Dacia Felix: de Skythen

Skythische krijger, eind zesde eeuw v.Chr.

Ik blogde gisteravond over de expositie “Dacia Felix” in het Gallo-Romeins museum in Tongeren. Ze behandelt de geschiedenis van wat Dacië, het huidige Roemenië, tussen pakweg 650 v.Chr. en 200 na Chr. en dat wil zeggen dat verschillende volken aan de orde komen, die elk op een bepaald moment invloed hadden. De Thracische stam der Geten valt te beschouwen als autochtoon. Er spoelden wat Grieken aan de Zwarte Zee-kust aan. De Skythen arriveerden in de zesde eeuw uit het oosten en de Kelten bereikten de regio in de vierde eeuw v.Chr. Deze vier groepen hebben allemaal in meerdere of mindere mate bijgedragen aan het ontstaan van het koninkrijk Dacië, dat in de jaren 101-106 na Chr. werd ingelijfd door de Romeinse keizer Trajanus.

De Skythen

De Skythen behoren tot de steppenomaden van Centraal-Azië. Ze spraken een Indo-Iraanse taal en begonnen in pakweg de achtste eeuw v.Chr. aan hun tocht naar het westen, waar ze de gebieden overnamen van de Kimmeriërs. Achter de Skythen kwamen de Sauromaten aan, eveneens naar het westen migrerend. De verklaring van deze westwaartse beweging, die nog eindeloos vaak zou plaatsvinden (Hunnen, Avaren, Turken, Magyaren, Mongolen…) is dat de Euraziatische steppe van oost naar west vochtiger wordt, zodat nomaden liever westwaarts trekken dan vice versa. De Skythen zijn maar één zo’n volk geweest, maar we hebben in het vierde boek van HerodotosHistoriën een puike beschrijving van hun leefwijze, die niet eens zo beroerd is.

Het is daarbij pertinent niet waar wat je weleens leest, dat de Skythen een soort anti-Griek zijn. Daarvoor zijn Herodotos’ beschrijvingen van het land en de leefwijze van de Skythen te accuraat. Hij zet het alleen steeds iets vetter aan dan het feitelijk was.

Deze Skythen vestigden zich in de zesde eeuw v.Chr. bij de Geten, terwijl anderen verder trokken, dwars door Dacië ofwel Roemenië, om zich tot in Hongarije met de al bestaande bevolking te vermengen. Gezeten op hun paarden dreven ze grote kuddes voor zich uit en zo bewogen ze met de seizoenen heen en weer over de steppe, waar ze overigens ook wel enkele vaste woonplaatsen hadden, zoals de plekken waar de koningen lagen begraven. Enkele enorme nederzettingen zijn eveneens bekend. Daar woonden dan de smeden, die prachtige kunstvoorwerpen maakten, vol mythologische en dierenmotieven, die ze deelden met de Geten. De griffioen is een voorbeeld.

Darius

Herodotos had een mindere dag toen hij de veldtocht van Darius de Grote tegen de Skythen beschreef, maar ik denk dat wel zeker is dat de Perzische koning rond 513 v.Chr. de Donau bereikte en daar een brug liet slaan. Een inscriptie die een paar jaar geleden op de Krim is gevonden, zou geïnterpreteerd kunnen worden als bewijs dat de Perzen nog knap ver zijn gekomen.

Niet ver van de Donaubrug is bij het Roemeense stadje Lumina een grafheuvel opgeworpen waar het standbeeld hierboven is te zien. Het stelt een krijger voor, bewapend met een bijl, een kort zwaard en een dolk. Het aardige is dat het beeld is gemaakt in het laatste kwart van de zesde eeuw. Ik vind het een leuke gedachte dat deze krijger en de beeldhouwer moeten het leger van Darius hebben gezien.

[Wordt vervolgd. Als u over de Skythen meer wil weten is er, behalve de catalogus van de Dacia Felix-expositie, Barry Cunliffes boek The Scythians.

Ander tips voor deze kerstvakantie: er is in Amsterdam in het Allard Pierson-museum een leuke tentoonstelling over de god Bes en in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden een goede expositie over Cyprus. De Tongerse tentoonstelling “Dacia Felix” valt prima te combineren met de expositie “Racines, les civilisations du Bas-Danube” in het Grand Curtius-museum in Luik.]

Deel dit:

13 gedachtes over “Dacia Felix: de Skythen

  1. Staat deze krijger in zijn blote kont of zie ik dat verkeerd en gaat het om de weergave van het uiteinde van een riem? Hij heeft wel een jasje aan (met een kraag?). Die ruitvorm, heeft hij die in zijn handen? En wat een gesoigneerd baardje. Of is het alleen een snor? Onbeantwoordbare vragen. Maar ondanks zijn misschien wat onbeholpen uitvoering plus slijtage heeft de krijger op deze stele een présence van heb ik jou daar.

      1. Dank! Is dat wat de onderkant van een jasje of hes lijkt mogelijk de weergave van de riem waaraan de wapens hangen waar je aan refereert? Nu ik nog eens wat beter kijk zie ik ook tepels, als het tenminste geen ornamentatie op een jasje is… Doet denken aan die naakte Hoplieten waar je het laatst over had.

  2. jacob krekel

    Zo hier en daar een beetje eufemistisch.
    “werd ingelijfd door de Romeinse keizer Trajanus.”
    Dit inlijven verschilt nogal van de inlijving bij Frankrijk in 1810. Nadat T had huisgehouden was de bevolking zozeer in aantal gedaald dat er plaats was voor tal van Latijn sprekende kolonisten.
    “waar ze de gebieden overnamen van de Kimmeriërs.” Veroverden? En wat gebeurde daarna met de Kimmeriers?
    “om zich tot in Hongarije met de al bestaande bevolking te vermengen”. Tja, zo’n plaatselijk meisje wilde natuurlijke ook wel eens zo’n hunk van een Skyt.
    “Ik vind het een leuke gedachte dat deze krijger en de beeldhouwer moeten het leger van Darius hebben gezien” . In vind het een gruwelijke gedachte, een leger is niet een toeristische attractie.
    Ik vroeg me ook af wat ik me moet voorstellen bij:
    “De Thracische stam der Geten beschouwen als autochtoon.” Het ontbrekende onderwerp maakt de zin wat moeilijk te begrijpen: zijzelf, of moderne geleerden? Maar mijn hoofdprobleem met deze uitspraak is dat alleen de eerste Atheense koningen autochtoon waren (door de aarde ter plaatse gebaard) en verder helemaal niemand. Iedereen stamt af van mensen die gemigreerd zijn naar de plaats waar hij of zij geboren is.

    1. Ben Spaans

      Enkele enorme nederzettingen bestonden ook, daar woonden de smeden – hoe enorm is enorm? Tegen de 5000? 10.000? Nog meer?

    1. Daar ben ik helaas niet heen geweest. Ik herinner me overigens dat de Nieuwe Kerk reclame maakte met “eerste expositie” terwijl er al een was geweest in Rotterdam dus.

      1. Als je de expositie ‘Het goud der Thraciërs’ bedoelt (Boymans-van Beuningen, 1984), dan ‘gooi’ je de Thraciërs op een hoop met de Scythen (Nieuwe Kerk, 1993/1994). Of was er eerder een expositie over de Scythen in Rotterdam?

Reacties zijn gesloten.