De uitvinding van Romulus

Romulus en Remus in gevecht (Basilica Aemilia, Rome)

In de derde eeuw v.Chr. kregen de Romeinen behoefte aan een Romulus. Nu ze Italië hadden verenigd, kregen ze via de Griekse steden in het zuiden meer contact met de prestigieuze hellenistische wereld. De Romeinen wilden zich presenteren zoals men daar van hen verwachtte. Hun stad had dus een stichter nodig, zoals Athene een Theseus had en Thebe een Kadmos.

De steden in Italië kenden al verhalen over Griekse en Trojaanse kolonisten die naar het westen waren gekomen. Er waren ook lokale sagen. De Romeinen schoven die in de late vierde eeuw ineen: eerst was Aeneas naar Italië gekomen, Romulus was zijn zoon. Begin derde eeuw maakte een van de geleerden in Alexandrië, Eratosthenes, Romulus tot een kleinzoon van Aeneas. Een paar traditionele sprookjesmotieven gaven de stadstichter wat kleur: verwekking door een godheid (à la Perseus), het biezen mandje op de rivier (à la Sargon en Mozes), het conflict met een tweelingbroer (à la Zeven tegen Thebe) en een apotheose (à la Herakles).

Lees verder “De uitvinding van Romulus”

Pompeius in Amfipolis

Pompeius (Louvre, Parijs)

Als ik u zeg dat het 13 sextilis was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar (voor de tweede keer) en Publius Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 7 juli 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Pompeius op de vlucht

Als u het wil weten: te laat aankomen in Amfipolis. Na zijn nederlaag bij Farsalos was Pompeius door het Tempe-ravijn naar de kust gereisd. Caesar schrijft dat zijn rivaal voortdurend had geklaagd hoe hij bedrogen was in zijn verwachtingen. Pompeius overnachtte bij een visser, die hem de volgende dag aan boord nam. Een passerend graanschip nam de passagiers over: Pompeius, Publius Cornelius Lentulus Spinther, Lucius Cornelius Lentulus Crus en een zekere Marcus Favonius. Die had wat lagere bestuursfuncties bekleed en speelde de cynische filosoof, maar was niet te beroerd om de rol op zich te nemen van dienaar van Pompeius. Een dienstbaarheid die een senator, zelfs als hij alleen lagere ambten had bekleed, nooit zou betonen. Favonius is een van de weinig mensen die ons treft door een zekere humaniteit. Het graanschip zette het gezelschap uiteindelijk aan land in Amfipolis.

Lees verder “Pompeius in Amfipolis”

Caesar en Varro (2)

De brug van Cordoba stond er al in de tijd van Caesar en Varro

Varro probeerde, zoals we in het vorige stukje zagen, Hispania Ulterior vanuit Cádiz te verdedigen tegen de naderende legers van Julius Caesar. Dat liep niet goed.

Córdoba sloot de poort voor Varro en even later schreef de gemeenteraad van Cádiz dat Varro er niet welkom was. Vervolgens deserteerde een van Varro’s legioenen. Het trok zich terug in Sevilla. Toen ook Italica, de oudste Romeinse stad in Ulterior, zich tegen Varro keerde, begreep deze het hopeloze van zijn positie. In Córdoba onderwierp hij zich aan Caesar. Daarna ging Caesar naar Cádiz, waar hij twaalf jaar geleden voor het laatst was geweest.

Daar liet hij het geld en de gedenktekens die uit het heiligdom van Hercules naar een particuliere woning waren overgebracht naar de tempel terugbrengen. Hij gaf Quintus Cassius de leiding over de provincie en wees hem vier legioenen toe.

Lees verder “Caesar en Varro (2)”

Caesar en Varro (1)

Portret van een Romein (derde kwart eerste eeuw v.Chr.; Museum für Kunst und Gewerbe, Hamburg)

Als ik u zeg dat het 17 september was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Marcellus en Lentulus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 15 augustus 49 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Aankomen in Cádiz.

Twee provincies

De Romeinen bestuurden het Iberische Schiereiland als twee provincies, Hispania Citerior en Hispania Ulterior, ofwel het nabijgelegen en verderop gelegen Spanje. Je kunt het ook opvatten als de gebieden aan weerzijden van de Ebro en de vlakte van de Guadalquivir. Ofwel Catalonië en Andalusië met achterland.

