
Een vraag bij de mail: waarom staan in de geslachtslijsten in het Bijbelboek Genesis – en dan vooral de hoofdstukken 5 en 11 – mensen vermeld die zo ongelooflijk oud werden? Adam werd 930, zijn zoon Set 912, diens zoon Kenan 905, enz. De oudste is Metuselach (ook wel Metusalem), die 962 jaar oud zou zijn geworden.
De Bijbel zelf begint een antwoord te geven op de vraag. In het zesde hoofdstuk van Genesis lezen we dat er steeds meer mensen op aarde kwamen en dat die dochters kregen. De “zonen van de goden” zagen hoe mooi die waren en kozen hun als vrouw. Daarop bepaalde God dat de mensen nog maar 120 jaar oud mochten worden.
Als u het gevoel hebt dat er iets ontbreekt, dan heeft u gelijk. Het feit dat de zonen van de goden omgang hadden met de dochters van de mensen, is immers geen reden om de mensheid een kortere levensduur te geven, maar Gods motief blijft onvermeld. We hebben echter een alleszins redelijk vermoeden over de informatie die de auteur van dit deel van de Bijbel bij zijn publiek bekend kon veronderstellen: die informatie is namelijk te vinden in de tekst die bekendstaat als het Boek der wachters, dat bekend is uit (onder andere) de Dode Zee-rollen. Hierin lezen we dat de “zonen van de goden” engelen waren die bij de vrouwen nogal agressieve kinderen hadden verwekt, waardoor de menselijke misère ontstond. Dit was het antieke joodse antwoord op de vraag waar het kwaad vandaan kwam. (Het idee van een Zondeval in het Paradijs is veel jonger.)
Kortom, de vroege geschiedenis van de mensheid valt in twee delen uiteen: voor en na het ontstaan van het kwaad – een kwaad dat in de Bijbel meteen wordt bestraft door de Zondvloed. De periode daarvoor was daarentegen nog overwegend goed en dat wordt getoond door de enorme leeftijd van die mensen. Dat is een eerste antwoord.
Maar het is iets complexer. Al sinds de negentiende eeuw onderscheiden wetenschappers in Genesis diverse redactielagen en hoewel er nog altijd geen consensus is over wie wanneer waarom wat schreef, is er duidelijkheid dat de namen in Genesis 5 en 11 eerst zijn opgeschreven en dat later iemand daar leeftijden aan heeft toegevoegd.
Wat die daarmee heeft bedoeld, wisten mensen in de Oudheid al niet meer en de toenmalige kopiisten hechtten er weinig betekenis aan. Er werd geen correctie op gedaan, zodat de som van de leeftijden van de diverse aartsvaders verschilt in de drie grote overleveringstradities (d.w.z. in de Samaritaanse Pentateuch, in de Septuagint en in de “normale” Masoretische traditie). Pogingen aan de hand van de jaartallen een chronologie op te stellen en zo een jaar te geven waarin volgens de auteurs van Genesis de Zondvloed plaatsvond, zijn dus niet zo heel erg zinvol. Dat geldt ook voor de berekening dat 4004 v.Chr. het jaar van de Schepping zou zijn geweest.
Nog een ander punt: wat bewoog de auteur van Genesis 5 om de goedheid van de mensen voor de Zondvloed te demonstreren aan de hand van hoge leeftijden? Hij had toch ook andere motieven kunnen nemen? Het antwoord is in dit geval heel simpel: omdat iedereen in het oude Nabije Oosten zo dacht. De leeftijden van de mensen die in de Mesopotamische tradities worden genoemd als heersers voor de Zondvloed, zijn ook enorm. (Hier is de Sumerische koningslijst.) Dit was gewoon het antieke wereldbeeld: ooit was alles beter was geweest, ooit waren de mensen wijzer geweest en omdat wijsheid met de jaren komt, moesten de mensen destijds eeuwenoud zijn geworden.
Het is misschien een simpele redenering, maar de bescheidenheid van de auteur van deze delen van Genesis, die meende dat eerdere generaties groter waren geweest, is innemend.
“dat later iemand daar leeftijden aan heeft toegevoegd.”
