
Bij gebrek aan andere overtuigende definitie stel ik voor dat we voortaan belasting beschouwen als wezenlijk aspect van de beschaving. Dat klinkt als een flauwe grap, maar ik ben serieus. Belastingen zorgen ervoor dat een verzameling individuen gemeenschappelijk omziet naar elkaar. Zonder belasting geen posterijen, geen politie, geen rechtspraak. Daarom is het falen van een belastingdienst, zoals in de Toeslagenaffaire, ook zo afschuwelijk: het betekent niets minder dan dat de gemeenschap mensen uitstoot.
Het is een andere vraag hoe je belastingen int. Eeuwenlang incasseerde de overheid een deel van de oogst. Dat varieerde van regio tot regio, afhankelijk van de vruchtbaarheid van het land, die immers bepaalde hoeveel zaaigoed een boer moest aanhouden. Je kon beter in Mesopotamië wonen dan in Griekenland. Een andere factor was de voorspelbaarheid van de oogst. Als je wist dat de oogst elk jaar ruwweg hetzelfde zou zijn, hoefde je niet méér dan het noodzakelijke op voorraad te houden. De Numidische hoogvlakte was gunstiger dan Syrië. Ondanks al deze variatie eisten de antieke overheden echter gemiddeld een tiende van de oogst.
Monetarisering
Een van de belangrijkste ontwikkelingen in de hellenistische tijd was, zoals ik op gezag van Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek al vermeldde, de monetarisering van de economie. Munten waren natuurlijk al eerder uitgevonden, ergens eind zevende eeuw v.Chr. Ze lijken aanvankelijk te hebben gediend om huurlingen te betalen: een klompje edelmetaal met de stempel van degene die gewicht en kwaliteit garandeerde. In de volgende eeuwen ontstonden kleinere coupures, waarmee mensen steeds meer alledaagse betalingen verrichtten.
De Perzische koningen sloegen de zogeheten dareiken. Die zijn vooral opgegraven in het westelijke deel van het rijk. In de meer oostelijk gelegen streken was de economie minder gemonetariseerd. Maar overal nam de monetarisering van de economie toe.
Dat versnelde dus in de hellenistische tijd. We weten zeker dat er monetair beleid was. De Ptolemaïsche koningen van Egypte kozen bijvoorbeeld een gewicht dat het omwisselen bemoeilijkte: het doel was het edelmetaal in eigen huis te houden. Mercantilisme avant la lettre dus. Een ander voorbeeld is koning Antiochos IV Epifanes, die een munthervorming doorvoerde waarbij de inzet lijkt te zijn geweest dat er meer kleingeld in omloop kwam.
Risicospreiding
De monetarisering van de belasting verplaatste het risico van een misoogst van de overheid naar de boeren. Immers, een tiende van de oogst betekende dat als de opbrengst tegenviel, de overheid minder inkomsten had en ambtenaren moest ontslaan. Geen rechters, stratenmakers en onderwijzers dus. Als de boeren daarentegen elk jaar de waarde van een tiende van de oogst in klinkende munt moesten afstaan, had de overheid de garantie van vaste inkomsten. Er viel te begroten. Men kon rechtspraak, wegenonderhoud en onderwijs continueren.
Voor de boeren, die doorgaans risicomijders zijn, was de monetarisering een prikkel om een buffer aan te leggen. Ongeacht de omvang van de oogst moest men een bepaald bedrag betalen, dus men hield dit achter de hand.
Taxes and trade
De Britse oudhistoricus Keith Hopkins opperde in 1980 dat de noodzaak een buffer aan te houden, weleens een prikkel kan zijn geweest voor de antieke economie. De meeste boeren streefden naar autarkie. Maar dat ging niet langer. De peasants moesten voortaan af en toe naar de markt om door handel het zilver te bemachtigen dat nodig was voor de belastinggaarder. Het was daarom aantrekkelijk iets te produceren waar vraag naar was. Dat zou de handel en dus de economische groei hebben bevorderd.
Hopkins noemde dit het “Taxes and Trade Model” en erkende dat het moeilijk zou zijn te bewijzen dat de voorspelde economische groei daadwerkelijk optrad. We kampen in de oude wereld immers met dataschaarste.
Voor zover mij bekend is er inderdaad nooit voldoende bewijs gevonden voor deze theorie. Oudheidkundigen roepen haar echter regelmatig in als mogelijke verklaring wanneer ze economische groei constateren. En die economische groei, hoe marginaal ook, is er in de hellenistische tijd zeker wel. Bewijs is lastig, maar de monetarisering van de economie kan de welvaart hebben vergroot.
