Belasting, monetarisering en handel

De monetarisering van de economie in beeld: een schat van Ptolemaïsche munten uit het Huis van Dionysos in Pafos (Cyprusmuseum, Nicosia)

Bij gebrek aan andere overtuigende definitie stel ik voor dat we voortaan belasting beschouwen als wezenlijk aspect van de beschaving. Dat klinkt als een flauwe grap, maar ik ben serieus. Belastingen zorgen ervoor dat een verzameling individuen gemeenschappelijk omziet naar elkaar. Zonder belasting geen posterijen, geen politie, geen rechtspraak. Daarom is het falen van een belastingdienst, zoals in de Toeslagenaffaire, ook zo afschuwelijk: het betekent niets minder dan dat de gemeenschap mensen uitstoot.

Het is een andere vraag hoe je belastingen int. Eeuwenlang incasseerde de overheid een deel van de oogst. Dat varieerde van regio tot regio, afhankelijk van de vruchtbaarheid van het land, die immers bepaalde hoeveel zaaigoed een boer moest aanhouden. Je kon beter in Mesopotamië wonen dan in Griekenland. Een andere factor was de voorspelbaarheid van de oogst. Als je wist dat de oogst elk jaar ruwweg hetzelfde zou zijn, hoefde je niet méér dan het noodzakelijke op voorraad te houden. De Numidische hoogvlakte was gunstiger dan Syrië. Ondanks al deze variatie eisten de antieke overheden echter gemiddeld een tiende van de oogst.

Lees verder “Belasting, monetarisering en handel”

Geld, cultuur en welzijn (1)

Het Romeinse Rijk behoorde tot de grootste, rijkste en meest stabiele rijken in de wereldgeschiedenis. Hoe valt het economisch succes van het Romeinse Rijk te verklaren? Dat is de vraag die Daniel Hoyer wil beantwoorden in Money, Culture, and Well-Being in Rome’s Economic Development, 0-275 CE (2018). Hij beperkt zich tot pakweg de eerste drie eeuwen van de jaartelling. En bovendien tot het westelijk deel van het Romeinse Rijk, inclusief de Afrikaanse provincies. De derde eeuw is van belang omdat toen economische stagnatie optrad. Handig als je hypotheses over bepalende factoren voor economische groei wilt toetsen.

Doel en doelgroep

Het boek is op het niveau van alinea’s helder geschreven, bondig en ter zake. Als je het letterlijk voorleest, heb je een hoorcollege. De structuur is minder doorwrocht en maakt een rommelige indruk. Een blik op de koppen en subkoppen geeft geen goed voorgevoel. Die indruk wordt al lezende helaas bevestigd. En laten we wel zijn, de titel is ook niet bepaald om in te lijsten.

Lees verder “Geld, cultuur en welzijn (1)”

De “Everest Fallacy”

Op de achtergrond de westelijke uitlopers van de Himalaya.

De Everest Fallacy is het beste te introduceren met een voorbeeld. In de tweede eeuw v.Chr. gold in Rome de regel dat dienstplichtigen deelnamen aan niet meer dan zes veldtochten. Er was echter een tendens mannen vaker onder de wapenen te roepen. Oudhistorici illustreren deze ontwikkeling weleens door te verwijzen naar een toespraak die volgens de Romeinse historicus Livius in 171 v.Chr. werd gehouden door ene Spurius Ligustinus. Als we Livius moeten geloven – en er is geen reden om dat niet te doen – had deze krijger in tweeëntwintig veldtochten gediend en eiste hij nu dat hij niet zou worden gedegradeerd.

Dit is een indrukwekkend redevoering maar het is slechte logica dit te beschouwen als bewijs voor de Romeinse rekruteringspraktijk. Het incident is namelijk in onze bronnen vermeld omdat het zo uitzonderlijk was. Het kan daarom niet worden gebruikt als bewijs dat soldaten steeds vaker gedwongen werden deel te nemen aan meer dan zes veldtochten. Het extreme is het representatieve niet.

Lees verder “De “Everest Fallacy””