Herodas’ Bordeelbaas

Battaros
Battaros aan het woord (illustratie Harrie Geelen)

In het vorige blogje vertelde ik u over Herodas, de hellenistische dichter. Van hem zijn acht in iambische verzen geschreven kluchten over. Hieronder is Hein van Dolens vertaling van de tweede: een redevoering van de bordeelbaas Battaros, die de rijke Thales aanklaagt omdat hij een prostituee uit zijn bordeel heeft meegenomen.

De tekst is een parodie op een Atheense rechtszaak en de genoemde Chairoondas heeft in de zesde eeuw wetten opgesteld voor verschillende Griekse steden rond de Ionische Zee.

Lees verder “Herodas’ Bordeelbaas”

Herodas

Er gaan dagen, soms zelfs weken, voorbij zonder dat ik denk aan hellenistische poëzie. Terwijl de dichters uit Alexandrië best de moeite waard zijn. Zo was daar Kallimachos, die korte, complexe en – om eerlijk te zijn – elitaire gedichten schreef vol intertekstuele verwijzingen. Het beroemde verhaal over de aan de hemel geplaatste haarlok van koningin Berenike, vormt het slot van het gedicht Oorzaken van Kallimachos. Tegenover deze poëzieopvatting stond die Apollonios, die met zijn Argonautika het aloude heldendicht nieuw leven inblies. We weten iets over de poëtische ruzies: Kallimachos vergeleek zijn eigen gedichten met helder water en de epen van Apollonios met een rivier (dus vol modder en kiezels).

Belangrijkste overeenkomst tussen de twee concurrerende visies op de dichtkunst: de torenhoge didactische ambities die de poëzie ooit had gehad, is opgegeven. Berenikes haarlok is een mooi stuk gelegenheidspoëzie, de Argonauten varen door een topografie waarvan de dichter weet dat die niet klopt. “In Alexandrië,” schrijft classicus Ilja Pfeijffer ergens, “ontstond de poëzie zoals ze is op haar best: nutteloos.”

Lees verder “Herodas”

Week van de Klassieken 2023

Veel klassieker dan deze Romeinse portretkop (“Seneca”) kun je het tijdens deze Week van de Klassieken niet krijgen. Te zien in het Rubenshuis, Antwerpen.

Vandaag begint de jaarlijkse Week van de Klassieken, gewijd aan het thema Revoluties en de Oudheid. Die formulering is precies: het gaat niet slechts om antieke revoluties, maar ook om abrupte veranderingen in onze kijk op de oude wereld. U vindt de agenda hier.

Voor degenen die tijdens de Week van de Klassieken voor het eerst kennis maken met de Oudheid, presenteer ik hieronder een overzicht van wat u hierna zou kunnen lezen, bekijken en bezoeken. Ik verwijs vooral naar stukken die ik schreef om mensen te leiden naar inhoudelijke verdieping. Verder noem ik twee problemen, maar die moeten u niet ontmoedigen! De Oudheid is fascinerend. Ik ben er al veertig jaar professioneel mee bezig en word nog dagelijks verrast.

Lees verder “Week van de Klassieken 2023”

Geliefd boek: De adelaar van het Negende

Morgen eindigt de Week van de Klassieken en ik vraag uw aandacht voor een boek dat menigeen allang kent: De adelaar van het Negende van Rosemary Sutcliff. Toen het in 1954 verscheen, heette het nog een kinderboek, tegenwoordig zouden we het vermoedelijk een young adult noemen. Al zou je het ook kunnen beschouwen als een Bildungsroman. Wat het genre ook zij: het is een geweldig boek. Ik ken verschillende mensen die door De adelaar van het Negende een liefde voor de oude wereld hebben ontwikkeld.

De ondergang van het Negende

Het verhaal gaat over een jonge Romeinse officier, Marcus, die gewond raakt en wordt gedemobiliseerd. Als hij eenmaal is hersteld, besluit hij te gaan uitzoeken wat er is gebeurd met het Negende Legioen Hispana, dat ooit vanuit York naar het noorden is gemarcheerd, de mist in, en waar niemand ooit meer van heeft gehoord. Marcus’ vader is missing in action.

