Thalatta, thalatta

De Aras (de antieke Araxes)

We hadden Xenofon vorige week achtergelaten in een besneeuwd Armenië. Volgens de meeste commentatoren trok hij van Cizre via Bitlis naar Muş. Daarna groeit de verdeeldheid. De Duitse krijgshistoricus Otto Lendle veronderstelt dat de huurlingen bij het bereiken van de bovenloop van de Aras stroomopwaarts naar het westen trokken tot ze bij Erzurum kwamen. Daar sloegen ze af naar het noorden. Andere commentatoren gaan ervan uit dat de soldaten de Aras oostwaarts volgden en dat de wending naar het noorden een eind stroomafwaarts plaatsvond. De samenstellers van de Landmark-Xenofon houden het op een punt 130 km ten oosten van Erzurum maar ik heb ook een theorie gezien die de bocht naar het noorden nog eens 130 km verder plaatst, op de grens van het huidige Turkije en Armenië.

De Çoruh

Hoe dat ook zij, na allerlei onprettige ontmoetingen met bergstammen die de Griekse huurlingen wilden tegenhouden, bereikten Xenofons mannen de rivier Çoruh. Hierover bestaat onder de diverse commentatoren weer consensus. De  soldaten trokken stroomopwaarts en kwamen bijvoorbeeld langs de plek waar nu de stad Ispir staat. Ze wisten dat ze zich nu bevonden in het achterland van de Griekse steden langs de Zwarte Zee, maar waar precies, was onduidelijk. Daardoor wordt het ook voor ons weer onduidelijk vanaf het moment dat ze de bij Bayburt de bronnen van de Çoruh hadden bereikt.

De bovenloop van de Çoruh

Thalatta, thalatta

Jammer, want uitgerekend hier moeten we de beroemdste, veel geciteerde passage uit de Anabasis plaatsen. Ik zal haar u niet onthouden. Hier is ze, in de vertaling van Marc Moonen.

De vijfde dag bereikten ze een berg genaamd Theches. De mannen van de voorhoede waren maar net op de top gekomen of luide kreten klonken op. Toen Xenofon en zijn achterhoede dat hoorden, dachten ze dat de vijand ook de voorhoede aanviel, want zijzelf werden achtervolgd door inwoners uit de platgebrande streek. De soldaten van de achterhoede hadden er reeds enigen gedood en een paar anderen krijgsgevangen gemaakt in een hinderlaag, waarbij ze de hand hadden gelegd op een twintigtal schilden van ongelooide en ongeschraapte runderhuid. Toen het geschreeuw steeds luider werd en dichterbij kwam, en iedere volgende groep in looppas naar hun kameraden snelde die maar bleven schreeuwen, en het geschreeuw nog luider werd naargelang het aantal groter werd, meende Xenofon dat er iets heel belangrijks aan de hand was. Hij sprong te paard, nam Lykios en zijn ruiterij mee en stormde naar voren om te helpen. En al spoedig hoorden ze de soldaten schreeuwen en hun kameraden toeroepen: “De zee! De zee!”

(Thalatta, thalatta. De grote lieve moeder. De snotgroene zee. De scrotumverschrompelende zee. De wijnrode zee. Ik zeg het maar even. Dat u niet denkt dat ik mijn klassieken niet ken.)

Afdaling naar Trabzon

Vervolgens daalden de soldaten af naar de kust, waar ze de havenstad Trapezos bereikten, het huidige Trabzon. Er liggen diverse rivierdalen, we weten niet langs welk men is gekomen. De Grieken wisten nu echter dat ze ooit de Egeïsche Zee zouden terugzien. Met meer dan 13.000 waren ze eind november 401 vanaf het slagveld bij Kounaxa vertrokken. Het was nu mei 400. Ongeveer de helft daarvan had de Armeense winter overleefd.

PS

Vandaag gaat de blog online die ik heb gebouwd rond mijn nieuwe boek Hannibal in de Alpen. De blog is hier. Het boek bestelt u daar. De presentatie kunt u online meemaken via de website van het Rijksmuseum van Oudheden.

Deel dit:

5 gedachtes over “Thalatta, thalatta

  1. Gert M. Knepper

    “Thalatta, thalatta. (…) Ik zeg het maar even. Dat u niet denkt dat ik mijn klassieken niet ken.”
    Nee hoor, ik zou niet durven. Maar het kan nóg beter. De soldaten spraken een ander dialect dan het Attisch Grieks dat jij hun in de mond legt. Ze riepen niet “thalatta, thalatta”, maar “thalassa, thalassa”.

    1. Gert M. Knepper

      Gelukkig ben ik zelf de eerste die reageert, in het boetekleed nog wel. Want: Jona had gelijk, en ik ongelijk: de soldaten riepen wel degelijk “thalatta, thalatta”. Ik kende mijn klassieken duidelijk niet goed genoeg.

  2. Gert M. Knepper

    Het Attische (zeg maar: klassiek Atheense) woord voor zee is ’thalatta’. ‘Thalassa’, met twee sigma’s dus, is Jonisch (ruwweg de taal van o.m. Homerus en Herodotus), en ook Koinè-Grieks: de Griekse lingua franca vanaf Alexander de Grote. Het Nieuwgriekse woord luidt nog steeds thálassa.

  3. Dirk Zwysen

    Dat is zoals ik elke juli ontdaan mompel dat ik eindelijk “de zieë” zie, terwijl de inboorlingen dat gewoon “’t zeitje” noemen.

Reacties zijn gesloten.