Grafstèle en gender

Grafstèle uit Zincirli (Pergamonmuseum, Berlijn)

Meestal blog ik op zondag over het Nieuwe Testament. Dat stukje schrijf ik doorgaans op zaterdag, de dag waarop ik probeer te studeren. Ik heb nu echter, vroeger dan verwacht, de zetproef liggen van Oudheidkunde is een wetenschap (en dat mag je ook best eens uitleggen) en ik heb even andere prioriteiten. Dus u krijgt bovenstaande foto uit Zincirli in het zuiden van Turkije. U kunt de naam kennen want er was een groot kamp voor Syrische vluchtelingen.

Grafstèle

Zincirli is het antieke Sam’al, de hoofdstad van het Aramese IJzertijdstaatje Bit Gabbar, geregeerd door koningen die afstamden van de Hittiten die hier in de Bronstijd regeerden. Kortom: een gemengde cultuur. En daar is dus deze grafstèle gevonden, die ik onlangs fotografeerde in het Pergamonmuseum in Berlijn. (U heeft nog precies een maand voordat het tot 2037 sluit.)

Lees verder “Grafstèle en gender”

Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn

De Istharpoort uit Babylon (Pergamonmuseum, Berlijn)

Het mag met de zorg voor het goede, schone en ware in het land van denkers en dichters beter zijn gesteld dan in de roofstaat tussen Oostfriesland en de Schelde, ook in Duitsland slaat men de plank weleens mis. Het Pergamonmuseum in Berlijn, zeg maar het archeologisch museum met de vondsten uit het voormalige Ottomaanse Rijk, gaat later dit jaar dicht. Dat doet pijn.

Verbouwing

De opgegeven reden is dat het gebouw grondig moet worden verbouwd. Dat zal best waar zijn. Ik was er vandaag en het viel me op hoe slecht het was geventileerd. Men beweert dat het museum in 2037 weer heropent. Ook dat zal best waar zijn, althans in de zin dat zulks wel ergens op papier zal staan. Verder schermt men ermee dat het Pergamon-altaar al eerder weer te zien zal zijn. Dat zal ook wel waar zijn, maar het is zoiets als zeggen dat het Planetarium van Eise Eisinga tot 2037 dicht is maar dat het zaaltje met de sterrenkundige instrumenten snel weer open is.

Lees verder “Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn”

Herodes de Grote

De decoratie van het paleis van Herodes in Masada

Het Nieuwe Testament gaat over vissers, tollenaars, huismoeders en timmerlieden: het kopergeld van Romes gouden eeuw, om Arie van Deursen te parafraseren. De groten der aarde blijven echter niet onvermeld: keizer Augustus, keizer Tiberius en een handvol plaatselijke vorsten maken hun opwachting. Uit die laatste categorie is koning Herodes er een. Of beter: Herodes is er vijf, want we hebben Herodes de Grote, Herodes Archelaos, Herodes Antipas en twee keer Herodes Agrippa. En dan is er nog een Herodes die geen Herodes heette maar Filippos. Dus dat maakt zes. Daar wil ik het de komende tijd eens over hebben.

Antipatros

En we beginnen bij de grondlegger van de dynastie: Antipatros. U bent hem, als u een trouwe lezer bent, eerder tegengekomen: hij was commandant van het leger dat Julius Caesar in 47 v.Chr. te hulp schoot tijdens de Alexandrijnse Oorlog. Als dank benoemde Caesar hem tot epitropos – een woord dat we zouden kunnen vertalen als toezichter – voor de zwakke heerser Hyrkanos II.

Lees verder “Herodes de Grote”

Het oudste Jeruzalem

Jeruzalem, “Large Stone Structure”: dit is vrijwel zeker niet het paleis van koning Salomo, maar dat roeptoeteren archeologen wel de wereld in.

