Herodas

Er gaan dagen, soms zelfs weken, voorbij zonder dat ik denk aan hellenistische poëzie. Terwijl de dichters uit Alexandrië best de moeite waard zijn. Zo was daar Kallimachos, die korte, complexe en – om eerlijk te zijn – elitaire gedichten schreef vol intertextuele verwijzingen. Het beroemde verhaal over de aan de hemel geplaatste haarlok van koningin Berenike, vormt het slot van het gedicht Oorzaken van Kallimachos. Tegenover deze poëzieopvatting stond die Apollonios, die met zijn Argonautika het aloude heldendicht nieuw leven inblies. We weten iets over de poëtische ruzies: Kallimachos vergeleek zijn eigen gedichten met helder water en de epen van Apollonios met een rivier (dus vol modder en kiezels).

Belangrijkste overeenkomst tussen de twee concurrerende visies op de dichtkunst: de torenhoge didactische ambities die de poëzie ooit had gehad, is opgegeven. Berenikes haarlok is een mooi stuk gelegenheidspoëzie, de Argonauten varen door een topografie waarvan de dichter weet dat die niet klopt. “In Alexandrië,” schrijft classicus Ilja Pfeijffer ergens, “ontstond de poëzie zoals ze is op haar best: nutteloos.”

Herodas

Helaas is de hellenistische literatuur slecht overgeleverd. Het Grieks van die tijd, het zogeheten Koinè, viel bij latere generaties niet in de smaak en men kopieerde het niet. We hebben dus niet zoveel gedichten over. Dat stemt verdrietig. Over de auteurs weten we ook al weinig. Nu denk je “nou en, een gedicht wordt toch niet mooier als je iets over de auteur weet?”, maar dit keer doet het er wel iets toe. Neem Herodas. Of Herondas. Of Heroidas.

Zelfs de naam is onzeker. Een brief van de jongere Plinius (4.3.4) plaatst hem ten tijde van Kallimachos, wat hem in de derde eeuw v.Chr. zou plaatsen, maar dat mogen we niet als vaststaand feit nemen. Eigenlijk staat er niet meer dan “Herodas was een hellenistische dichter zoals ook de beroemde Kallimachos was”. Of Herodas in Alexandrië leefde en deel uitmaakte van Kallimachos’ cercle, dat weten we niet. Wat weer betekent dat we niet weten of de door Herodas gebruikte “mimiambe” een gangbare Alexandrijnse vorm was of een persoonlijke uitvinding. Een paar verwijzingen suggereren vertrouwdheid met het eiland Kos, waar de mimiambe ook kan hebben bestaan, maar het is natuurlijk veel leuker als Herodas doet alsof hij op Kos verblijft. (Denk aan als die antieke auteurs die pretendeerden in ballingschap te zijn.) Het doet er dus toch toe waar Herodas leefde.

Hij wordt zelden geciteerd. Uit citaten kennen we pakweg twintig dichtregels. In 1891 is echter een papyrus gevonden met niet minder dan 700 regels. Die ligt nu in het British Museum. Alles bij elkaar hebben we nu de beschikking over acht vrijwel complete en drie fragmentarische gedichten.

Mimiambes

Herodas’ poëzie is, zoals gezegd, te typeren als een mimiambe, een zeldzame combinatie van – u raadt het al – een mime en een iambus. Een mime, “nabootsing”, is een klucht uit het dagelijks leven. Dit genre bestond niet voor de derde eeuw v.Chr. en is dus een hellenistische nieuwvorming. De iambus is een gedicht in iambische verzen (pomPOM, pomPOM, pomPOM: “De liefde tot zijn land is ieder aangeboren”). Het heeft vaak een persoonlijke inslag en de grootmeester van het genre, Hipponax, gebruikte het om mensen uit te schelden. Gelukkig zijn er ook iamben over liefde.

De mimiambe is dus een in huppelmaat geschreven scène uit het dagelijks leven. Mimiambes werden uitgevoerd door één voordrachtskunstenaar, die dus verschillende stemmen moest kunnen opzetten. We kennen mimiambes van Herodas en van Theokritos, maar omdat we zo weinig weten van hun levens, kunnen ze allebei de uitvinder zijn.

Acht mimiamben

Er zijn dus acht volledig bewaard gebleven mimiamben.

1. De koppelaarster: een jonge vrouw ontvangt een koppelaarster, die haar gastvrouw ervan probeert wil overtuigen dat haar vriend haar is vergeten. Ze kan het beter aanleggen met een jonge, verliefde atleet.

2. De bordeelbaas: een pooier klaagt een rijke man aan die een prostituee uit zijn bordeel heeft meegenomen. Dit is een parodie op de processen in het klassieke Athene.

3. De schoolmeester: een moeder vraagt een leraar om haar zoon straf te geven.

4. Offerende vrouwen: twee vriendinnen bespreken de beelden en de schilderijen in een tempel.

5. De jaloerse meesteres: een dame beschuldigt een slaaf van seksuele ontrouw, laat hem wegvoeren om hem door de beul te laten geselen, maar is uiteindelijk bereid haar minnaar terug te nemen.

6. Een gesprek: Een vrouw vraagt een vriendin wie haar dildo heeft gemaakt.

7. De schoenmaker: Een gesprek over het passen en kopen van schoenen.

8. De droom: Een dichter vertelt zijn slaaf dat hij in een droom optrad op een Dionysosfestival en stond te balanceren op een grote bal. Deze droom staat symbool voor Herodas’ kunst.

Vertaling

In deze Week van de Klassieken verschijnt de vertaling die Hein van Dolen van Herodas’ mimiamben maakte: Acht kluchten van Herodas. De illustraties zijn van Harrie Geelen.

Het is een uitgave in eigen beheer. Stort €14 op rekening NL28 ABNA 0814.8178.07 t.n.v. H.L. van Dolen, onder vermelding van het adres. Portokosten zijn bij de prijs inbegrepen.

Deel dit:

Een gedachte over “Herodas

Reacties zijn gesloten.