Reconstructie van Caesars belegeringswerken bij Alesia (Archéodrome, Beaune)
Was er in Sombernon, waar ik had overnacht, een echte camping of heb ik in het wild gekampeerd? Ik weet het niet meer. Ik heb destijds geen aantekeningen gemaakt; ik schrijf dit allemaal uit mijn hoofd. Ik ontdekte pas toen ik dit begon te schrijven dat dit verhaal zich afspeelt in 1992 en niet, zoals ik altijd had gedacht, in 1991. Er zal nog een moment komen waarop u zult merken dat ik de chronologie niet precies meer weet.
Bourgondië
Maar voor het moment: ik werd wakker met uitzicht op het Kanaal van Bourgondië, waar een prachtige ochtendmist overheen hing. Het was sereen stil en ik voelde me bijna schuldig dat ik de idylle doorbrak door Sombernon binnen te rijden.
Voor Frankrijk is Alesia een lieu de mémoire: het beeld van Vercingetorix
Ik had u zondag achtergelaten in Reims, waar ik mijn tent had opgeslagen op de plaatselijke camping na een verregende maar mooi geëindigde tweede reisdag.
Zaterdag 2 mei 1992
De derde dag van mijn tocht naar Griekenland begon ik met een bezoek aan het plaatselijke archeologische museum, waarvoor ik even terug moest rijden, om daarna verder te fietsen naar het zuidoosten. Ik passeerde een in de Eerste Wereldoorlog aan flarden geschoten fort, waar ik even een kijkje nam alvorens door te gaan. Ik was nu in Champagne en waar ik heden ten dage misschien een bezoek zou brengen aan een van de wijnboerderijen, liet ik ze die zomer links liggen.
Via Châlons-en-Champagne reed ik verder, nu pal zuid over een kaarsrechte weg naar Troyes. Dit waren ooit de Catalaunische Velden: hier versloegen de Visigoten en Franken, gecommandeerd door de Romeinse generaal Aetius, in 451 de Hunnen van koning Attila. Ik wilde al jaren naar dit gebied en het trof me hoe open en groen het landschap was. Ik herinner me ook dat ik voor de eerste keer de TGV zag rijden, snel als de bliksem. In Arcis kocht ik mijn eerste ansichtkaarten, want ik had toegezegd een bevriende familie elke dag te laten weten waar ik was. We moesten van thuisblijvers geen spoorzoekers maken.
Mooi hè, dat plaatje hierboven. Het stelt een middeleeuwse kopiist voor, bezig met het overschrijven van een boek. Eeuwenlang is alle geschreven informatie op deze wijze doorgegeven: woord voor woord, bladzijde voor bladzijde, katern voor katern, boek voor boek. Ik heb geen idee hoeveel tijd en hoeveel geld het kostte, maar één ding is duidelijk: in onze tijd, waarin je een complete bibliotheek zou kunnen meenemen op je USB-stick, is het makkelijker.
Ik wijs op twee details. Om te beginnen de kist met boeken links. Dat geeft wel aan hoe kostbaar informatie destijds was. En in de tweede plaats: dit plaatje maakt wel duidelijk dat mensen destijds niet schreven met echte ganzenveren. Waar dat idee vandaan is gekomen, weet ik niet, maar ik vertrouw erop dat de aardige mediëvist die deze kleine blog volgt, zich niet zal bedwingen het hieronder uit te leggen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.