MoM | Digitale paleografie

Twee snippers van de Dode Zee-rollen met daarop de tekst van Prediker (Jordan Museum, Amman)

Om met de deur in huis te vallen: ik heb uw hulp nodig – daarover straks meer. Eerst wat context, daarna mijn verzoek.

Qumranologie

Over de Dode-Zee-rollen heb ik vaker geblogd. Het gaat om een grote groep tussen 1947 en 1956 ontdekte antieke religieuze teksten, gevonden in enkele grotten te Qumran, niet ver van de plek waar de Jordaan uitmondt in de Dode Zee. Het materiaal, dat pas in 2009 allemaal was uitgegeven, is ten dele afkomstig van een joodse sekte, misschien de essenen. Theorieën als zou de ruïne bij Qumran een klooster zijn geweest met de rollen als kloosterbibliotheek, zijn inmiddels achterhaald, maar een alternatief is er nog niet, terwijl wél duidelijk is dat er een relatie heeft bestaan tussen ruïne en grotten. (Er zijn overigens meer antieke teksten gevonden in die regio, die ook Dode-Zee-rollen worden genoemd, maar die hebben er weinig mee te maken.)

Het leuke van de qumranologie, zoals de bestudering van de Dode-Zee-rollen officieel heet, is dat er volop nieuwe technieken zijn, waardoor inzichten tot stand komen die niet alleen nieuw zijn maar ook anders. Er is dus sprake van een werkelijk innovatief onderzoeksprogramma. En het is nog Nederlands onderzoek ook.

Digitale paleografie

Ik blogde al eerder over de digitale handschriftherkenning waarmee het Groningse Qumran-instituut onder leiding van Mladen Popović momenteel bezig is. Iedereen schrijft op een andere manier en er zijn, door de eeuwen heen, modes te identificeren. Aan de hand daarvan zijn teksten te dateren. Ook is het mogelijk van sommige teksten te zeggen dat dezelfde kopiist ze heeft afgeschreven.

Het zwakke punt is dat handschriftherkenning een beetje Fingerspitzengefühl is. Een eerste manier om de subjectiviteit te beperken is het maken van tabellen met nagetekende letters, zodat onderzoekers hetzelfde referentiekader hebben. Helaas kunnen er niet meer dan een stuk of dertig alefs, bets en gimels op zo’n bladzijde en kan onze menselijke geest ook niet veel meer bevatten. De computer heeft die beperking niet en Popović wil álle letters uit álle rollen en fragmenten inscannen, waarna de computer niet alleen de letters maar ook de individuele schrijvershanden leert herkennen.

Praktische problemen

De ambitie is er. Het is ook mogelijk. Er komt wel veel bij kijken en daarover moeten we het, voor ik u lastigval met mijn hulpvraag, eerst hebben. Om te beginnen moet je extreem scherpe foto’s hebben. Dat kan met digitale camera’s en dat gebeurt in diverse soorten licht, zodat verbleekte letters alsnog leesbaar zijn.

Een tweede obstakel is dat je in een wolk van pixels de letter moet herkennen. Anders gezegd, je moet signaal en ruis scheiden. Is dat ietwat donkere deel een verkleuring in het perkament of uitgelopen inkt? Dit soort patroonherkenning is een specialisme op zich.

Om de computer patronen te leren herkennen is ook nodig dat teksten al zo nauwkeurig mogelijk zijn gedateerd. Hier komt de koolstofdatering van pas. Toen de Dode-Zee-Rollen pas waren ontdekt, stond de techniek nog in haar kinderschoenen en waren de dateringen hooguit voldoende om vast te stellen dat het merendeel van de teksten stamde uit ca. 200 v.Chr. – ca. 50 na Chr. Inmiddels is de waarschijnlijkheidsmarge smaller en benadert de kans op een datering de feitelijke datering. Dit is een niet-verwaarloosbare bijvangst van dit onderzoek, maar eigenlijk alleen maar een eerste stap.

Vervolg

Ik ben nog niet bij de hulpvraag waar u op wacht. Eerst nog even iets over de betekenis van de conclusies. Als we in staat zijn individuele handschriften te herkennen, kunnen we misschien uitspraken gaan doen over wat bij elkaar hoort. Dat kan helpen om vast te stellen uit welke bibliotheek ze komen, wat weer iets zegt over de belangstelling van de eigenaar.

Ik schreef al dat de theorie is opgegeven dat de teksten uit de diverse grotten een kloosterbibliotheek is, maar wat is het wel? Het is plausibel dat het gaat om diverse collecties, maar we weten niet goed wat. Het zou interessant zijn het eens te vergelijken met de collectie die in de Villa van de Papyri in Herculaneum is gevonden. Wellicht krijgen we wat meer vat op de antieke schrijfcultuur.

Ik hoop dat u begrijpt: dit onderzoek is ontzettend interessant. Sterker nog, hier zien we de toekomst van de oudheidkunde, waarin de subjectiviteit van het onderzoek naar teksten kleiner is dan nu. En dan kom ik nu bij de hulpvraag waarop u nu al ruim 700 woorden wacht.

De hulpvraag

Morgen – dinsdag dus – begint een driedaags digitaal symposium over deze materie. U leest er hier meer over. Het is een fantastisch programma met deelnemers uit diverse instituten. Ik zou er dolgraag online bij aanschuiven en er dan verslag van doen. Het vervelende is: ik weet pas sinds zaterdag van dit symposium en krijg mijn agenda niet meer aangepast. Ik zit dinsdag in een andere meeting en bij de opnames van Oog op de Oudheid. Ook woensdag en donderdag zit ik volgeboekt.

Dus hier is mijn verzoek: wie van u heeft tijd om te kijken, te notuleren en verslag te doen? Niet alleen ik wil weten wat er gebeurt, heel veel lezers van deze blog hebben belangstelling en ik denk dat het ook goed is de oudheidkunde eens positief over het voetlicht te brengen, zonder carnavalsparades, geweldsporno of vermijdbare blunders. Kortom: wie wil notuleren?

[In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) probeer ik uit te leggen waarom de oudheidkundige wetenschappen wetenschappen zijn. De stukjes verschijnen niet elke maandag en ook niet uitsluitend op maandag, maar de reeks heet nou eenmaal zo.]

Deel dit:

2 gedachtes over “MoM | Digitale paleografie

  1. Helaas Jona, ik moet werken. Maar misschien wordt het symposium ook opgenomen en gepubliceerd? Dat is namelijk een voordeel van een digitaal symposium. En je kunt dan natuurlijk versneld doorspoelen 🙂

  2. Saskia Sluiter

    Helaas ben ik te doof om eea via mijn laptopje goed te kunnen volgen. Zelfs met het orenapparaat mis ik dingen. Anders had ik het graag voor je gedaan…

Reacties zijn gesloten.