Geliefd boek: Palaces for the People

“Je wordt toch verliefd op iemand omdat je die leuk vindt,” zei ooit een eerstejaarsstudente tegen mij als docent sociologie. Sociologen zijn meer geïnteresseerd in de vraag waar het van afhangt dat mensen elkaar zullen ontmoeten. Mijn tegenvraag was dan ook naar welke cafés of disco’s ze ging, en waarom. De mogelijkheid dat mensen op elkaar verliefd worden is immers ingeperkt door de sociale en fysieke omgeving waarin ze verkeren. Dat was al het uitgangspunt van mijn favoriete stadssociologie uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, de zogenaamde Chicago School:

It has focused on human behaviour as shaped by social structures and physical environmental factors, rather than genetic and personal characteristics. As applied to humans who are considered responsible for their own destinies, members of the school believed that the natural environment, which the community inhabits, is a major factor in shaping human behaviour, and that the city functions as a microcosm.

Eric Klinenberg

Voor de Amerikaanse socioloog Eric Klinenberg (1970), een late aanhanger van die Chicago School, zijn ontmoetingsplaatsen het uitgangspunt voor zijn analyses. In zijn Palaces for the People. How Social Infrastructure Can Help Fight Inequality, Polarization and the Decline of Civic Life (2018) betoogt hij dat de toekomst van democratieën niet alleen afhangt van gedeelde normen en waarden, maar ook van gedeelde ontmoetingsruimtes. De lange ondertitel geeft goed aan waar het Klinenberg om te doen is. Geen abstract sociologisch, maar veel voorbeelden uit de Amerikaanse praktijk. Bij iedere voorziening, gebouw of institutie stelt de schrijver zich de vraag of deze meer of minder gelegenheid bieden om elkaar te ontmoeten en met elkaar om te gaan.

De auteur leerde ik kennen vanwege een hittegolf. In Parijs maakte ik de beruchte canicule van augustus 2003 mee. Er stierven veel eenzame bejaarden. Hun kinderen en veel medisch personeel waren in die vakantiemaand de stad uit. Op zoek naar literatuur over hittegolven stuitte ik op de briljante studie over een hittegolf in Chicago, Heat Wave (2002) van Eric Klinenberg. Om uit de blurb bij zijn boek te citeren:

Rather than view the deaths as the inevitable consequences of natural disaster, the sociologist Eric Klinenberg decided to figure out why so many people – and specifically, so many elderly, poor, and isolated people – died and to identify the social and political failures that together made the heat wave so deadly.

Dat zijn goede vragen die over de gevolgen van het Nederlandse coronabeleid nog gesteld moeten worden.

De openbare bibliotheek

De titel Palaces for the People verwijst naar de staalbaron en filantroop Andrew Carnegie (1835-1919) die openbare bibliotheken “palaces for the people” noemde. Als kind bezocht hij graag bibliotheken en eenmaal puissant rijk richtte hij duizenden openbare bibliotheken op met als doel kinderen gratis kennis te laten opdoen. Klinenberg beschrijft openbare bibliotheken als belangrijke ontmoetingsplaatsen voor een grote diversiteit aan bezoekers.

Een openbare bibliotheek: klinkt dat niet een beetje ouderwets nu zoveel informatie op internet beschikbaar is? Maar dat is nonsens. Nederlandse openbare bibliotheken bruisen van activiteiten. Scholieren en studenten vinden er een werkplek; er wordt voorgelezen en er zijn lessen in de Nederlandse taal; bezoekers lezen kranten, raadplegen of lenen boeken, en brengen ze ook weer terug. Internet en Wifi zijn gratis beschikbaar. Vaak is er een kantine waar mensen afspreken en vreemden elkaar kunnen ontmoeten. De openbare bibliotheek is bovendien een vraagbaak geworden voor mensen die de huidige digitale maatschappij als te ingewikkeld ervaren. Bibliotheken hebben echter vaak vrijwilligers – zeker in kleinere plaatsen – nodig om goed te blijven draaien, want er wordt soms flink op ze bezuinigd.

Moestuinen en politiebureaus

Klinenberg beperkt zich niet alleen tot lof op bibliotheken. Hij bespreekt diverse andere voorbeelden om te laten zien hoe ontmoetingen kunnen worden verbeterd. De voorbeelden gaan over verlaten stukjes grond in de stad, die van een gevaarlijke plek worden omgetoverd tot toegankelijke parken en speelterreinen. Het zijn initiatieven die vergelijkbaar zijn met de moestuin die vrouwen in Amsterdam in Zuid-Oost hebben genomen op een door criminaliteit ontoegankelijk geworden terreintje. In weer een heel ander voorbeeld gaat het over de fysieke ligging van scholen die ouders al dan niet de gelegenheid biedt om elkaar bij het halen en brengen van hun kinderen te ontmoeten.

