MoM | Altijd te weinig bewijsmateriaal (2)

Grafmasker uit Nineveh (British Museum, Londen)

In het eerste deel van dit stukje wees ik erop dat er discussie is over het bestaan van een Damis-bron die Filostratos kan hebben gebruikt bij het schijven van het Leven van Apollonios van Tyana. Eén van de argumenten daartegen is dat Filostratos Damis typeert als inwoner van Ninos, dat wil zeggen Nineveh. Die stad was echter in 612 v.Chr. verwoest,  wat zou suggereren dat Filostratos iets verzon.

***

Nineveh was dan wel in 612 verwoest, de stad was niet volledig verlaten. De Atheense huurling Xenofon bezocht “Mespila”, zoals de stad inmiddels heette, in 401 v.Chr. en beschrijft de stadsmuren (Anabasis 3.4.10). De dag ervoor daarvoor had hij “Larissa” bezocht, waarin we Nimrud herkennen. Xenofon vertelt hoe de bewoners van die stad waren gevlucht naar de ziggurat die onlangs door ISIS richting Tigris is geschoven (Anabasis 3.4.6-9).

In beide steden zijn voorwerpen gevonden uit alle eeuwen. Toen ik vorig jaar een Nineveh-nummer van Ancient History Magazine redigeerde, plaatste ik een afbeelding van wat oorbellen uit de Parthische tijd maar het grafmasker dat dit artikel siert zou eveneens hebben gekund. Het dateert uit de tweede eeuw na Chr. Opnieuw verbreden we het werkterrein door er aanvullende informatie bij te halen, en wel uit de archeologie. Simpel gezegd: de oudheidkundige die Filostratos in de schoenen schoof dat hij Damis uit een niet-meer-bestaande stad liet komen, vergat dat er meer informatie bestaat dan alleen tekstuele.

Lees verder “MoM | Altijd te weinig bewijsmateriaal (2)”

MoM | Altijd te weinig bewijsmateriaal (1)

Grafmasker uit Nineveh (British Museum, Londen)

Ik heb het al eerder geschreven maar doe het nog een keer: als je bezig bent met de Oudheid, heb je altijd te weinig bewijsmateriaal en kun je je niet permitteren ook maar één snippertje informatie te negeren. Het bovenstaande gouden grafmasker – gevonden in Nineveh, behorend tot de collectie van het British Museum en momenteel te zien op de Nineveh-expositie in het Rijksmuseum van Oudheden – illustreert dit punt.

Maar eerst een filologische kwestie. In de derde eeuw schreef de Griekse auteur Filostratos het Leven van Apollonios van Tyana, een geromantiseerde biografie van een charismatische wijze-wonderdoener uit de eerste eeuw na Chr. die in alle uithoeken van de destijds bekende wereld wijsheid zou hebben gezocht. Op zijn reis richting India ontmoette hij in “Ninos” zijn leerling Damis, die memoires op schrift zou hebben gesteld die voor Filostratos een bron van informatie zouden zijn geweest.

Lees verder “MoM | Altijd te weinig bewijsmateriaal (1)”

MoM | Dataschaarste

Vandaag een onderwerp dat ik al vaker heb genoemd, maar desondanks centraal stel omdat ik het nodig heb voor een volgend stukje: het gemeenschappelijke probleem van de oudheidkundige disciplines, onvoldoende data. Zelfs al liggen de archeologische depots zó boordevol voorwerpen dat er achterstanden zijn bij de verwerking, zelfs al zijn er tienduizenden teksten, het is altijd onvoldoende. Voor een deel is dit de normale gang van zaken: wetenschappers hebben altijd te weinig gegevens en zijn daarom voortdurend bezig met het verweven van nieuwe data. Meer is altijd beter.

Het snijdt in de oudheidkundige disciplines echter extra diep omdat de middelen ontbreken om het informatiegebrek betekenisvol op te lossen. Zoals we geen gerichte opgraving kunnen doen om vast te stellen hoe de commandant heette die Troje VIIa verwoestte, zo kunnen we Cicero niet vragen waarom hij zijn vriend Atticus schrijft vader van een dochter te zijn geworden zonder te vertellen hoe het meisje heet. De simpelste vragen – waarom wordt er in antieke teksten zoveel gehuild? is dat beeldspraak of huilde men zo vaak? – zijn in feite onbeantwoordbaar. Als van alles wat ooit in het Nederlands is geschreven 99,9% verloren gaat, zal een toekomstige wetenschapper zich afvragen of “de zon komt op” een beeldspraak is of dat we werkelijk dachten dat de zon om de aarde draaide.

Lees verder “MoM | Dataschaarste”

Schaarse data, diepe haat

De Cyruscilinder. Dit is geen mensenrechtendocument.
De Cyruscilinder. Dit is geen mensenrechtendocument.

Ik heb wel vaker verteld: de Oudheid is zo belangrijk niet. We weten er heel weinig van. Welk onderwerp je ook bestudeert, je hebt te weinig informatie. Zelfs de 130.000 kleitabletten in het British Museum (100.000 ongepubliceerd), de bijna duizend Dode Zee-rollen en de archeologische data-explosie van de laatste jaren vullen maar heel weinig lacunes. Als een vraag een beetje complex en dus relevant wordt, staat een oudheidkundige al snel met zijn mond vol tanden.

Het fijne is hierdoor wel dat de Oudheid jouw idee over hoe het ooit is geweest zelden tegenspreekt. Let wel: het is niet altijd subjectief. Verschillende meningen zijn niet altijd “verschil aan inzicht” maar kunnen ook duiden op beter inzicht. Als je methodisch te werk gaat én alle beschikbare data bekijkt, is verbetering van oudheidkundige kennis wel degelijk mogelijk. Dat gaat weliswaar met kleine stapjes, maar we kunnen ze zetten en na verloop van tijd blijken we dan toch een eind te zijn opgeschoten. Dáár zit de vooruitgang in de wetenschap. Niettemin: het is vaak niet meteen te zien waarom een denkbeeld over de oude wereld niet kan kloppen.

Lees verder “Schaarse data, diepe haat”