Ik heb in drie voorafgaande blogjes de IJzertijd van de oude koninkrijken Israël en Juda beschreven, de Romeinse provincie Palaestina en het middeleeuwse gebied. De stad Jeruzalem heb ik al enkele keren genoemd. Vandaag drie korte stukjes over alleen het religieuze centrum van drie wereldgodsdiensten. Een stad met, zoals u al vermoedde, een eigen karakter dat nu eens religieus en dan weer toeristisch is. Ik zou er graag eens drie weken toeven en dan systematisch alles bekijken, want ik heb het gevoel dat ik de stad onvoldoende ken. Misschien handig om vooraf te weten: de Oude Stad, omgeven door de stadsmuur van Suleyman de Prachtlievende, bestaat uit vier delen:

  • de Moslimwijk in het noordoosten,
  • de Christelijke Wijk in het noordwesten,
  • de Armeense Wijk in het zuidwesten
  • de Joodse Wijk in het zuidoosten.

In het oosten is de Tempelberg, met de Klaagmuur en de twee islamitische heiligdommen, en in het westen is de Citadel, die ook wel Toren van David heet.

Lees verder “Het oudste Jeruzalem”

Israël en de Palestijnse gebieden (1)

Beth Shean, een van de opvallendste opgravingen van Israël

Archeologen werken overal, maar er zijn gebieden die wat meer in de belangstelling staan dan andere. Een daarvan is de regio die ik maar even “Israël en de Palestijnse gebieden” zal noemen. De relatie tussen tekst en vondst staat daar het meest op scherp. Dat is interessant. Los daarvan zijn daar mensen die menen dat de zionistische claim op het land onderbouwd dient te worden met zionistische archeologie. Voor de goede orde: daar is archeologie niet voor en het hoeft bovendien helemaal niet aangezien Israël is erkend met internationale verdragen. Maar boeiend is dat misbruik van de geschiedwetenschap wel.

Dat brengt ons, nu we dat wat politiek is hebben gescheiden van dat wat interessant is, bij de vraag wat er in Israël en de Palestijnse gebieden zoal valt te zien.

Lees verder “Israël en de Palestijnse gebieden (1)”

Spiritus asper

De proloog van het Evangelie van Johannes: ἐν ἀρχῇ ἦν ὁ λόγος, met een spiritus asper op en driemaal een spiritus lenis (Byzantijns Museum, Athene)

Het alfabet heeft een lange geschiedenis. Het lijkt erop dat het is ontstaan in Egypte, waar niet-Egyptische arbeiders voor korte notities enkele hiëroglyfen namen. Hun aantekeningen zijn gevonden in de Wadi el-Hol, al zijn niet alle onderzoekers het eens over de interpretatie. Die krassen dateren uit de tijd van Egyptische Middenrijk. De volgende stappen brengen ons via de Sinaï naar plaatsen als Lachis in de Levant en vervolgens naar het Ugarit van de Late Bronstijd. In de Vroege IJzertijd vinden we teksten van aanzienlijke lengte in de steden van Fenicië, zoals het grafschrift van koning Ahirom van Byblos. Dit is het beroemde Fenicische alfabet.

Tot dan toe noteerde men vooral medeklinkers. Het Hebreeuwse, het Aramese, het Punische en een groep fascinerende, nog niet zo lang begrepen zuidelijke alfabetten gaan op dat klinkerloze Fenicische alfabet terug. Ook de Grieken namen de Fenicische tekens over, maar zij pasten het aan om klinkers te noteren: alfa, epsilon, èta, jota, omikron, ypsilon, omega. Wat anderen uitvonden, deden de Grieken beter, zoals Plato ergens zegt. De Etrusken, Romeinen en Kelten namen dat Griekse alfabet weer over en momenteel is het Romeinse alfabet in feite de wereldwijde standaard. Zeker, u kunt met uw tekstverwerker Chinese, Japanse of Koreaanse karakters typen, maar de onderliggende software is geschreven in het Latijnse alfabet.

Lees verder “Spiritus asper”

De tempel van Elagabal in Rome

De schaarse resten van de tempel van Elagabal

Een van de meest curieuze personen uit de Oudheid was de kindkeizer Heliogabalus (r.218-222). Die heette eigenlijk Varius Avitus Bassianus, maar toen hij eenmaal keizer was, noemde iedereen hem Antoninus. De naam waaronder hij beroemd is geworden, Heliogabalus dus, is een verbastering van de naam van de door hem vereerde Syrische zonnegod Elagabal. Dat is ook al niet de echte naam van die god, want die heette in het Aramees Ila ha-Gabal, “heer van de berg”. De bijnaam Heliogabalus is daarvan dus een verbastering. Weliswaar zou Elagabalus meer voor de hand hebben gelegen, maar met het ietwat onlogische eerste element verwijst de weergave ook naar de Griekse zonnegod Helios.

