Een andere “ander”

Wie de Griekse teksten leest over de Skythen of de Romeinse teksten over de Germanen, stuit al snel op passages waarvan je je afvraagt wat daar aan de hand kan zijn. Zo zijn er Germanen die het haar op hun voorhoofd lang dragen en op hun achterhoofd kort. De Germaan is dan de anti-Romein, levend in een omgekeerde wereld. Hij is de Ander. Hetzelfde geldt voor de Skythen en nog een hele trits volken rondom de Grieks-Romeinse wereld.

Over “de constructie van de Ander” is veel geschreven. Op zich gaat het om een simpele constatering: u en ik, we definiëren wie we zijn door (onder meer) aan te geven wat ons onderscheidt van onze naasten. Ik ben niet mijn zus, want ik woon in Amsterdam en zij woont op Curaçao. Ook ben ik mijn buurman niet, want hij woont aan de voorkant van het huis terwijl ik uitkijk op de achtertuin. Elk “ik” veronderstelt een ander, zo simpel.

Lees verder “Een andere “ander””

Een andere “ander”

Griekse afbeelding van een Ethiopiër in het Perzische leger (British Museum, Londen)

Rethinking the Other in Antiquity is een boeiend boek. En dat is opvallend, want de Amerikaanse oudhistoricus Erich Gruen stelt de verkeerde vraag en geeft daarop vervolgens een incompleet antwoord. De behandelde materie is echter zo rijk dat het boek toch geslaagd mag heten.

Eerst de verkeerde vraag. Het analyseren van De Ander is al jaren een oudheidkundige gimmick. De onderzoekers nemen dan de portretten van de buurvolken van de Grieken of Romeinen, zoals de Perzen en de Skythen of de Karthagers en de Germanen, en kijken dan hoe de Griekse en Romeinse schrijvers hun materiaal presenteren. Zo’n literaire Karthager blijkt dan nogal eens een Anti-Romein te zijn, die alle ondeugden bezit die de Romein in zichzelf het meeste haat. In een aardig hoofdstuk in zijn Carthage Must Be Destroyed (2010) toont Richard Miles bijvoorbeeld hoe de ondeugden die Karthager moest bezitten, zich ontwikkelden met het zich eveneens ontwikkelende zelfbeeld van de Romeinen.

Lees verder “Een andere “ander””