Een spectaculair project is het politiebureau van Chicago, waar de politie een lange geschiedenis van gewelddadigheid kende en geconfronteerd werd met een groot wantrouwen van de bevolking. Een van de problemen in de buurt was het ontbreken van plekken waar jongeren elkaar konden treffen, onder andere om basketbal te spelen. Er werd een plan ontwikkeld om het politiebureau meer functies te geven en er ook een soort buurthuis van te maken, waar politieagenten en jongeren elkaar terloops bij de koffiemachine ontmoeten.

Universiteit van Chicago

Soms demonstreren projecten dat geduld nodig is. De Universiteit van Chicago is een rijke privé-universiteit. De eind negentiende-eeuw aangelegde campus biedt een lommerrijke omgeving met veel neogotische gebouwen. Maar de buurten rondom de Universiteit zijn demografisch en etnisch sterk veranderd in de loop der jaren. De relatie tussen universiteit en de buurten werd problematisch.

Despite a rhetorical commitment to liberalism and tolerance, during 1950s the university’s leaders established a fund they could use for ‘area protection’ against what the former director of community interest called ‘negro invasion’.

Tegenwoordig is de diversiteit van de studenten groter. Maar African American studenten vormen slechts tien porcenten van de populatie, terwijl bijvoorbeeld in de aangrenzende buurt dat percentage op 85 ligt. Het is tegen deze historische achtergrond dat Klinenberg zijn verhaal vertelt over onder andere een café opgericht als ontmoetingsplaats tussen buurtbewoners en studenten van de campus. Dat liep aanvankelijk moeizaam maar nu:

The café is bustling and there’s a diverse clientele: students poring over books, freelancers on laptops, retirees sipping coffee.

Wie rondkijkt in Amsterdam kan soms iets vergelijkbaars zien.

Amerika en Nederland

Sommige voorbeelden van Eric Klinenberg klinken erg Amerikaans. Maar zou het verbeteren van mogelijkheden voor ontmoetingen ook in Nederland lukken? Hier en daar zijn kleine initiatieven te zien. Een nieuwe kiosk op een plein voor koffie en gezonde broodjes is zo’n beginnetje. De goede vraag is eigenlijk of er voldoende mensen zijn die zouden willen dat het lukt en er iets voor willen doen. Hoewel ik redelijk optimistisch ben, verwacht ik zeker geen snelle resultaten. Maar laat u inspireren door dit informatieve en goed leesbare boek.

[Op mijn uitnodiging aan de vaste lezers van deze blog om geliefde boeken te delen, ging Huibert Schijf voor de alweer eenentwintigste keer in. Bedankt Huibert!]

Deel dit:

9 gedachtes over “Geliefd boek: Palaces for the People

  1. Jacob Krekel

    Lijkt me een interessant boek dat verplichte kost zou moeten zijn voor gemeenteambtenaren die voor de stadsplanning verantwoordelijk zijn. In het bijzonder in gemeenten met een rechtse meerderheid.

  2. huibree

    Wat een interessante boekbespreking weer! En ja, om de zoveel jaren wordt de emancipatoire en discriminatie dempende werking van concrete gezamenlijke projecten in stedelijke achterstandswijken herontdekt. Om vervolgens steeds weer te worden weggezet als « woke » en geldverspilling aan linkse softies. Zie het tragische lot van Vogelaar en haar « krachtwijken ».

  3. Truus Pinkster

    Ik sluit me geheel aan bovenstaande reactie ! Huib Bree neemt me de woorden juit de pen, en dat is fijn.

    Truus Pinkster (1946)

  4. Dirk Zwysen

    Interessant! Laat ons ook het voetbalstadion niet vergeten en de kwalijke evolutie om veel plaats voor dure loges te voorzien. Dokter en dokwerker zouden er schouder aan schouder moeten zitten.

    1. Huibert Schijf

      Zou u ens kunnen zeggen over openbare bibliotheken in België Ik heb er weleens bezocht in Antwerpen. Die zag er prima uit.

      1. Dirk Zwysen

        Onze lokale bibliotheek, gesticht en beheerd door parochiale vrijwilligers, kwam jaren geleden in het vizier van de overheid. Het mantra was toen schaalvergroting en professionalisering, het resultaat was sluiting. Jammer, want als kind was het wel gemakkelijk om een gezellige, vriendelijke bib om de hoek te hebben.
        De bibliotheken worden nu beheerd door de Stad. Het is iets verder weg, maar alvast die in mijn district kan bogen op een prima dienstverlening die verder gaat dan boeken ontlenen: https://antwerpen.bibliotheek.be/activiteiten

    2. FrankB

      Eens hoor, maar de ontmoetingsplaats genaamd Gelredome was afgelopen vrijdag tijdens Vitesse – Sparta een beetje te gezellig.

Reacties zijn gesloten.