Kidinnu

Kidinnu leefde vermoedelijk in de tijd van Alexander de Grote en het is niet uit te sluiten dat hij het Astronomische Dagboek heeft geschreven dat de slag bij Gaugamela vermeldt (British Museum, Londen).

De Babylonische astronomie, waarover ik gisteren blogde, is anoniem. We kennen de namen van enkele sterrenkundigen, maar we kunnen die niet koppelen aan deze of gene ontdekking. Er is één uitzondering: Kidinnu.

Misschien kunnen we de invoering van de zesenzeventigjarige kalendercyclus, waarover ik het gisteren had, aan hem toeschrijven. We hebben al gezien dat de Babylonische wetenschappers in de vierde eeuw v.Chr. nauwkeurige schattingen maakten van de lengte van het zonnejaar en de synodische maand. Kidinnu beschikte zeker over voldoende data om de zesenzeventigjarige cyclus uit af te kunnen leiden. Dat Kidinnu dit mogelijk kon doen, wil echter niet zeggen dat hij het feitelijk deed.

Lees verder “Kidinnu”

De Nijlcruise van Caesar en Kleopatra

Kleopatra en Caesar: scène uit de speelfilm Cleopatra (1963)

Als ik u zeg dat het was in de maand phamenoth in het vijfde regeringsjaar van koningin Kleopatra VII Filopator, en als ik dat omreken naar maart 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Kleopatra en Caesar

We hebben geen idee. Hij is zoek. Op 27 maart, onze 6 februari, was hij in Alexandrië en op 28 juni, onze 17 april, neemt hij daar afscheid. Waar hij in de tussenliggende tijd was, is onbekend. Er is wel beweerd dat hij met Kleopatra een cruise maakte over de Nijl, maar daarvoor is geen bewijs. Het is meer Hollywood  (zie boven) dan feit.

Van de andere kant: sinds het oversteken van de Rubico waren zevenentwintig maanden verstreken, maanden waarin hij voortdurend op reis was geweest en had moeten vechten. Voor Kleopatra gold hetzelfde: haar troonsbestijging, die gewoon in overeenstemming was met het testament van haar vader, was vier jaar lang onzeker geweest. Ze had vaak in levensgevaar verkeerd. Ze was zwanger. Als er ooit bewijs komt voor een vakantie in de maanden waarin zeevaart sowieso moeilijk was, zal niemand ervan opkijken. Wie weet duikt nog eens een tekst op over een bezoek aan de piramiden of de Memnonkolossen, die voor Romeinse bezoekers onweerstaanbaar waren.

Lees verder “De Nijlcruise van Caesar en Kleopatra”

Hedonisme (5): Epikouros en daarna

Portret van een filosoof, niet per se een aanhanger van het epicurisme (Museum van Dion)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

In Epikouros’ tuin waren ook slaven en vrouwen welkom, wat in die tijd niet vanzelfsprekend was. Voor Epikouros was ieder mens echter in potentie gelijk aan ieder ander. Dat maakte hem nog niet tot politiek activist. Hij raadde de mensen aan een teruggetrokken en onmaatschappelijk leven te leiden. Wie ongelukkig wil worden, die moet vooral carrière maken. Dat leidt immers alleen maar tot botsingen en complicaties. Een carrière leidt nooit tot verzadiging.

Epicurisme en maatschappij

Het meest maatschappelijke onderdeel van Epikouros’ filosofie was wellicht zijn omschrijving van het recht. Natuurlijk recht is volgens hem een afspraak die gericht is op wederkerig nut. De kern van die afspraak is dat men elkaar niet benadeelt. Dit recht is beperkt tot rationele en redelijke wezens. Voor wezens die niet bereid of in staat zijn verdragen te sluiten, bestaat er volgens Epikouros geen recht. Dierenrechten kunnen volgens deze filosofie dus niet bestaan. Om rechten te hebben moet men menselijke hersens bezitten.

Lees verder “Hedonisme (5): Epikouros en daarna”

Hedonisme (4): De tuin van Epikouros

Epikouros (Museo Barracco, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

Een eeuw na Aristippos, omstreeks 305 voor Christus, kocht de filosoof Epikouros een huis met een grote ommuurde achtertuin in Athene. In die tuin onderwees hij zijn versie van het hedonisme, dat daarmee pas echt een grote stroming werd. Dat zou zo zijn in de hele hellenistische wereld en ook in de eeuwen daarna.

Zo’n hedonistische tuin spreekt natuurlijk tot de verbeelding, maar wie hoopt dat die epicurische tuin het toneel was van woeste orgieën wordt teleurgesteld. Zoeken naar genot op korte termijn leidt volgens Epikouros niet tot bevrediging. Integendeel. Wie teveel eet wordt ongezond. Teveel drinken leidt tot een kater. Kortzichtige genotzucht leidt tot verslaving. En daarbij moeten we soms nu eenmaal minder leuke dingen doen om leuke dingen te bereiken.

Lees verder “Hedonisme (4): De tuin van Epikouros”

Hedonisme (3): De Cyreense School

Portret van een voorname dame uit Kyrene (Louvre, Parijs)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

Over de positie van de vrouw in de Oudheid hoeven we ons geen al te grote illusies te maken. Machtige vrouwen zijn er destijds zeker geweest, maar meestal slechts als verlengstuk van hun man, eventueel tot na zijn dood. Als er iemand was die aan deze conventie lak kon hebben, was het Aristippos.

Arete

Hij stichtte uiteindelijk een school in de stad Kyrene, een Griekse stad in het noordoosten van het huidige Libië. Als hoofd van deze filosofische school werd hij opgevolgd door een vrouw: Arete, zijn dochter.

Lees verder “Hedonisme (3): De Cyreense School”

Hedonisme (2): Aristippos’ idee van vrijheid

Kop van een filosoof, niet per se Aristippos (Museum van Selçuk)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

Aristippos, over wie we het gisteren hadden, gebruikte zijn spitsvondigheden en wijsheden om geld te verdienen en genotvolle ervaringen op te doen. Dit werd hem door andere volgelingen van Sokrates hoogst kwalijk genomen. Sokrates zette zich immers af tegen de sofisten, met het verwijt dat ze zich lieten leiden door geld in plaats van wijsheid.

Maar Aristippos wees erop dat ook Sokrates zich door rijkere vrienden liet onderhouden. Goed, was het antwoord: Sokrates kreeg soms wat aangeboden, maar dat is iets anders dan aan de deuren staan rammelen. Waarom kloppen filosofen als Aristippos dan wel aan bij huizen van rijke mensen, en is het niet andersom? Omdat filosofen weten wat zij nodig hebben, en rijke mensen niet, antwoordde Aristippos dan.

Lees verder “Hedonisme (2): Aristippos’ idee van vrijheid”

Een Fenicisch scheppingsverhaal

Mot, de antiheld uit het Fenicische scheppingsverhaal (relief uit Ugarit; Archeologisch museum van Aleppo).

U heeft nog ongeveer een week om naar de Byblos-tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden te gaan. Misschien is het leuk nog één keer over Byblos te bloggen en daarvoor neem ik nog een citaat uit de Fenicische Geschiedenis van Filon van Byblos. De expositie legt de nadruk vooral op de Bronstijd, wat een perfect te verantwoorden keuze is, maar bij elke keuze vallen dingen overboord. Zoals de aanwijzingen die we hebben voor de godenverhalen die circuleerden.

Aanwijzingen. Méér is het niet. Over Filon heb ik al verteld dat hij een Griekstalige Romein was die schreef over het oude Fenicië. Zijn geschiedwerk bevatte euhemeristische delen, dat wil zeggen dat Filon – op gezag van een eerdere auteur Sanchouniathon? – de goden presenteerde als verdienstelijke stervelingen. Dit is een hellenistische interpretatie van de aloude mythen, maar dat laat onverlet dat die mythen dus wel ouder zijn en kunnen teruggaan op de IJzer- of Bronstijd.

Lees verder “Een Fenicisch scheppingsverhaal”

Hedonisme (1): Aristippos’ genotzucht

Beeld van een filosoof, niet Aristippos (Museum van Delfi)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten.]

De hedonisten, de filosofen van het genot, spreken tot de verbeelding. Plezier maken is nu eenmaal aantrekkelijk. De hedonisten vroegen zich af hoe we het best plezier maken. Wat geeft het meeste plezier? En hoe gebruiken we dit het meest verstandig?

Een eigenzinnige leerling van Sokrates

Voor het ontstaan van het hedonisme moeten we een stap terug doen in de tijd, naar de tijd van Plato. Daar komen we een eigenzinnige leerling van Sokrates tegen: Aristippos.

Lees verder “Hedonisme (1): Aristippos’ genotzucht”

Karthago

Gorgonenmasker uit Karthago. De gorgonen werden doorgaans gelokaliseerd in het Afrika, dus in het achterland van Karthago. (Musée national de Carthage)

Het zegt veel over de invisibilisering van de Karthaagse cultuur dat in het handboek waarover ik op donderdag schrijf, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, Karthago wordt behandeld in een paragraaf in het eerste van de hoofdstukken over Rome. En dat terwijl Karthago zeker vier eeuwen lang een grootmacht was! Vergelijk die ene paragraaf, ruwweg een pagina, met de twee dozijn bladzijden over Athene en je ziet dat er iets uit het lood staat. Maar ja, de Romeinen verwoestten Karthago in 146 v.Chr. Eeuwenlang resteerde Karthago slechts als Romeinse erfvijand.

Het archeologisch onderzoek begon al ruim twee eeuwen geleden. Sindsdien zijn we fors meer te weten gekomen, zoals u zag op de expositie in het Rijksmuseum van Oudheden. Dat maakt de door De Blois en Van der Spek geboden presentatie van Karthago eigenlijk wat teleurstellend. Net als in het hoofdstuk over Griekenland, waar ze de zwaartepunten overnamen die Herodotos en Thoukydides hebben gelegd, volgen ze de antieke bronnen. Dat is geen geschiedwetenschap maar het navertellen van bewijsmateriaal.

Lees verder “Karthago”

Oxyrhynchos (1)

Een bewoner van Oxyrhynchos, afgebeeld met schrijfgerei (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Nou blog ik afgelopen laatst over de Kopten en noem ik in dat stukje Oxyrhynchos, maar ik heb nog nooit over Oxyrhynchos geblogd! Tijd voor wat background repair.

Geschikte plek

Ik noemde al dat de Oxfordgeleerden Bernard Grenfell (1870-1926) en Arthur Hunt (1871-1934) er vanaf 1896 een soort noodopgraving deden. Ze wilden, voordat plunderaars het materiaal unprovenanced op de markt gooiden, papyri bergen. Unprovenanced papyri hebben immers geen wetenschappelijke waarde. Papyri zijn eenvoudig te vervalsen – ik schreef er elders meer over – en zulk materiaal kan dus vals zijn. De waarde ervan is even groot als die van een laboratoriumproef waarvan de opstelling niet is genoteerd.

Lees verder “Oxyrhynchos (1)”