Dus Jonge Aarde Creationisten (en vergis je niet, hoewel de bronnen een tikje vaag zijn verwerpt ongeveer 23% van de Nederlandse inwoners de evolutietheorie) verwerpen niet alleen natuurkunde, scheikunde, biologie en geologie maar ook geschiedkunde. En allemaal beweren ze zoveel van wetenschap te houden!
“….. is innemend”
Mwah, ik zie niets innemends aan de zelfminachting (“wij mensen tegenwoordig zijn slecht, worden alleen maar slechter en daar is niets aan te doen”) die hiermee onveranderlijk gepaard gaat en zo typerend is voor het christelijk geloof. De andere kant van deze medaille is mijn bewondering voor die christenen die zich desondanks laten inspireren om zich in te zetten voor een betere wereld. De derde kant (jaja, christendom is een gecompliceerde zaak en alleen al daarom niets voor mij – ik houd de dingen liever eenvoudig) wordt getoond door hen die zichzelf overtuigen het goede te doen, vervolgens een hoop ellende aanrichten en jarenlang met geestelijke kwellingen rondlopen die ze zichzelf hebben aangedaan. Denk aan Moeder Theresa; deze houding vinden we ook terug bij Augustinus van Hippo.
Nee hoor, de wereld en het individu is beter af zonder deze valse bescheidenheid.
De (meestal) in de Bijbel vermelde leeftijd van Methusalem/Methusalach is 969 jaar. De Septuagint vermeldt echter 782 jaar. Vermoedelijk zal er sprake zijn van enige symboliek: zo werd Henoch, die “wandelede met God” op de leeftijd van 365 jaar “opgenomen” (wat ook gebeurde met de grote profeten Mozes, Elia en Elisa).
Waar komt toch het idee vandaan dat vroeger alles beter was? Al die Gouden Tijdperken in het verre verleden (en de hang om daar weer naar terug te keren). Dit voorbeeld is oosters. Komt het ook in andere, niet verwante culturen voor? Is daar wel eens onderzoek naar gedaan?
In de oud-Mexicaanse mythologie komt het ook voor: een gouden tijdperk onder de god/koning Quetzalcoatl, die verdreven werd en eens terug zou keren. En de datum waarop dit zou gebeuren, bleek samen te vallen met de het moment dat de Spanjaarden arriveerden.
Typisch dat in het moderne geschiedenisdenken alles vroeger slechter was (in de middeleeuwen was het pas echt erg…..) en dat we er dan toch maar behoorlijk op vooruit gegaan zijn. Behalve bij nostalgisten die het over het touwtje uit de brievenbus hebben, natuurlijk.
Ik vermoed dat het een truc is van ons geheugen: je herinnert je uit het verleden makkelijker de leuke dan de vervelende dingen. Het is het omgekeerde van de toekomst: mensen die een verandering willen aanbrengen in bijvoorbeeld een organisatie, lopen altijd tegen inertie op, omdat mensen vooral de nadelen van toekomstige veranderingen herkennen en niet de voordelen zien.
Bij ons hing vroeger een touwtje uit de brievenbus van 969 jaar oud…
@Jona Dat dacht ik ook. Maar het is kennelijk persoonsgebonden: volgens mijn partner herinner je je juist de slechte dingen. Ik moest ook denken aan Plato, die een heel systeem optuigde om toch vooral de verandering tegen te houden. En alle taboes en do´s en don´ts om iedereen zijn plaats te laten kennen. Is dit misschien een uitvinding van landbouwculturen (bezit van grond en dergelijke) of hebben jagers/verzamelaars ook zo´n mythisch verleden? En hoe zit dat met nomaden, die hebben ook bezit, in de vorm van vee.
@jona:Is het niet omgekeerd? Onthouden we de narigheid juist beter dan de leuke dingen?
In het algemeen is er bij de meeste mensen meer aardigheid te beleven dan vreselijke narigheid (ik doel dan op doodgaan van geliefden bijv.) in hun leven.
Verder is het zo dat het geheugen per definitie volslagen onbetrouwbaar is.
En dat veranderen, elke verandering is een verslechtering, zelfs een verbetering (J.C. Bloem).