Wel een erg roze blik hoor.
De heersers hieven in de eerste plaats belasting voor zichzelf.
Niets wat JonaL schrijft spreekt dat tegen. Integendeel: “verplaatste het risico …..”
Duidelijke uitleg. Dank!!
Grappig dat dat percentage over lange tijd gelijk blijft: met ’tiendschuren’ en ’tienden’ zijn we al heel wat jaren verder. Het zal zo ongeveer de limiet zijn die de boer kon missen neem ik aan.
Geld en belasting hoort zonder meer in rijtje vuursteen, wiel, stoommachine, computer, internet. Autarkie -Crusoe economie- perfect onwerkbaar. Geld vergemakkelijkt oneindig maal het doen van transacties en sparen, transacties met de toekomst. In tijden van cryptocurrencies is het belangrijk om te beseffen dat geld gebaseerd is op vertrouwen en een collectief goed is en dat je geldsysteem daarom niet aan “het individu”/de markt/ FinTech kunt overlaten maar streng moet reguleren om allerlei wantoestanden te voorkomen. Chartaal geld nog altijd is van de beste systemen m.i. Grootste probleem in de geschiedenis is ongetwijfeld de hold-up en iemand een mes op de keel kunnen zetten om geld af te geven. Idem, belastingen. Belastingen noodzakelijk om collectieve goederen te voorzien en herverdeling te kunnen bereiken. Belastingstelsel moet maw efficient, rechtvaardig en effectief zijn. Indien niet (langer): aanpassen.
“Eeuwenlang incasseerde de overheid een deel van de oogst. ”
Je richt je nu op de landbouw, maar ik neem aan dat ook de veeboeren delen van hun kudde moesten afstaan? Er staat mij iets bij van boze Friezen en een (te) hoge belasting in runderhuiden aan de Romeinen, maar ook een huid als symbool in vroege metalen betaalmiddelen?
Ik lees: “een tiende van de oogst betekende dat als de opbrengst tegenviel, de overheid minder inkomsten had en ambtenaren moest ontslaan. [ ] Als de boeren daarentegen elk jaar de waarde van een tiende van de oogst in klinkende munt moesten afstaan, had de overheid de garantie van vaste inkomsten.” Daarin ontbreekt de aantekening dat het bedrag van de belasting onveranderlijk was (na een eerste aanslag?), en dus niet verminderde als de oogst te laag uitviel. Gelukkig wordt dat verderop wel duidelijk gezegd.
Wat kregen die Friezen terug voor al die ‘belasting’ betaald aan de Romeinen? Weinig tot niets zou je zeggen.
Belasting heffen en schatting opleggen liepen al snel door elkaar.
Mijn bestaantje wordt overigens geheel mogelijk gemaakt door uw belastinggeld, waarvoor uiteraard dank, veel dank….🙄
De theorie is dat de invoering van munten ervoor zorgde dat boeren voortaan een vast bedrag, onafhankelijk van de opbrengst van hun akker, aan belastingen moesten betalen? En dat dat in het voordeel van de boeren was –want zo verkregen zij ‘rechters, stratenmakers en onderwijzers’. ik hoop het goed begrepen te hebben.
Dan rammelt het van alle kanten.
De reactie van boeren op de steeds verder opdringende staat was altijd (dat is, zolang het kon): wegwezen. Immers, zij mochten wel betalen maar ze wisten heel goed dat er voor hen geen rechters, stratenmakers of onderwijzers waren.
Behoed u voor boekenwijsheid.
Het een sluit het ander niet uit. Dat de economie groeide doordat stabiliteit ontstond, wat ik beschreef, sluit niet uit dat er ressentimenten waren, waar ik het dit keer niet over had. Dat komt een andere keer wel weer.
Die ‘emotie’ was met een knipoog, er is niet veel moed voor nodig om hier kritisch te reageren. Wat wel serieus was, is dat boeren tegenover een opdringende en brutale staat andere strategiën hebben (hadden).
U zegt wat ik niet durfde zeggen. Zo’n zwak betoog en de MB…
Soms maakt emotie zich van mij meester -het is niet anders.
Uiteraard is ook dit bestudeerd. Wat de moderne tijd betreft is de klassieker Goran Hyden: Beyond Ujamaa in Tanzania, 1980.
Boeren van duizenden jaren terug kregen voor hun belastingafdracht ‘rechters, stratenmakers en onderwijzers terug’ – kom op, is dit een ‘kwinkslag’ of zo?
Schatting is niet hetzelfde belastingen zoals wij die vandaag de dag zouden herkennen.
Dat is waar het in dit stuk misloopt volgens mij.