De deuren van Tunesië

Deur in Sidi Bu Ali

Wie door Tunesië reist kan er niet aan ontkomen: ze hebben in dit land verschrikkelijk mooie deuren. Geef iemand in dit land een huis en hij leeft zich uit op het beschilderen en bespijkeren van de deur. Vrolijke kleuren verf en patronen van spijkers, en vaak ook prachtige deurlijsten. Getuige de verkoop van ansichtkaarten, posters met les portes de Hammamet, en brievenbussen in de vorm van een deur hebben de Tunesiërs wel door dat toeristen er gecharmeerd van zijn. Het is een beetje vergelijkbaar met de kerststallen van Napels of de gevelsteentjes van Amsterdam: het is een kleine kunstvorm, die de handboeken kunstgeschiedenis nooit zal halen, maar evengoed waardering verdient.

De foto hierboven nam ik in Sidi Bu Ali, een kunstenaarsdorpje op het terrein van wat ooit Karthago was. Als u goed kijkt ziet u helemaal bovenaan twee halve manen (liggend, zoals hier gebruikelijk), in het tweede register twee davidssterren en daaronder enkele kruisen. Iemand heeft hier heel bewust de symbolen van de drie monotheïstische religies willen samenbrengen. Andere gebruikelijke motieven zijn de vis en de cipres, beide symbolen van de vruchtbaarheid: de eerste omdat hij leeft in het element dat leven geeft en de ander omdat hij altijd groen is. Ook de hand van Fatima is moeilijk te missen.

Je vraagt je natuurlijk af waar de gewoonte de deuren mooi te versieren vandaan komt. In elk geval waren ze er al in de Middeleeuwen. Deze deur fotografeerde ik in het Musée national des arts islamiques in Raqqada. Hij is uit de elfde eeuw.

Elfde-eeuwse deur (Musée national des arts islamiques, Raqqada)

De onderstaande deur is nog wat ouder: uit de negende eeuw, te zien in de Grote Moskee in Kairouan. De mooie deurposten zijn gerecycled uit een oude Romeinse tempel.

Deur uit de Grote Moskee in Kairouan

Ik zou niet verbaasd zijn als de gewoonte deurposten te versieren is ontstaan door het hergebruik van Romeinse kroonlijsten en dat de versiering van de deuren zelf een logisch vervolg was. Een belangrijke invloed is ook de tegelschilderkunst uit Andalusië, meegenomen door migranten die in de zeventiende eeuw vanuit Spanje naar Tunesië zijn gekomen.

Tot slot: zeg Tunesië en je zegt Tunis, zeg Tunis en je zegt “de bey van Tunis”. Hier is de deur van het paleis van de man die een koliek kreeg als hij het wapperen hoorde van de Nederlandse vlag.

Poort van het paleis van de Bey van Tunis
Deel dit:

8 gedachtes over “De deuren van Tunesië

  1. @frankbikker: Dat houtwerk is behoorlijk robuust hoor. Je zou het volkskunst kunnen noemen. Nauw verweven met een identiteitsgevoel dat wij Nederlanders niet meer echt begrijpen. Geen hoog verheven kunst misschien. Maar om het nou klein te noemen?
    Maar zo bedoel je het misschien niet en gaat het je om de schoonheid in zoiets (in onze ogen) prozaïsch als een deur. Kom daar eens om in dit kikkerland vol kunststof kozijnen, glazen puien en hier en daar nog een houten deur.

      1. ruud beijer

        Gelukkig moest je erom lachen.Ben jij er wel eens geweest?Als je daar met je vrouw op het strand ligt komen ze op een halve meter naast je zitten. Alleen mannen die de hele dag naar je vrouw kijken. Gezellig hoor vakantieman @!

        1. @ruudbeijer: Daar hoef je niet voor naar Tunesië hoor. Het is mij ook een keer overkomen toen ik, destijds nog fris en fruitig, in Heemskerk op het naaktstrand lag. Een groepje van een man of zes. Nooit meer geweest daar, of welk ander strand dan ook.

  2. Theo Van Dijk

    Ook Ierland, en vooral Dublin, is beroemd om zijn deuren. Maar de Tunesische zijn mooier.

Reacties zijn gesloten.