Ik ben geneigd met Bloem mee te gaan. Die inertie komt meestal niet uit de lucht vallen, veranderingen in organisaties hebben in het algemeen te maken met efficiency en daarbij vallen per definitie zo’n beetje een aantal mensen uit de boot. Natuurlijk bestaan er goede veranderingen maar die kosten meestal geld en leveren geen geld op.
Verder leuke blog! En een prachtige gevelmuurteken of hoe heet zo’n ding.
‘Ik vermoed dat het een truc is van ons geheugen: je herinnert je uit het verleden makkelijker de leuke dan de vervelende dingen.’
@saskia: (…)volgens mijn partner herinner je je juist de slechte dingen.’
@jan: ‘ Is het niet omgekeerd? Onthouden we de narigheid juist beter dan de leuke dingen?’
Herinnering heeft op zich niets te maken met goede (fijne, plezerige) of slechte (vervelende, pijnlijke) dingen, maar we onthouden de dingen het best die de DIEPSTE INDRUK op ons maken. Niet voor niets zeggen we dat iets ‘in ons geheugen staat gegrift’. We onthouden ook d.m.v. repetitie (herinneringen ‘herkauwen’ valt daar ook onder). Herhaling beklijft immers.
Het is wel zo dat we liever niet denken aan pijnlijke gebeurtenissen. Onze hersenen beschermen zichzelf echter met opiaatachtige stofjes zoals endorfinen tegen een ‘overload’ aan psychische pijn die kan optreden wanneer we traumatische gebeurtenissen doormaken. Daardoor lijkt het alsof de herinnering is uitgewist. We zijn ons dan niet bewust van die herinnering. Wordt de endorfineblokkade echter opgeheven, dan is de herinnering er ook weer. In een therapeutische setting wordt hiervan gebruik gemaakt om patiënten traumatische ervaringen te laten herbeleven, zodat deze beter kunnen worden begrepen en verwerkt.
“Waar komt toch het idee vandaan dat vroeger alles beter was?”
Als ik een gokje mag wagen: in de Oudheid en in de Middeleeuwen was het leven voor de meeste mensen beroerd, zonder enig vooruitzicht op verbetering. Ter compensatie verlangden mensen terug naar een denkbeeldig verleden en stelden hun hoop op een even denkbeeldig hiernamaals.
In West-Europa veranderde dat pas zeer geleidelijk vanaf 1350 CE, toen nijpende arbeidsschaarste gewone mensen in staat stelde hogere lonen te vragen en aldus het eigen lot te verbeteren. Ze konden hoop vatten.
@frankb: dat het leven vroeger beroerd was kunnen we nu pas vaststellen. Wat weet je van het denken van lang geleden? Ik weet het niet.
@FrankB Dat zou wijzen op een geleidelijk stijgende lijn in de ontwikkeling. Daar geloof ik niet in. Volgens mij bestaat de ontwikkeling uit een golfbeweging met pieken en dalen. Vgl. Bas van Bavel: De onzichtbare hand.
Er waren kennelijk “zonen van de goden” die omgang hadden met “dochters van de mensen”. Hoe kunnen we dat interpreteren?
Er zijn wonderlijke verhalen met afbeeldingen van kosmonautische figuren, voorwerpen en zelfs ruimteschepen, die moeten bewijzen dat ooit buitenaardsen onze planeet bezochten en ….. als godenzonen met de mensendochters enzovoort.
De simpelste verklaring is dat het een polytheïstisch overblijfsel is, net als de Zondvloed, waarin een groep goden de mensheid wil vernietigen terwijl een van de goden zich verzet. Er zijn voldoende aanwijzingen voor een polytheïstisch begin van het jodendom.
In de monotheïstische traditie, waarvan “onze” Bijbel het product is, voelde men zich er ongemakkelijk bij. Het Zondvloedverhaal werd dus aangepast zodat er nog maar één god was. De zonen van de goden werden, toen de joden dat concept hadden ontdekt, uitgelegd als engelen.
