Caesar en het Tiende Legioen

Een Romeinse munt met een stempeltje (“klop”) om aan te geven dat Caesar deze aan soldaten heeft gedistribueerd (Valkhofmuseum, Nijmegen)

Als ik u zeg dat het midden december was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls hun naam hadden gegeven, en als ik dat omreken naar september 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Onverwacht zwaar in de problemen zitten. De simpele waarheid is dat hij zoveel soldaten in dienst had, dat hij moeite had ze te betalen. Cassius Dio vertelt dat Caesar tijdens zijn reis door Egypte, Syrië, Anatolië, Griekenland en Italië

niemand kwaad heeft gedaan, ervan afgezien dat hij grote bedragen verzamelde, deels in de vorm van de kronen, beelden en dergelijke die hij ten geschenke kreeg, en deels door “leningen”, zoals hij ze noemde. Die vorderde hij niet alleen van individuele burgers maar ook van steden. … Het was niet zijn bedoeling ze terug te betalen. Hij beweerde namelijk dat hij al zijn privébezittingen had uitgegeven voor het algemeen welzijn en dat hij daarom inderdaad leende. Toen een menigte hem eens om kwijtschelding van schulden vroeg, stond hij dat niet toe met de woorden dat hij zelf ook grote schulden had. (Romeinse Geschiedenis 42.50)

Lees verder “Caesar en het Tiende Legioen”

Caesar en de senatoren

Senatoren op de Ara Pacis (reliëf in de Vaticaanse Musea, Rome)

Wanneer ik zou schrijven dat het 4 oktober was en zou toevoegen dat dit was in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls hun naam zouden geven, en wanneer ik een en ander zou omrekenen naar “onze” twintigste juli 47 v.Chr., dan zou u deduceren dat u was aanbeland in een nieuwe aflevering van de serie “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Na het vorige stukje zal het u niet verbazen dat het vandaag 2069 jaar geleden is dat Caesar aankwam in Rome. Daar zorgde hij ervoor dat er weer consuls waren: Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius dus. De eerste had voor Caesar gevochten in Gallië, in Iberië en op de Balkan; de tweede had ooit de wet ingediend die Caesar had geholpen aan zijn Gallische commando en had recentelijk Dalmatië gepacificeerd. Ik introduceerde het tweetal al eerder. De schijn van constitutionaliteit was hersteld, ook omdat Caesar de dictatuur die hij al sinds Farsalos bekleedde, op dit moment lijkt te hebben afgelegd.

Lees verder “Caesar en de senatoren”

Caesar en Cicero

Cicero (Capitolijnse Musea, Rome)

Wellicht stoort u zich aan de gimmick waarmee ik de stukjes over Caesars burgeroorlogen steeds begin: het omrekenen van de datum. Maar het doet er echt toe of het 26 september was (op de Romeinse kalender) of 11 juli (op onze kalender). In juli was het mogelijk om per schip over te steken van Korfu naar Tarente; eind september was dat riskant. Een Romein zou dan de voorkeur hebben gegeven aan de kortere oversteek van Orikon (in het huidige Albanië) naar Brindisi.

Kortom, het was 11 juli 47 v.Chr. en niet 26 september toen Caesar aankwam in Tarente. Vandaag 2069 jaar geleden. Sinds de slag bij Zela waren slechts zeven weken verstreken, wat bewijst dat de dictator haast had. Wij weten al dat Caesar uiteindelijk de alleenheerschappij zou vestigen en zelfs een gespannen rust zou garanderen, maar in 47 verkeerde de Romeinse Republiek nog in chaos.

Lees verder “Caesar en Cicero”

De geboorte van Caesarion

Caesarion (Museum Altemps, Rome)

Als ik u zeg dat het 29 sextilis was en toevoeg dat het was in het jaar waaraan Fufius Calenus en Vatinius enkele maanden later als consuls hun naam zouden geven, en als ik dat omreken naar 23 juni 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Nagenieten van de slag bij Zela. En dingen organiseren. De auteur van de Alexandrijnse Oorlog weet het volgende:

De dag na de slag vertrok hij zelf met lichtbewapende ruiters, het Zesde Legioen gaf hij order naar Italië te vertrekken om daar beloningen en onderscheidingen in ontvangst te nemen, de troepen van Deiotarus stuurde hij naar huis en twee legioenen liet hij met Marcus Caelius Vinicianus achter in Pontus. (Alexandrijnse Oorlog 78; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “De geboorte van Caesarion”

De slag bij Zela (2)

Het slagveld bij Zela. Het kamp van Caesar was op de heuvel rechts.

In het vorige blogje beschreef ik hoe Julius Caesar zijn manschappen opdracht had gegeven stellingen te bouwen. Om te verhinderen dat die voltooid zouden worden, had zijn tegenstander, koning Farnakes II van Pontus, zijn leger tot een stormloop bevolen. Hieronder komt het verslag dat de auteur van de Alexandrijnse Oorlog, een ooggetuige, kort na de gebeurtenissen schreef.

De aanval

In een oogwenk riep Caesar zijn soldaten weg van hun werkzaamheden, beval ze de wapens op te nemen en stelde hij zijn slaglinie op. Onze mannen schrokken hevig van de drukte die daarbij plotseling ontstond. Nog voordat de rijen waren opgesteld brachten de zeiswagens van de koning de ongeordende soldaten in grote verwarring, maar ze werden snel onder een regen van projectielen bedolven.

Zeiswagens waren strijdwagens waarvan de assen waren verlengd met vlijmscherpe bladen. Oostelijke vorsten zetten deze wapens weleens in, maar een ervaren vijand was er meestal niet van onder de indruk. Alexander de Grote had er bij Gaugamela ook geen problemen mee gehad en Caesars mannen wisten ook wat ze te doen stond.