Lees verder “Caesar en Varro (1)”

Eutropius (6): De feiten ordenen

De Fasti Capitolini, de lijst van magistraten van de Romeinse Republiek (Rome, Capitolijnse Musea)

Terwijl u dit op leest, ben ik een middagje in Tripoli om Oscar Niemeyer-architectuur te bekijken. Iemand moet het doen. Omdat ik vermoedelijk geen tijd zal hebben voor mijn dagelijkse stukje, bied ik u in tien afleveringen de tekst aan van de inleiding die ik schreef voor de vertaling die Vincent Hunink maakte van de Korte geschiedenis van Rome van de laat-Romeinse auteur Eutropius. Als alles goed gaat, verschijnt die medio november. Het eerste deel van deze reeks vindt u hier.

Geschiedenis is meer dan vaststellen wat is gebeurd. Hoe groot de verschillen tussen antieke en hedendaagse historici ook mogen zijn, ze delen de opvatting dat het draait om het verklaren van de gebeurtenissen. Om dat te doen is het noodzakelijk dat eerst alles in de juiste volgorde staat – het derde punt in het lijstje – en dat was voor antieke auteurs niet eenvoudig. Eutropius’ chronologie in Korte geschiedenis van Rome is bijvoorbeeld inconsistent.

Lees verder “Eutropius (6): De feiten ordenen”

Klassieke literatuur (7c): wetenschap

Wat Germania Capta met wetenschap heeft te maken, leest u hieronder (Rheinisches Landesmuseum, Bonn).

[Het is alweer een tijdje geleden dat ik de vraag kreeg voorgelegd welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een cursus aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag behandel ik de antieke wetenschappelijke literatuur.]

In het eerste stukje over de Griekse en Romeinse wetenschappelijke literatuur behandelde ik dé antieke wetenschappelijke tekst bij uitstek, Plinius de Oudere, en vervolgens behandelde ik in een tweede stukje de geneeskundige teksten, Vitruvius’ Bouwkunde en nog wat ander spul. Vandaag nog wat meer teksten, zoals Frontinus’ boekje over de waterleidingen van de stad Rome. De auteur, die ook een collectie krijgslisten heeft gepubliceerd, was aan het begin van de tweede eeuw na Chr. verantwoordelijk voor de watervoorziening van een stad met honderdduizenden inwoners en legt uit wat daarbij zoal komt kijken. Van De aquaducten van Rome is een Nederlandse vertaling van Vincent Hunink maar om u de waarheid te zeggen: laat dit niet de tekst zijn waarmee u uw kennismaking met de antieke letteren begint.

Lees verder “Klassieke literatuur (7c): wetenschap”

Velleius Paterculus (5)

De Fasti Capitolini: Augustus' geautoriseerde chronologie, die Velleius Paterculus opzichtig negeerde
Fragment van de Fasti Capitolini: Augustus’ geautoriseerde en door Velleius Paterculus opzichtig genegeerde chronologie.

[Deze week recycle ik de inleiding die ik in 2012 schreef voor Vincent Huninks vertaling van de Geschiedenis van Rome van de Romeinse auteur Velleius Paterculus. De Nederlandse titel is Van Troje tot Tiberius en het e-boek is nog leverbaar. Het eerste deel is hier. Vandaag een wat technisch verhaal over chronologie – een ogenschijnlijk neutraal genre waarin wel degelijk politieke uitspraken mogelijk zijn.]

Velleius Paterculus heeft zich zijn stof zó volledig eigengemaakt, dat we – anders dan bij veel van zijn collega’s – niet in staat zijn te reconstrueren welke bronnen hij volgt, al is het vermoeden gewettigd dat Cato de Oudere en Asinius Pollio tot zijn lectuur hebben behoord. Hij streeft merkbaar naar chronologische nauwkeurigheid, zoals blijkt uit bijvoorbeeld de mededeling dat Octavianus

met zijn collega Quintus Pedius het consulaat betrad, 709 jaar na de stichting van Rome, tweeënzeventig jaar voordat u, Marcus Vinicius, het consulaat betrad.

Uit zulke dateringen en sommige terzijdes blijkt dat onze geleerde gefascineerd was door chronologie. Het kan geen kwaad hier in enig detail op in te gaan om te zien voor welke problemen hij stond gesteld.

Lees verder “Velleius Paterculus (5)”