@jona: Die simpele verklaring spreekt me erg aan (hoe simpeler hoe beter/ oh ja, scheermes van ockham bedoel ik)
Net als de bewerking van het scheppingsverhaal is het “monotheïstisch” redigeren van het verhaal van de zondvloed dan niet zo goed gelukt. Zeker als het lezen ervan zoveel twijfel en interpretatie toelaat.
Dat vind ik een aantrekkelijke verklaring. Het verbaast mij altijd enorm dat aanhangers van monotheïstische godsdiensten hele oorlogen uitvechten omdat iedereen toch vooral in die ene god moet geloven, maar tegelijkertijd een heel scala aan engelen, martelaren en heiligen vereert alsof het Romeinse goden zijn.
Oh nee, toch niet wéér Von Däniken?…
“Het feit dat de zonen van de goden omgang hadden met de dochters van de mensen [..]”.
“Hierin lezen we dat de “zonen van de goden” engelen waren die bij de vrouwen nogal agressieve kinderen hadden verwekt”.
“Daarop bepaalde God dat de mensen nog maar 120 jaar oud mochten worden.”
Tsja… Aliens dan maar?
https://vignette.wikia.nocookie.net/piratesonline/images/2/21/Because_Aliens_LOL.jpg
…vroeger waren de Aliens beter…
Herinnert een mens zich nou juist de leuke dingen of de nare dingen uit het eigen verleden? Blijkbaar verschillen mensen daarin. Op basis van mijn oude psychiatrievak de volgende werkhypothese. Goede herinneringen tekenen een betrekkelijk psychisch gezond mens, die daarop voort kan bouwen. Slechte herinneringen horen bij mensen die het psychisch moeilijk hebben en neigen naar herhaling van die herinneringen in allerlei vormen. De oude Freud en zijn verlichte volgelingen adviseerden de laatste groep in therapie te gaan (of het zelf uit te zoeken) en door bewustwording van die slechte herinneringen een nieuwe start te maken.
Wat vinden jullie daarvan?
@Henk Ras: Klinkt plausibel. Maar dat herinnering per definitie onbetrouwbaar is, is wel een punt. Je zou dus kunnen neigen naar het herhalen van een herinnering aan iets dat je niet zelf – of heel anders- hebt meegemaakt. Wat heb je dan nog aan het concept ´herinnering´?
@henkras: Ik vermoed dat een dergelijke werkhypothese in een therapeutische situatie kan werken. Misschien zou ik Anne Treismann er weer eens op na moeten lezen, zij is vlgs, mij nog steeds in de weer met onderzoek naar onder andere het geheugen (zij was de vrouw van Danny Kahneman, de man van onder andere het maken van beslissingen alsook Nobelprijswinnaar en werkte samen met Amos Tversky).
Wat Freud betreft sta ik immer in zeg maar duplo (om het zo maar te zeggen), hij was een vreemde figuur in een rare tijd in Wenen met klanten uit de bovenlaag. Hysterie bij vrouwen was nogal erg in, tja wat moet je daar nu mee. Ik vond het boek van Arnout Weeda (Het mysterie van Wenen) wel aardig. Nee, ik kan niet zoveel met Freud om het maar populair uit te drukken.
Naar aanleiding van Saskia Sluiter en Jan Kroeze. Wetenschappelijk en strafrechtelijk zijn herinneringen beroerde zaken: echte bewijskracht hebben ze niet. Het gaat erom hoe je met je herinneringen in het heden omgaat. Wat Freud betreft: er is veel kritiek op zijn werk mogelijk, maar zijn ‘nazaten’ zijn inmiddels 120 jaar verder. Ook niet helemaal probleemloos, maar in ieder geval sneller, veiliger en goedkoper.
@henkras: Merkelbach schrijft er nu en dan over. Hij werkt aan de universiteit van Maastricht.
Ja, en dan die beroerde therapieen over een vorig leven alsook het ophalen van zgn. verdrongen herinneringen, in het byzonder als het om verkrachting gaat. Oncontroleerbaar. Nu en dan komt het weer naar boven, schrijft iemand een boek erover bv.
Iedereen herinnert zich toch zowel goede als slechte dingen? Je eerste zoen EN je eerste liefdesverdriet, om maar eens het eerste voorbeeld te noemen dat bij me opkomt.