Het misverstand Receptiegeschiedenis

Al ontleende de architect van de Brandenburger Tor inspiratie aan de Propyleeën op de Atheense akropolis, het gebouw vertelt echt meer over Pruisen dan over de klassieke Oudheid..

Ik heb nog nooit geblogd over receptiegeschiedenis en dat moet toch eens gebeuren. Eerst een herinnering uit mijn studietijd aan de Amsterdamse Vrije Universiteit. We hadden een vak “Nachleben”: zeg maar de Oudheid na de Oudheid. Gastdocenten vertelden over pakweg de Pléiade of Leopolds Cheops. Er is niets mis met die poëtische onderwerpen, laat dat vooropstaan. Maar hoe mensen na de Oudheid omgingen met de Oudheid is iets anders dan de Oudheid.

Receptiegeschiedenis in het onderwijs

Er was geen reden om dit aan te bieden aan studenten die hadden gekozen voor een oudheidkundige studie. Een student mag, nee moet, natuurlijk iets weten over de ontwikkeling van het vakgebied en over de wijze waarop mensen naar dat vakgebied kijken. Daarvoor zijn colleges wetenschapsleer en historiografie. De Nachleben-reeks bood simpelweg de verkeerde stof.

Lees verder “Het misverstand Receptiegeschiedenis”

Byblos in Leiden

Laat ik eerlijk zijn: objectiviteit is mij vreemd als ik schrijf over de Byblosexpositie in het Rijksmuseum van Oudheden. Ik heb immers met David Kertai het publieksboek geschreven en het museum heeft de helft van mijn reiskosten betaald toen ik onlangs naar Libanon ging. Wie een dezer dagen de expositie bezoekt, ziet dat enkele filmpjes die ik daar heb gemaakt, in de tentoonstelling zijn opgenomen. Dat was nooit mijn opzet en ik weet nog steeds niet wat ervan te denken. Maar objectief was ik dus niet toen ik afgelopen vrijdag de tentoonstelling voor het eerst bezocht. In plaats van iets over de expositie te vertellen, vertel ik u liever nog eens waar die om draait.

Relevantie

Het verhaal van Byblos is interessant. Er zijn immers weinig zaken in de Oudheid ontstaan die bewijsbaar relevant voor ons zijn in de zin dat ze ons beïnvloeden. Ik schrijf “bewijsbaar”. Je kunt invloed vermoeden, maar bewijzen is iets anders. Voor je zulke relevantie aan de Oudheid toeschrijft, moet je bijvoorbeeld uitsluiten dat iets tweemaal is uitgevonden. Zoals democratie: de onze heeft niets met de Atheense van doen. Zo zijn er meer complicaties waarover je moet nadenken vóór je relevantie claimt. Het lukt zelden dat je de sociaalwetenschappelijke claim dat er invloed is van de oude cultuur op de onze, sociaalwetenschappelijk kunt bewijzen. We hebben immers te maken met dataschaarste.

Lees verder “Byblos in Leiden”

MoM | Continuïteit en relevantie

Eergisteren en gisteren schreef ik over teksten die aspecten illustreren van de oude wereld die hun invloed lange tijd hebben doen voelen. De labels uit graf U-j in Abydos tonen het begin van de schrijfkunst, waarvan ik het belang niet hoef toe te lichten. De wetten uit Ešnunna vertegenwoordigen een alternatief voor gewoonterecht, namelijk codificatie, waarop wij voortbouwen. Enuma Elisj bood een model voor nogal wat latere mythologie, die wij weliswaar achter ons hebben gelaten, maar die eeuwenlang invloedrijk is geweest. De Gatha’s illustreren de vervlechting van religie en ethiek, die voor vele gelovigen nog altijd actueel is. De Ilias documenteert onze norm dat privileges verplichten én onze zin voor het tragische.

Maakt dit alles de bestudering van de Oudheid relevant? Dat is alleen vol te houden, geloof ik, als je aanneemt dat dingen in hun ontstaansfase puur en zuiver zijn en dat je de kern van een verschijnsel het beste begrijpt door de oorsprong te bekijken. Mij lijkt dat baarlijke nonsens. De eerste wetten zijn niet zuiverder dan latere en je begrijpt de aard van wetgeving ook niet beter als je de tabletten uit Ešnunna bekijkt. Hooguit begrijp je beter welke bezorgdheden mensen ertoe brachten informele rechtsvinding te vervangen door een meer geformaliseerde praktijk. Dat is leuk om te weten, maar maakt het niet meteen relevant.

Lees verder “MoM | Continuïteit en relevantie”