Caesar en Varro (1)

Portret van een Romein (derde kwart eerste eeuw v.Chr.; Museum für Kunst und Gewerbe, Hamburg)

Als ik u zeg dat het 17 september was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Marcellus en Lentulus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 15 augustus 49 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Aankomen in Cádiz.

Twee provincies

De Romeinen bestuurden het Iberische Schiereiland als twee provincies, Hispania Citerior en Hispania Ulterior, ofwel het nabijgelegen en verderop gelegen Spanje. Je kunt het ook opvatten als de gebieden aan weerzijden van de Ebro en de vlakte van de Guadalquivir. Ofwel Catalonië en Andalusië met achterland.

In de loop van de tweede en eerste eeuw hadden de in Citerior gestationeerde legioenen in een eindeloze reeks campagnes de centrale hoogvlakte veroverd. Tegelijk waren legioenen vanuit Ulterior opgerukt naar het Atlantische kustgebied. Eén van de generaals die daar een rol had gespeeld was Julius Caesar zelf geweest, die in 61 v.Chr. genadeloos had opgetreden. Hij had zelfs de steden van de bondgenoten geplunderd. Dat was een oorlogsmisdrijf en om een rechtszaak te vermijden moest Caesar een ambt blijven bekleden: het consulaat in 60, het generaalschap in Gallië, en dat dan weer verlengd, en zo voort.

Varro tussen twee vuren

In de burgeroorlog die in 49 woedde had Caesar Citerior al veroverd – zie een vorig stukje – en nu rukte hij op naar Ulterior. Daar was op dat moment Marcus Terentius Varro gouverneur. Hij illustreert de onduidelijk positie waarin Romeinse bestuurders in deze jaren verkeerden. Niemand had dit conflict gewild, iedereen had loyaliteitsconflicten. Varro was aangesteld door Pompeius, de leider van de Senaat, en was trouw aan hem verschuldigd; tegelijk was hij bevriend met Julius Caesar. Niemand zal, toen hij het gouverneurschap kreeg, hebben voorzien dat er burgeroorlog op komst was. De twee generaals waren immers jarenlang bondgenoten geweest. Pompeius was zelfs getrouwd geweest met Caesars dochter Julia, van wie hij oprecht lijkt te hebben gehouden.

Varro dacht aanvankelijk dat Caesar de oorlog zou winnen, maar had zijn mening bijgesteld. Caesar had immers niet kunnen beletten dat Pompeius en de Senaat Italië verlieten en in Griekenland een nieuw leger bouwden; toen Caesar daarna Marseille niet had kunnen nemen en door Petreius en Afranius werd opgehouden in Citerior, had Varro zich geschaard aan de zijde van Pompeius en de Senaat.

Hij hield een lichting in de hele provincie, bracht zijn legioenen op volle sterkte en voegde er ongeveer dertig cohorten hulptroepen aan toe. Hij verzamelde een grote hoeveelheid graan om zowel aan de Massiliërs als aan Afranius en Petreius te sturen. Ook liet  hij oorlogsschepen bouwen, tien door de bewoners van Cádiz en ook een aantal in Sevilla. Ook bracht hij al het geld en alle kostbaarheden van het heiligdom van Hercules over naar Cádiz .

Dat schrijft Julius Caesar zo in zijn Burgeroorlog, in de vertaling van Hetty van Rooijen.

Spanningen in Ulterior

Het laatste zinnetje is heel typisch voor de antieke wereld. Een heerser zou in tijden van voorspoed de goden danken en een stevige donatie doen aan deze of gene tempel. In dit geval gaat het om de tempel van de Fenicische god Melqart (Hercules), die lijkt te hebben gestaan op een eiland bij het eveneens op een eiland gelegen Cádiz. (De topografie is onduidelijk.) Als de nood aan de man kwam, kon een bevelhebber het zilver en goud weer opnemen. De tempels dienden dus in feite als bank.

We hebben Caesars woord dat Varro Ulterior niet kon bewaren “omdat de hele provincie op Caesars hand was”. Daarom was Varro voornemens zich terug te trekken op Cádiz, waar hij de strijd maanden dacht te kunnen rekken. Normaalgesproken zouden we enigszins sceptisch zijn over Caesars bewering dat Ulterior hem al steunde, maar hij was er zelf natuurlijk ook gouverneur geweest en had er cliënten en vrienden. Los daarvan: Caesar schreef voor tijdgenoten die wisten wat er was gebeurd. Een snoeiharde leugen was onmogelijk.

Hoe het afliep leest u om tien uur in het volgende stukje.

[Een overzicht van de reeks over Julius Caesar is hier.]

Deel dit: