Herodas’ Bordeelbaas

Battaros
Battaros aan het woord (illustratie Harrie Geelen)

In het vorige blogje vertelde ik u over Herodas, de hellenistische dichter. Van hem zijn acht in iambische verzen geschreven kluchten over. Hieronder is Hein van Dolens vertaling van de tweede: een redevoering van de bordeelbaas Battaros, die de rijke Thales aanklaagt omdat hij een prostituee uit zijn bordeel heeft meegenomen.

De tekst is een parodie op een Atheense rechtszaak en de genoemde Chairoondas heeft in de zesde eeuw wetten opgesteld voor verschillende Griekse steden rond de Ionische Zee.

Battaros
Heren van de jury, u betrekt in uw oordeel toch zeker
niet de afkomst en reputatie?
En evenmin dat Thales daar een kapitaal schip bezit,
maar ik geen droog brood te eten heb?

Mocht hij ten koste van mij, Battaros, het proces winnen,
dan zal het hem bitter berouwen.
Hij is een vreemdeling in de stad, net als ik,
en we leven niet zoals we zouden wensen,
maar naar de noden van de dag. Hij geniet bescherming van Mennes,
terwijl ik die van Aristophon heb. Mennes was bokskampioen
en Aristophon is nog steeds actief als worstelaar.
Nietwaar? Laat hem dan maar na zonsondergang
op straat lopen, heren, met zijn gewone overjas,
dan ervaart hij wel wie mijn bodyguard is.

Hij zal waarschijnlijk zeggen: “Ik kwam uit Akè
met tarwe aan boord. Door mij is hongersnood voorkomen.”
Maar ik heb uit Tyrus prostituees meegenomen. Wat heeft
het volk hieraan? Hij zal zijn graan niet gratis uitdelen
en ik doe dat net zo min met dit meisje.

Omdat hij de zee bevaart en een peperdure
jas draagt, terwijl ik op het land leef
in een versleten manteltje en met kapotte schoenen,
kan hij tegen mijn zin een van mijn meisjes van me afpakken,
en nog wel ’s nachts. De veiligheid van onze staat loopt
gevaar, mijne heren, en het zelfbestuur waarop u altijd
zo fier bent, wordt bedreigd door Thales.
Hij moet zich realiseren wie hij is en uit wat voor
hout hij is gesneden, hij moet leven als ik,
bevend van ontzag voor zelfs de onaanzienlijkste stedeling.
Wie tot de bovenlaag van de stad hoort
en zichzelf op de borst kan kloppen vanwege zijn afkomst,
heeft meer respect voor de wetten en voor mij als vreemdeling.
Want geen burger heeft me ooit een pak slaag gegeven
of is ’s nachts aan mijn deur geweest, niemand heeft met fakkels
mijn huis in brand gestoken of is er met een van mijn prostituees
vandoor gegaan. Maar dat onderkruipsel,
dat nu Thales heet, maar voorheen Artimmes werd genoemd, heren,
heeft dat allemaal wel gedaan. Hij toonde geen greintje ontzag
voor de wet, zijn patroon of de overheid.

Welnu, griffier, haal de wet over geweldpleging erbij
en lees die voor. En jij, beste kerel, zet
de waterklok stil, totdat hij is uitgesproken.
Stop het gat dicht zodat er geen windje ontsnapt.
en er geen stront aan de knikker komt
waardoor het beddengoed “een bruine beurt” krijgt.

Griffier
Iedere vrijgeboren burger die een slavin verkracht
of haar met voorbedachten rade molesteert, moet
een dubbele boete betalen.

Battaros
Dat komt van de grote wetgever Chairoondas,
heren van de jury, en niet uit de koker van Battaros
die Thales wil aanklagen. “Als iemand de deur inbeukt,
moet hij een mina betalen”, zegt hij, en “Als iemand een stomp geeft,
moet hij een mina extra betalen. Als iemand een huis in brand steekt
of wederrechterlijk betreedt, is de boete 1000 drachmen,
en dubbel zoveel als hij schade toebrengt.”

Hij was de stichter van een stad, Thales, maar jij
hebt geen benul van een stad of van stadsbestuur.
Vandaag sta je ingeschreven in Brikindèra,
maar gisteren was dat Abdera en als iemand
je morgen betaalt om te varen, zeil jij naar Phaselis.

Ik zal het kort houden, heren van de jury,
en u niet met omhaal van woorden vervelen.
Met al het leed dat Thales me heeft aangedaan,
voel ik me een muis die in de teer blijft plakken.
Ik ben in elkaar geslagen, de deur van mijn woning
waarvoor ik een derde als rente heb betaald, is mijn getuige,
de deurposten zijn verkoold. Myrtale, kom er eens bij,
laat je maar aan iedereen zien, schaam je voor niemand.
Kijk naar de jury daar en denk maar dat het
je vader of broers zijn die je ziet. Heren, moet u nou zien
hoe zij van onder tot boven die kale plekken heeft!
Dat fraaie sujet daar heeft haar kaal geplukt,
toen hij haar meesleepte en verkrachtte. Hij mag god danken
dat ik te oud ben, anders zou hij bloed hebben gespuugd,
zoals Philistos, zoon van Brenx, op Samos deed.

Daar moet u om lachen? Okay, ik ben een mietje, ik kom
er rond voor uit, mijn naam is Battaros, Sisymbras was
mijn grootvader en mijn vader heette Sisymbriskos,
ze waren allemaal bordeelhouders. Maar ik ben sterk
genoeg om een leeuw te wurgen, dus zeker Thales.

Misschien beweer je dat je gek op Myrtale bent. Geen probleem.
Maar ik ben gek op brood. Laten we gelijk oversteken.
Wel verdraaid, als je van binnen zo hitsig op haar bent,
stop dan mij, je vriendje, het geld voor haar in mijn hand
en daarna mag je met je bezit naar hartenlust rampetampen.

Tot nu toe heb ik tegen hem gesproken. Nu u, heren. Er is
nog één punt. Omdat er geen getuigen zijn,
moet u over de zaak naar eer en geweten beslissen.
Mogelijk wil hij alleen getuigenis van slaven hebben
en ze op de pijnbank laten getuigen, dan bied ik me aan.
Neem mij, Thales, folter me maar en houd vast
schadevergoeding bij de hand. Stel dat Minos met zijn weegschaal
deze zaak beoordeelt, dan valt zijn beslissing niet beter uit.

Kortom, mijne heren, denk niet dat u uw stem
voor de bordeelhouder Battaros uitbrengt, maar
voor alle vreemdelingen die in de stad wonen.
U kunt nu de macht van Kos en Merops aantonen,
en hoe groot de reputatie van Thessalos en Herakles is,
hoe Asklepios uit Trikka hierheen is gekomen
en waarom Phoebe juist hier Leto heeft gebaard.
Hou dit allemaal voor ogen als u recht spreekt,
eerlijk en rechtvaardig, want het zal dat slavengebroed
goed doen dat hij een afstraffing krijgt. Anders klopt
het gezegde niet dat oude mensen de waarheid spreken.

Deel dit:

7 gedachtes over “Herodas’ Bordeelbaas

  1. Saskia Sluiter

    Allereerst de illustratie van Harrie Geelen. Ik neem aan dat hij met digitale middelen is gemaakt. Wat een effect: of het in klei is getekend. En die wat morsige man, wat raak!
    De tekst liegt er ook niet om. Je ziet de scene voor je.
    Van Dolen maakt het met die gewone overjas heel herkenbaar, je merkt nauwelijks dat er zoveel eeuwen tussen zitten. Wat een klus: de actualiteit van toen vertalen zonder dat die zijn actualiteit verliest. Hulde!

    1. Tommy

      Inderdaad, beste Saskia, zo kwam het ook bij me over… Vincent Hunink is daar ook knap in… Daarnaast is de tekst an sich ook nog steeds relevant, omdat rechten van vreemdelingen (alhoewel formeel gegarandeerd) ook vandaag nog precair zijn… Zo is de uitspraak van Battaros aan de griffier een “blijvende actualiteit”: Kortom, mijne heren, denk niet dat u uw stem
      voor de bordeelhouder Battaros uitbrengt, maar
      voor alle vreemdelingen die in de stad wonen.

      Een oproep trouwens ook aan Jona; kan het interessant zijn ons eens een blogje, of meerdere ( 😉) over xenofobie of “xenofilie” in de oudheid, meer bepaald in de “Romeinse periode” aan te bieden, of valt daar weinig over te zeggen, buiten de positieve en negatieve sentimenten omtrent “Griekenland”?

      1. Zo’n blogje vind ik moeilijk. We hebben bronnen die we kunnen citeren, maar ik heb geen idee wat ze betekenen.

        Afgaand op de bronnen zou je denken dat joden slecht integreerden, maar de archeologie en bestudering van teksten als de Mishna bewezen al heel lang geleden het tegendeel. Dan blijkt dat van die slechte joodse integratie een vooroordeel te zijn van auteurs die wel hun christelijke achtergrond hebben opgegeven maar niet hun vooroordelen.

        Bij deze bevolkingsgroep kunnen we de bronnen contextualiseren. Ik zou alleen niet weten hoe dat moest bij andere bevolkingsgroepen. Ik beschouw de vraag, hoe interessant ook, als onbeantwoordbaar.

    2. Frans Buijs

      Dat van die overjas vond ik dan juist weer storend. Je zou bijna zeggen dat er een sensitivity reader aan de slag is geweest.😉

  2. Ben Spaans

    Nou het toch een beetje over satire gaat, het overlijden van Wim de Bie doet me echt wat. Op de een of andere manier kan je je zelf toch een beetje wijsmaken dat sommige mensen stiekem toch onsterfelijk zijn…

Reacties zijn gesloten.