastische modellen staan allerlei terugkoppelingsmechanismen nadrukkelijk toe en dat geldt ook hiervoor.
Ik kan alleen denken aan de “advanced World War I Tactics” van generaal Melchett. https://www.youtube.com/watch?v=ox6MScSWp28
” Boom Boom Boom Boom…
Boom Boom Boom..
BOOM BOOM..”
“Boom Boom Boom?”
– The German Guns (private Baldrick)
“niet beschouwen als echte geschiedwetenschap”
Leuterkoek. Zo werkt wetenschap nou net wel. Je ontwikkelt een methode, stelt theorieën op, formuleert hypotheses en voorspellingen en verzamelt empirische data om te kijken of de hypotheses kloppen en de voorspellingen uitkomen. Soms wel, soms niet, vaak van beide een beetje. Als dit geen echte geschiedwetenschap is zijn de weersvoorspellingen dat ook niet. Toch raadpleegt zowat iedereen die dagelijks.
“Zo wordt weleens beweerd dat de variabelen zó worden gekozen dat alleen de juiste uitkomst eruit kan komen.”
Zelfs hier is niet zoveel mis, als je het maar eerlijk toegeeft. Het is immers best mogelijk dat de waarde van die variabelen bepaald wordt door externe factoren, die nader onderzocht moeten worden. De andere crux is dan ook de vraag hoe het komt dat militaire kracht een relatief belangrijke factor is. Ik mag alvast graag opmerken dat militaire kracht sterk gecorreleerd is aan technologische innovatie.
“Het staat immers haaks op enerzijds het idee dat mensen een vrije wil hebben.”
Dit is een schijntegenstelling en zelfs een categoriefout. Vrije wil is van toepassing op individuen. Dit model gaat over grote groepen. En zelfs op individueel niveau is wil nooit volledig vrij, omdat er altijd externe invloeden zijn. De bekende middeleeuwse paradox van de ezel die veronderstelt wordt te verhongeren omdat hij niet kan kiezen tussen twee precies dezelfde balen hooi laat dat fraai zien. Een probabilistische benadering voorspelt dat ongeveer de helft van de ezels de ene baal zal kiezen en de andere helft de andere. Dat laat de vrije wil van de ezel onverlet. Wel is hij onvrij om te verhongeren.
Levende wezens zitten ingewikkelder in elkaar dan de veel te simpele tegenstelling determinisme vs. vrije wil suggereert. Even lekker sneren: deze kortzichtigheid maakt een hoop theologie ronduit lachwekkend.
“geen cultureel contact toestaat”
Hier maak ik bezwaar tegen. Het vergelijkbare model van de Brownse beweging staat het individuele molecuul wel degelijk toe in de gehele beschikbare ruimte rond te zwerven en in het geval van een vloeistof er zelfs aan te ontsnappen. We hebben het hier over waarschijnlijkheden. Alexander de Grote deed iets onwaarschijnlijks, niet iets onmogelijks of iets dat niet toegestaan is. Reden te meer om de term stochastische geschiedkunde in te voeren.
“Je mag je zeker afvragen of dit nog geschiedvorsing is.”
Natuurlijk wel. Je geeft zelf de reden al aan: we kunnen nu beter afbakenen waar methodologisch individualisme en waar methodologisch collectivisme geldig is. Alleen moeten we ophouden die twee als wederzijds uitsluitend te zien. Ze vullen elkaar aan en zoals altijd is het grijze gebied, waarop beide tot op zekere hoogte van toepassing zijn, het interessantst.
@frankb: wat de ezel betreft: hij neemt simpelweg beide balen, waarom zou hij die ene kiezen? Ik snap wel wat je bedoelt maar het voorbeeld klopt niet.
Wat weersvoorspellingen betreft, ik kijk er niet naar, ik kijk naar de lucht. De lucht en de wolken vertellen me in het algemeen voldoende.
Als je eenmalige gebeurtenissen verklaart, zoals Axelrod en Bennett, ga je altijd discussie krijgen over je variabelen. Zijn er geen andere combinaties mogelijk met evenveel verklarende kracht? Valt het bv. uit te sluiten dat een marxist een set van economische parameters zou vinden die een even goede match biedt?
