De Caesarkop van Arles

De Caesarkop uit Arles (Musée Départemental Arles Antique)

In het zuidoosten van Frankrijk zijn de afgelopen decennia een paar zeer interessante musea bijgekomen. Zo is er het in 2015 geopende Musée des Confluences, bij de plek in Lyon waar de Rhône en de Saône samenkomen. Het museum

neemt ons mee terug naar onze oorsprong, bevraagt ​​het functioneren van onze samenlevingen, hun relatie tot de dood en roept de vraag op van onze plaats in de levende wereld.

Of het deze, mijns inziens nogal megalomaan geformuleerde doelstelling waarmaakt heb ik zelf nog niet waar kunnen nemen.

Een tweede museum waarvoor ik al eerder aandacht vroeg, is het Musée de la Romanité in Nîmes, inhoudelijk buitengewoon fraai opgezet en ook architectonisch een wonderschone aanvulling op de toch al zo mooie stad Nîmes. Alleen al een bezoek aan de ‘rooftop’ (ja: zo staat het er echt in de Franse website van het museum) is de moeite meer dan waard, vanwege het uitzicht over de oude binnenstad van Nîmes en – vooral – het zeer goed geconserveerde Romeinse amfitheater, waar het zo’n beetje aan grenst.

Arles

Maar ook Arles heeft een modern museum waar de archeologie de belangrijkste leverancier van materiaal is: het Musée Départemental Arles Antique. Het staat even buiten de oude stad, op een schiereiland in de Rhône. Dit museum, geopend in het midden van de jaren ’90 van de vorige eeuw, is ontworpen door de Peruviaanse architect Enrique Ciriani. Het is een betonnen kolos, functioneel van uiterlijk, van binnen ruim en deels geplaatst op de fundamenten die gevormd worden door het Romeinse hippodroom van Arelate. Naar verluidt zou het eerst bij de zogenaamde ‘Alyscamps’ bedacht zijn, enige kilometers verderop maar uiteindelijk werd de huidige locatie geschikter bevonden.

De vaste collectie bevat enkele bijzondere vondsten. Zo werd er na een overstroming van de Rhône in 2004 een scheepswrak gevonden, waarmee in de Romeinse periode (waarschijnlijk in de eerste eeuw van onze jaartelling) goederen over de rivier vervoerd werden. Na een klein decennium van conserveringswerk kreeg het schip van ruim 30 meter lang in 2013 een plek in het museum. Maar ook de liefhebber van sarcofagen komt er aan zijn trekken, net als die van mozaïekwerk. Alles staat opgesteld in een ruimtelijk zeer goed werkende context. Erg druk is het er zelden, en dat alleen al maakt een bezoek aan dit museum de moeite waard.

De Caesarbuste

Hét pronkstuk van het museum is een op 28 augustus 2007 letterlijk in de Rhône opgedoken Romeinse portretkop. Op basis van vergelijking met muntstukken uit die periode en ook op basis van de geprononceerde adamsappel van deze buste identificeert men deze kop met die van de stichter van ‘Colonia Iulia Paterna Arelate Sextanorum’, Julius Caesar himself! De datering zou dan ook ergens rond 45 voor Christus moeten zijn, want Caesar stichtte deze kolonie in het jaar 46 v. Chr. Het is echt een meesterstuk: alleen al vanwege deze kop raad ik de lezer aan dit museum eens te bezoeken.

[Een gastbijdrage van Han Borg. Dank je wel Han!]

Deel dit:

8 gedachtes over “De Caesarkop van Arles

  1. Huibert Schijf

    Het Musée des Confluences is geen archeologisch museum, maar een museum gebaseerd op een etnografische collectie en de erfenis van een natuur-historisch Museum. De doelstelling luidt in het Frans: “Le musée des Confluences met en dialogue les sciences pour comprendre l’histoire du vivant et de l’humanité. Il aborde de grandes questions universelles : l’origine et le devenir de l’humanité, la diversité des cultures et des sociétés mais aussi la place de l’humain au sein du vivant.” Daar is niets onbegrijpelijks aan.

    1. Frans Buijs

      Wel als je geen Frans spreekt. (Ik wel hoor, ik heb het begrepen, maar ik kon het niet laten om een geintje te maken.)

      1. Huibert Schijf

        Omdat ik de Nederlandse parafrase van Hans Borg onbegrijpelijk vond, heb ik de Franse omschrijving maar opgezocht. En ja, Fransen houden wel van grote woorden. Het Groote Museum van Artis in Amsterdam lijkt wel enigszins op het Musée des Confluences in Lyon, maar daar gebruiken ze niet zulke grote woorden. Ik kan dat Groote Museum in Amsterdam van harte aanbevelen.

  2. Robbert

    Inderdaad mooie “Caesarkop”.
    Maakt wel een andere indruk dan de scherpe/magere koppen die ik eerder zag.
    Zijn deskundigen het erover eens dat hier JC is afgebeeld of is het vooral een mening van het museum?

    1. Je bent de tweede vandaag die de vraag stelt of het Caesar wel is. Ik denk van wel.

      Ik denk echter dat de kop niet zo oud is als men wel claimt, namelijk uit het jaar van de stichting van Arles als Romeinse kolonie. Caesar was kaal; als hij met haar wordt afgebeeld, is het doorgaans hetzelfde kapsel als keizer Augustus, toen de Divus Julius verering kreeg. Dit kapsel doet me net iets te augusteïsch aan.

      1. Het kan natuurlijk elke gewone rijke Romein zijn, we weten het niet. Maar archeologen en kunsthistorici zijn net journalisten en fantaseren er graag op los als dat mag.

      2. Frans Buijs

        En het lijkt me ook onwaarschijnlijk dat er bij de stichting van de kolonie meteen een portret van de stichter werd gemaakt. Dat is meer iets voor later, om iedereen te herinneren aan wie de grootheid was die onze stad gesticht heeft. En dan kunnen de afbeeldingen van Caesar en Augustus elkaar natuurlijk gaan beïnvloeden.

  3. Als ik slechtgezind ben, heb ik een bloedhekel aan de term “dialoog” in musea, in een mildere bui grinnik ik eens: daar zijn ze weer. Als moderne artiesten zich laten inspireren door Van Gogh bijvoorbeeld, dan kan de nevenschikking van inspiratiebron en resultaat een kunstzinnige of verrijkende ervaring bieden. Maar een dialoog is dat niet. En als de bezoeker zich in een museum verwondert over een object, dan heeft het museum vast iets goeds gedaan, maar opnieuw, een dialoog is dat niet. Hier, op dit forum, gaan wij in dialoog.

    Wat de Caesarkop betreft, lijken de juiste vragen vanuit mijn lekenschap “Hoe vaak lieten rijke Romeinen standbeelden van zichzelf maken?” en “Op welke Romein uit die tijd lijkt de buste het meest?” . En ik zou denken dat de identificatie volgt uit de datering en niet omgekeerd.

Reacties zijn gesloten.