Lees verder “De slag bij Zela (2)”

De slag bij Zela (1)

Gem met portret van Caesar (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Het was de tweede van de maand sextilis. Een beruchte datum: het was de dag waarop Hannibal bij Cannae de Romeinen had verslagen. 2 sextilis gold als dies ater, een “zwarte dag” waarop niemand graag werk aannam. Als hogepriester van de Romeinse Republiek stond Julius Caesar echter boven zulke voortekens. En zo kon het gebeurend dat op 2 sextilis in het jaar waarin Fufius Calenus en Vatinius de Romeinse consuls waren, Caesar bij Zela slag leverde tegen Farnakes II van Pontus. Het was op onze kalender 21 mei 47 v.Chr. en dit is, zoals u al vermoedde, een nieuw blogje in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij kwam, zag, overwon.

Hij was, met een omweg over Komana, bliksemsnel opgerukt vanuit Tarsos richting Pontus. Zijn leger bestond uit VI Ferrata en het leger waarmee Gnaeus Domitius Calvinus enkele maanden eerder vergeefs strijd had geleverd tegen Farnakes: het Zesendertigste Legioen, de troepen die Pontus niet hadden kunnen verdedigen en de inmiddels tot één legioen samengevoegde troepen van Deiotarus. Samen rond de 16.000 man, een betrekkelijk kleine strijdmacht. Hiermee bereikte Caesar de omgeving van Zela, het huidige Zile.

Lees verder “De slag bij Zela (1)”

Caesar en Deiotarus

Hellenistische of Romeinse soldaat uit Cappadocië (Archeologisch museum van Kayseri)

Als ik u zeg dat het 28 quintilis was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waaraan Fufius Calenus en Vatinius later als consuls hun naam gaven, en als ik dat omreken naar 16 mei 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Even recapituleren: de Romeinse wereld wankelde. Caesar had weliswaar Pompeius verslagen in de slag bij Farsalos, maar vervolgens was Pompeius vermoord, zodat hij zich niet kon overgeven en er geen einde kon komen aan de Tweede Burgeroorlog. Het hielp niet dat Caesar in Alexandrië maandenlang van de wereld afgesneden was geweest. De senatoren die zich tegen Caesar verzetten, verzamelden zich in het huidige Tunesië. Ze hadden een superieure vloot. In Andalusië muitten de soldaten tegen een door Caesar aangestelde gouverneur. Meer muiterij dreigde in Campanië. De stad Rome was onbestuurbaar. De schrikkelmaan was overgeslagen, waardoor de kalender uit de pas liep met de seizoenen. Het betekende bovendien dat schuldenaars tien dagen minder tijd hadden om de jaarlijkse rente te betalen. Er waren geen consulverkiezingen geweest. In het huidige Turkije had Farnakes, de zoon van Mithridates VI Eupator, het koninkrijk Pontus en Bithynië onder de voet gelopen.

Lees verder “Caesar en Deiotarus”

Caesar in Tarsos

Van dit portret is beweerd dat het Gaius Cassius Longinus voorstelt; anderen houden het op generaal Corbulo (Louvre, Parijs).

Het was 17 quintilis in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius later als Romeinse consuls hun naam zouden geven. Ik kan dat natuurlijk omrekenen voor u naar 5 mei 47 v.Chr. op onze kalender, maar juist in deze fase zijn de dateringen wat onduidelijk. Hoe dan ook: dit is de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hofdag

Hij hield hof in Tarsos, de hoofdstad van Cilicië. Het was nodig om het netwerk van vazallen en bondgenoten te organiseren.

Alle gemeenten van die provincie riep hij naar Tarsos, dat wellicht de bekendste en sterkste stad van Cilicië is. Daar regelde hij alleen de zaken van de provincie en de buurstaten en bleef er niet langer, in zijn haast om oorlog te gaan voeren. (Alexandrijnse Oorlog 66; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “Caesar in Tarsos”

Caesar in Syrië

Antiochië

Als ik u zeg dat het 28 juni was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius later als consuls hun naam zouden geven, en als ik dat omreken naar 17 april 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij verliet Egypte om op te rukken tegen Farnakes II van Pontus. Zijn eerste doel was Cilicië in het zuiden van Turkije, wat zou dienen als uitvalsbasis. In zijn Burgeroorlog schrijft hij:

Het Zesde Legioen, bestaande uit veteranen, nam hij mee en de andere liet hij in Alexandrië achter, om de heerschappij te verstevigen van de koningen, die niet op liefde van hun landgenoten konden rekenen.

Bedoeld zijn Kleopatra VII en Ptolemaios XIII. Caesar had in hen precies de vazallen die hij hebben wilde: volkomen afhankelijk. Zie ook de volgende alinea.

Lees verder “Caesar in Syrië”

Caesar aan het werk

Het oudste manucript van de Gallische Oorlog van Caesar ligt in het Allard Pierson-museum in Amsterdam.

Als ik u zeg dat het was in het voorjaar van het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius later als consuls hun naam zouden geven, dus zeg maar 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat dit een blogje is in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Het vaarseizoen

Ik heb geen idee, maar we mogen speculeren. Om te beginnen was het vaarseizoen begonnen. Voor de stad Rome was dat goed nieuws, want nu konden graanschepen naar Italië komen. Doorgaans kwamen die van Sicilië en uit Afrika, maar in die laatste provincie waren Caesars tegenstanders zich aan het verzamelen. Het lijdt geen twijfel dat die het graan liever behielden voor de legers die ze daar opbouwden. In Italië dreigde hongersnood. Caesar zal graanschepen vanuit Egypte hebben willen sturen, maar zolang zijn tegenstanders beschikten over een goede vloot, was dat riskant.

Lees verder “Caesar aan het werk”