Kortom: er was een kindkeizer die we gemakshalve Heliogabalus noemen en die vereerde een zonnegod die we Elagabal noemen.

Wie een mooi boek wil lezen over Heliogabalus’ wonderlijke regeringsperiode, kan terecht bij Louis Couperus. Zijn roman De berg van licht (1905) is in feite een omgekeerde Stille kracht: in het laatstgenoemde boek gaat een westerling ten onder in de Oost, in De berg van licht gaat een oosterling ten onder in het Westen. Het is trouwens interessant hoe Couperus een Syrische wereld toont waarin androgyniteit zo niet geaccepteerd dan toch denkbaar was. Wie nu fronst bij non-binariteit, zou eens Couperus kunnen gaan lezen.

Lees verder “De tempel van Elagabal in Rome”

De Dekapolis

Skythopolis (Beth Shean)

Je hoeft niet bijzonder goed in Grieks te zijn om Dekapolis te vertalen. Het betekent inderdaad zoiets als “tienstedenland”. Het gaat om wat wij Jordanië noemen. Ruwweg dan. En hoewel de naam Grieks is en de bevolking Aramees of Arabisch was, was de Dekapolis Romeins.

Dat zit zo. Na de slag bij Issos (333 v.Chr.) onderwierp Alexander de Grote de Levant. De regio raakte steeds meer opgenomen in het Griekse handelsnetwerk en met de handel kwamen allerlei gebruiken en ideeën. Dat riep weerstand op, waarvan de Makkabeeënopstand in Judea het bekendste is. Ondanks de anti-hellenistische ideologie die een rol speelde, veranderde Judea in een hellenistisch koninkrijk, eerst onder leiding van de Hasmoneeën en later onder leiding van het huis van Herodes.

Lees verder “De Dekapolis”

Een inscriptie uit Tyrus

Inscriptie uit Tyrus

Oké, ik heb iets bij de hand dat ik niet begrijp, dus ik roep even de hulp in van de mensen die deze blog volgen. Op het El-Bass-grafveld bij Tyrus zag ik dit laatantieke mozaïek met inscriptie. Het gaat om drie tekens:

LΠΕ

Maar wat betekent dit? De meest voor de hand liggende verklaring is dat het een jaartal is. We hebben te maken met isopsefie ofwel letters die staan voor cijfers: de epsilon staat voor 5, de pi staat voor 80. Maar wat is dan die eerste letter? Het lijkt een Romeinse L, maar wat doet die in een Griekse tekst?

Lees verder “Een inscriptie uit Tyrus”

Een Fenicisch scheppingsverhaal

Mot, de antiheld uit het Fenicische scheppingsverhaal (relief uit Ugarit; Archeologisch museum van Aleppo).

U heeft nog ongeveer een week om naar de Byblos-tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden te gaan. Misschien is het leuk nog één keer over Byblos te bloggen en daarvoor neem ik nog een citaat uit de Fenicische Geschiedenis van Filon van Byblos. De expositie legt de nadruk vooral op de Bronstijd, wat een perfect te verantwoorden keuze is, maar bij elke keuze vallen dingen overboord. Zoals de aanwijzingen die we hebben voor de godenverhalen die circuleerden.

Aanwijzingen. Méér is het niet. Over Filon heb ik al verteld dat hij een Griekstalige Romein was die schreef over het oude Fenicië. Zijn geschiedwerk bevatte euhemeristische delen, dat wil zeggen dat Filon – op gezag van een eerdere auteur Sanchouniathon? – de goden presenteerde als verdienstelijke stervelingen. Dit is een hellenistische interpretatie van de aloude mythen, maar dat laat onverlet dat die mythen dus wel ouder zijn en kunnen teruggaan op de IJzer- of Bronstijd.

Lees verder “Een Fenicisch scheppingsverhaal”