Lees verder “Geliefd boek: De adelaar van het Negende”

Een pseudocitaat van Seneca

Seneca (Neues Museum, Berlijn)

Iemand is aangeklaagd en moet zich verantwoorden bij een tirannieke keizer. De aangeklaagde spreekt zichzelf moed in en jaagt de despoot vrees aan door erop te wijzen dat, wat het vonnis ook zij, het eindoordeel pas in de toekomst zal worden gegeven. Toekomstige generaties zullen bepalen hoe mensen over de keizer denken. “No matter how many men you kill, you can’t kill your successor.”

Was getekend: Seneca, senator, filosoof en slachtoffer van keizer Nero.

Ik citeerde het in het Engels, want deze regels lijken alleen te bestaan in die taal. U vindt ze als meme op het wereldwijde web. Ik ken het citaat ook uit David Mitchells roman Cloud Atlas. Maar waar schreef Seneca dat? Zou het in het Latijn niet nóg beter bekken dan in het Engels?

Lees verder “Een pseudocitaat van Seneca”

Het ontstaan van de Griekse cultuur

Protogeometrisch aardewerk van het eiland Euboia, gemaakt tussen pakweg 825 en 750 v.Chr. (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

We hebben een woord om aan te duiden hoe een volk begint te ontstaan: etnogenese. Maar bestaat er zoiets als cultuurgenese? Zijn er studies over de wijze waarop culturen groeien? Ik kan een blinde vlek hebben, maar het zou me niet verbazen als zulke studies er niet zijn.

Het ontstaan van een cultuur

Eén reden is dat de sociale wetenschappen weliswaar lange tijd een historische inslag hebben gehad, maar in de jaren twintig van de vorige eeuw daarmee braken. Toen groeide het structureel-functionalisme uit tot het dominante model om samenlevingen te beschrijven. Wat dit structureel-functionalisme bood was een momentopname. Voor de diachrone ontwikkeling van een samenleving was weinig aandacht. Latere pogingen om samenlevingen zo te beschrijven dat je én een synchrone én een diachrone analyse kreeg, zijn nooit helemaal gelukt. Dus het is denkbaar dat er nooit een boek is geschreven over de wijze waarop culturen ontstaan, zich afbakenen van aangrenzende culturen en een naam op zichzelf gaan plakken.

Lees verder “Het ontstaan van de Griekse cultuur”

Skiënde Finnen

Ski’s (Volkenkundig museum, Leiden)

Het is de Week van de Klassieken en vandaag neem ik u mee naar de uiterste rand van de klassieken: naar Prokopios, een Grieks-schrijvende auteur uit de zesde eeuw na Chr. Je kunt hem aanduiden als een laatantieke historicus maar ook als een vroegmiddeleeuws schrijver. Hij publiceerde diverse boeken over Justinianus, de keizer die probeerde het Romeinse Rijk te herstellen en dat project zag mislukken. Hij was ook iemand op de rand van Oudheid en Middeleeuwen. Prokopios vermeldt bovendien een volk op de geografische rand van de klassieke wereld: de Finnen.

De Finnen

Hij was niet de eerste. Al in de eerste eeuw kende de Romeinse geschiedschrijver Tacitus de Fenni en in de tweede eeuw vermeldt Ptolemaios de Fennoi. De relatie met de huidige Finnen is omstreden en laat ik verder buiten beschouwing.

In zijn Geschiedenis van de Gotische Oorlog 2.15 beschrijft Prokopios Thule, een spreekwoordelijk ver naar het noorden gelegen gebied. De Griek Pytheas had er al eens over geschreven. Hij lijkt IJsland te hebben bedoeld; de Romeinen identificeerden het met de eilanden ten noorden van Shetland. Prokopios denkt aan Scandinavië en weet bijvoorbeeld dat de zon er in de zomer nooit ondergaat en in de winter nooit schijnt.

