
Mijn zakenpartner heeft het weleens over de inscriptietoeter die afgaat als hij ergens op een opgraving een steen ziet waarop wat woorden staan geschreven. Ik stuiter er dan meteen op af om foto’s te maken. Later zal ik er dan een nummer aan toevoegen uit de EDCS, de Epigrafische Database van de Duitse oudheidkundigen Manfred Clauss en Wolfgang Slaby, en als daar nog geen foto’s in staan, dan stuur ik die op. Meer dan eens gaat het om materiaal dat nog niet is gedigitaliseerd of zelfs volkomen onbekend was.
In januari heb ik iets van vierhonderd foto’s gestuurd en dat is mede doordat ik op een regenachtige ochtend in Sétif heb staan fotograferen in twee met inscripties gedecoreerde parken, de Jardin Emir Abdelkader en de wat kleinere Jardin Rafaoui. Daar zat ook de bovenstaande foto bij van een inscriptie die kort voor 1920 moet zijn ontdekt in wat toen nog Saint-Arnaud heette en tegenwoordig El-Eulma heet. Zoals u ziet heeft iemand de tekst van die inscriptie doorgestreept. Een damnatio memoriae.
Oorspronkelijk stond er:
Imp Caes
C Iul Ver
Maximi
no Aug
Een normale tekst vol afkortingen die we kunnen aanvullen:
Imperatori Caesari
Caio Iulio Vero
Maximi-
no Augusto
Ofwel: “voor Imperator Caesar Gaius Julius Verus Maximinus Augustus”. De woorden imperator, caesar en augustus betekenen overigens alle drie keizer. De man in kwestie, bijgenaamd “de Thraciër”, kwam in 235 na Chr. aan de macht en geldt als de eerste van de zogeheten soldatenkeizers: een reeks generaals die gedurende een halve eeuw over het Romeinse Rijk heerste. Niet dat ze de eerste keizers met een eerdere carrière in het leger waren, natuurlijk, want er waren al eerder militaire staatsgrepen geweest, maar vanaf Maximinus kregen ze geen kans meer een dynastie te stichten. Ze werden een voor een uit de weg geruimd door een andere generaal.
Maximinus zelf was de uitzondering. Het was geen generaal die hem afzette, het waren senatoren die het verzet tegen hem leidden. En dat verzet begon in Afrika, waar vader en zoon Gordianus in het voorjaar van 238 de macht grepen en de graantoevoer van de hoofdstad Rome afsneden. Die opstand werd onderdrukt maar ondertussen waren in Italië de senatoren Pupienus en Balbinus aan de macht gekomen, en zij brachten Maximinus voldoende in het nauw om zijn soldaten, met wie hij succesvol had gevochten in Germanië, te doen inzien dat ze van hun keizer verlost moesten raken. Hij werd gelyncht.
U leest het allemaal bij Herodianus. Die vertelt ook hoe Pupienus en Balbinus de volgende slachtoffers waren en dat de nieuwe keizer de jonge Gordianus III was. Die werd zes jaar later vervangen door Philippus de Arabier, die werd vijf jaar later vervangen door Decius, die werd twee jaar later vervangen door Trebonianus de Galliër. En zo voort.
Zoals gezegd: Maximinus de Thraciër begon zijn gezag te verliezen in het voorjaar van 238 en dat begon in de Afrikaanse provincies. Mensen hakten zijn naam weg uit inscripties – een normale procedure in het Romeinse Rijk, die bekendstaat als damnatio memoriae, “vervloeking van de nagedachtenis”. Ik heb er al eens eerder over geblogd en laat het er dus verder bij voor vandaag, maar niet na nog een tweede inscriptie te hebben getoond die ik vorige week zag in het museum van Utica, waaruit de naam van dezelfde keizer is weggehakt. Het is een wijding aan de grote godenmoeder.

Dat ECDS in Duitse handen, is dat een voortzetting van het registreren van inscripties van Claus Momsen? Er valt dus nog altijd iets toe te voegen aan het wetenschappelijke corpus Mooi!
‘(…) maar niet na nog een tweede inscriptie te hebben getoond die ik vorige week zag in het museum van Utica, waaruit de naam van dezelfde keizer is weggehakt. Het is een wijding aan de grote godenmoeder.’
Wat is de tekst van deze inscriptie?
maxi-minus: oxymoron?
Citaat uit de biografie van de keizer door Paul Pearson: “It was normal for provincial recruits to take a Roman name. Why the Thracian chose Caius Julius Verus Maximinus is not known. Maximinus means something like from small to big in Latin and he later named his son Maximus. Alternatively he may have had a patron of that name or possibly there was no particular reason.”
Het boek Maximinus Thrax From common soldier to Emperor of Rome is sowieso een aanrader voor iedereen die meer over deze tijd wil weten.
Ja, als ik deze naam lees moet ik altijd aan Asterix en Obelix denken.
Maximinus verhoudt zich taalkundig tot Maximus zoals Augustinus zich verhoudt tot Augustus. Het achtervoegsel -inus (met lange i) heeft niets te maken met minor (“kleiner”, “jonger”, met korte i).
Jona toch… Zoals je heel goed weet, is het “maar niet dan na” (en dus niet “maar niet na”).
Zou hij dat expres doen om te kijken of we goed opletten?
Mensen gingen niet zo maar keizernamen op inscripties weghakken: dat had onherroepelijk executie betekend, ‘laesae maiestatis causa’. Daar was een officieel senaatsbesluit voor nodig. Zoals het er nu staat suggereer je een spontane volksopstand, nog tijdens zijn regering. Is daar bewijs voor?
Ik heb geen idee, maar Gordianus was de keizer om de hoek en de Senaat in Rome had erkend dat Maximinus was afgezet.
Mijn punt is dat in deze periode de senaat kennelijk nog enige macht en gezag bezat: Pupienus en Balbinus waren senatoren, geen warlords. Dat verklaart de kennelijk officiële ‘damnatio’, zonder twijfel na de val van Thrax. Later in de eeuw wordt dat natuurlijk wel anders.
Maar keizer Max was nog springlevend. Als je een opstand begint wil je die gehate tiran natuurlijk naar de vordommenis jagen, maar als je die opstand begint in Africa en je vijand zich ergens in Germania bevindt, dan lijkt een damnatio memoriae terwijl die vijand nog leeft me wel heel erg voorbarig.
Je moet ook niet vergeten dat een ‘damnatio memoriae’ in eerste instantie een religieuze handeling was tegen de overledene, die zo zwaar was dat alleen de senaat die kon uitspreken. Het kon niet gebeuren tijdens het leven. De Romeinen bleven tot laat altijd stug vasthouden aan oude rituele tradities; zoals een oude docent van mij ooit zei (te vaak, helaas): “de Romeinen kenden geen prullenbak”.