Turchin gelooft rotsvast in de wetmatigheden van zijn cliodynamics en steekt ook zijn nek uit (bv. door te voorspellen dat China een paar decennia langer stabiel zal zijn dan het westen). Ik ben net als Jeroen hierboven nogal sceptisch, maar ik heb dan ook de Hitchhiker’s Guide to the Galaxy gelezen 🙂
Toch twijfel ik er niet aan dat Physics of Society een krachtige methode is die de geschiedenis van de toekomst sterker zal maken. De grafieken in het tweede stukje doen me denken aan het ‘epigenetisch landschap’ in de biologie, dat verklaart hoe cellen met identieke genen zich kunnen specialiseren tot bepaalde weefseltypes.
“Valt het bv. uit te sluiten dat een marxist een set van economische parameters zou vinden die een even goede match biedt?”
Nee. De marxist is en blijft dan ook nadrukkelijk uitgenodigd om precies dit te doen.
“Turchin gelooft rotsvast ….”
Tja, ik ken Turchin niet, dus ik zou het niet weten, maar rotsvast geloof is nooit verstandig. Zijn model is gebaseerd op n>1. Voorspellingen tav één enkel geval zijn dan nooit verstandig. Als India en Pakistan morgen een kernoorlog beginnen en China raakt betrokken door de beslissing van hoe heet die knakker ook al weer dan is die voorspelling nul komma niets waard.
@Turchin: Het lijkt me ook niet verstandig, maar ik kan het wel appreciëren dat hij niet enkel het verleden voorspelt. Misschien heb ik hem met ‘rotsvast’ wat teveel in de mond gelegd, in elk geval sloeg het niet op China.
Ik heb in colleges historiografie (2003-04) geleerd dat modellen in geschiedschrijving niet werken, omdat je altijd met de onzekere factor ‘eigenwijze, machtige mens’ te maken hebt die alles verpest. Wij mochten van Peer Vries dan ook geen voorspellingen voor de toekomst doen die uit het maken van modellen voort zouden moeten komen. En daar houd ik me maar aan, want ik snap trouwens ook niks van wat Jona hiervoor allemaal heeft opgeschreven…
Adolf Hitler op 8 november 1942: “ich überlege mir, was die anderen wahrscheinlich denken und mache es dann grundsätzlich anders.”
Na, und?
Voorbeeld hoe door onzekere factor ‘eigenwijze, machtige mens’ model niet werkt, althans volgens diens eigen verklaring.
Een historicus zou niet te veel vertrouwen moeten hebben in wat die meneer zei over zijn motieven.En alles wat daaruit zou zijn gekomen.
Vandaar ook het voorbehoud beginnend met “althans”.
Door tegen diens verwachting of tegen de waarschijnlijkheid in handelen de tegenstander verrassen kan heel effectief zijn. Spassky won in 1972 de elfde partij tegen Fischer door de psychologische schok die het toen voor zowat iedereen verbluffende 14.Pc3-b1- beste zegt jaren later de computer – teweeg bracht.
En of Stalin in plaats van het Duitse offensief in het zuiden daadwerkelijk voor 1942 een hernieuwde aanval op Moskou had verwacht, durf ik zonder nadere studie niet te zeggen.
@henktjong: ik vermoed dat die meneer Vries het bij juiste end heeft. Overigens zijn mensen zeer goed in niet goed kunnen voorspellen.
Toch nog even over de meteorologie. 1. Weerkundigen hebben het niet over voorspellingen, maar over verwachtingen. Daar zit dus de inherente onzekerheid in die kleeft aan het modelleren van het gedrag van elk complex (in het geval van het weer chaotisch) systeem. 2. Meteorologen kennen naast het begrip ‘forcasting’ – het opstellen van een verwachting voor de nabije toekomst – ook het begrip ‘hindcasting’. Daarmee probeer je met je huidige modellen het weer zoals dat in het verleden is waargenomen, te ‘voorspellen’. Het doel daarvan is je modellen beter te maken. Dat lijkt mij ook een zeer nuttig aspect aan het werk dat nu aan physics of society wordt gedaan.