Lees verder “Skiënde Finnen”

Een klassieke moord

Maximianus naast keizer Justinianus (San Vitale, Ravenna)

Het is de Week van de Klassieken, het is 15 maart, en dus moeten we het hebben over een van de beruchtste moordpartijen uit de Oudheid. Ik bedoel vanzelfsprekend dat het vandaag 1529 jaar geleden is dat koning Odoacer aan zijn einde kwam. Hoe zat het ook alweer?

Odoacer

Odoacer is een van de bekendste laat-Romeinse militaire leiders. Opgegroeid aan het hof van Attila de Hun trad hij na diens dood met een schare Germanen in dienst van Rome. In Italië maakte hij al snel carrière en begon hij met andere hoge officieren te rivaliseren om invloed aan het hof. Zijn moment of fame kwam toen zijn concurrent Orestes profiteerde van een impasse in het keizerlijk bewind in Constantinopel – ik blogde er al eens over – en zijn zoontje Romulus op de troon plaatste. Toen de situatie in Constantinopel normaliseerde, leidde Odoacer het verzet tegen Orestes en Romulus. De vader werd gedood, de kind-keizer afgezet. Ook daar blogde ik al eens over: de gebeurtenis markeert het einde van het keizerschap in West-Europa.

Lees verder “Een klassieke moord”

De veldslagenatlas van Johannes Kromayer

Kromayers reconstructie van Caesars slag aan de Aisne met linksboven een alternatieve versie. Luchtfoto’s hebben inmiddels Kromayers versie bevestigd.

Een Franse filosoof wiens naam me is ontschoten zei ooit dat de Europese culturele identiteit was te herleiden tot vier instellingen. Hij bedoelde het Britse parlement, het Vaticaan, de Académie Française en de Große Generalstab. Democratie, monotheïsme, wetenschap en oorlog lijken me een vrij adequate samenvatting van een paar eeuwen geschiedenis. De laatstgenoemde instelling bestaat niet langer, maar het was geen onzin wetenschappelijk te kijken naar oorlog.

Ach ja, Duitsland. In een land dat ook het gymnasium vorm heeft gegeven, was onvermijdelijk dat de Generalstab gefascineerd was door de Oudheid. Aan de Kriegsakademie behoorden de antieke campagnes tot de leerstof. Alleen Duitse officieren konden de welbeschouwd curieuze vergelijking van Tannenberg en Cannae verzinnen. Het waren diezelfde Duitse officieren die, met een soldatenoog voor een goed bivak, archeologen konden aanwijzen waar ze Romeinse kampen langs de Lippe zouden vinden. En het was de Generalstab die vanaf 1900 Johannes Kromayer subsidieerde.

Lees verder “De veldslagenatlas van Johannes Kromayer”

De Bergrede (18): De gulden regel

Herodotos (Neues Museum, Berlijn)

Het is de Week van de Klassieken en het komt goed uit dat ik in mijn reeks over het Nieuwe Testament een regel uit de Bergrede kan behandelen met een klassiek Griekse parallel. Maar eerst even terug naar de bron Q, de door de auteurs van het Matteüs- en het Lukas-evangelie gedeelde bron. We komen bij een passage waar we mooi kunnen zien hoe de twee auteurs met de stof omgaan. De vertaling is NBV21.

Matteüs 7.1-2 Lukas 6.36-38
Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden.
Want op grond van het oordeel dat je velt, zal over jou geoordeeld worden, Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden.
Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld.
en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.

Terwijl Lukas de woorden wat uitbreidt, lijkt Matteüs de eenvoudige oertekst weer te geven. De opmerking over de maat waarmee je gemeten zult worden, vinden we tevens bij Marcus (4.24) en bewijst dat, ook als een wat langere passage uit Q lijkt te komen, we rekening moeten blijven houden met andere relaties tussen de evangeliën. Misschien delen Q en Marcus hier een woord van Jezus, maar het kan ook heel goed een spreekwoord zijn geweest. Er zijn vergelijkbare opmerkingen in het Mishna-traktaat Sotah (1.7) en in de Babylonische Talmoed (Sabbat 127b).

Lees verder “De Bergrede (18): De gulden regel”