Robert de Fries en Sint-Nikolaas

Sinterklaas: gevelsteen uit Amsterdam (Dam 2)

Nog even over de relieken van Sint-Nikolaas dus, waarvan afgelopen zondag een piepklein deel vanuit de Egmondse Abdij is overgebracht naar de Amsterdamse Nikolaasbasiliek. Of dat bot echt is, is volkomen irrelevant. Een heilige staat voor een waarde – in dit geval: het is goed te geven aan wie niets kan teruggeven – en al het overige is geneuzel. Een weldenkend mens heeft het er niet over. Of besteedt het uit aan bloggers.

Scepsis

Broeder Adelbert, de reliekenbeheerder en huisblogger van de abdij van Egmond, heeft echter aangegeven in te staan voor de authenticiteit van de relikwie. Dat maakt mijn historische belangstelling wakker. Religieus geloof is immers één ding, wetenschap een ander ding. Je moet sterk staan om iets als “het is echt waar” te zeggen wanneer dat irrelevant is. Dan word ik nieuwsgierig.

Lees verder “Robert de Fries en Sint-Nikolaas”

Middeleeuws Dordrecht

Wie het boek De oudste stad van Holland van mediëvist Henk ’t Jong ter hand neemt, ziet in één oogopslag waarom het onderstaande stukje geen recensie is. Ik sta namelijk vrij prominent op de achterflap omdat ik vrij enthousiast heb geschreven over het vorige boek van ’t Jong, De dageraad van Holland. Maar ook als ik niet positief vooringenomen zou zijn over zijn nieuwste geesteskind, ook als ik Henk niet persoonlijk zou kennen, ook als Henk niet een vaste bezoeker was van deze blog, zou ik nu een mooi stuk schrijven. De oudste stad van Holland is namelijk opnieuw een aanrader.

Die oudste stad is Dordrecht. En laat ik meteen het voornaamste enige minpunt noemen aan ’t Jongs boek: de auteur is er nogal op gebeten dat de burgemeester van Geertruidenberg het in 2011 heeft bestaan te beweren dat niet Dordt maar D’n Bèrrig de oudste stad van Holland zou zijn. Ik begrijp dat er een patat-en-frietse twist tussen de twee gemeentes bestaat, en ik weet dat het ’t Jong echt dwars zit, maar disputen over de schaduw van een ezel zijn oninteressant. En dan ga ik nu de loftrompet steken.

Lees verder “Middeleeuws Dordrecht”

Dageraad van Holland

Ik weet niet meer hoe ik Henk ’t Jong heb leren kennen – online, ongetwijfeld – maar ik weet wel dat we elkaar voor het eerst hebben ontmoet in een restaurant op een bovenverdieping van het Groot Handelsgebouw in Rotterdam, genietend van het uitzicht op het station en de prachtige wolkenkrabbers. We ontdekten dat we het redelijk eens waren maar toch niet dezelfde visie hebben op geschiedenis. Dat doet er ook niet zoveel toe. Ik mag die ouwe brompot wel.

Hij weet namelijk waar hij het over heeft en is niet bang een impopulair standpunt in te nemen. Een historicus moet immers onbevangen, integer en onafhankelijk zijn en een trog een trog en een vijg een vijg noemen. Zoals op zijn blog Apud Thuredrech, waarin ’t Jong hier het standpunt weerlegt dat geschiedenis vooral een verhaal zou zijn. Wat het wel is:

Geschiedschrijving is het beschrijven van gebeurtenissen uit het verleden, hun oorzaken en gevolgen, gebaseerd op bronnen- en literatuuronderzoek, zonder de lege plekken op te vullen met fantasie of romantische verklaringen.

Ik licht deze zin eruit omdat dit precies is hoe ’t Jong te werk gaat in het eerste boek dat ik van hem lees, zijn pas verschenen De dageraad van Holland.

Lees verder “Dageraad van Holland”

Slag bij Vlaardingen (3)

Nog een ontginningslandschap: de Pijp in Amsterdam (Google Earth)

Het citaat van Alpertus van Metz dat ik in mijn eerste stukje aanhaalde, bevat bijna alle elementen die in het tweede stukje aan de orde zijn gekomen. Onder auspiciën van de Hollandse graaf (de hoofdman van de “rovers”) ontgonnen boeren de woeste gronden langs een rivier (“het Merwedewoud”), waarbij iedereen een door sloten afgebakende kavel ter ontginning kreeg en tijns betaalde. Alle boeren van het ontginningsdorp deden krijgsdienst: met eenvoudige wapens vochten ze zij aan zij met het garnizoen van de Vlaardingse burcht.

Alpertus verklaart het succes van de Hollandse boeren door erop te wijzen dat de soldaten van het keizerlijke leger in paniek raakten. Dat kan een deel van de waarheid zijn, maar je zou denken dat de soldaten van de bisschop toch wel zullen hebben begrepen wat een omtrekkende beweging was. Wellicht is een andere oorzaak van de Hollandse zege dat de boeren met een verrassend grote inzet vochten. En met reden, want de ontginningskavels waarop ze slag leverden, waren van henzelf.

Lees verder “Slag bij Vlaardingen (3)”

Slag bij Vlaardingen (2)

Ontginningslandschap bij Woerden

Kort voor de jaarwisseling schreef ik over de Slag bij Vlaardingen, waarin Dirk III, graaf van wat later “Holland” zou heten, een leger versloeg dat de Duitse keizer tegen hem had uitgestuurd, aangevoerd door de bisschop van Utrecht en de hertog van Lotharingen. Waarom is zo’n gevecht na een millennium nog de moeite van het herdenken waard?

Om te beginnen: de positie van Dirk, van zijn voorgangers en zijn opvolgers. Als graven waren ze verantwoordelijk voor het duingebied en de mondingen van de Maas en Rijn, maar ze raakten steeds meer geïnteresseerd in de wildernis in het achterland. Waar zich tegenwoordig een landschap uitstrekt vol steden en weilanden, lag destijds een woest veengebied: elzenbroekbos, struiken, rietveen. In de loop der eeuwen was het veen steeds verder gegroeid en het had de vorm gekregen van metersdikke kussens. Hoewel er mensen woonden, begrijp je waarom Alpertus het een “woud” noemt, een middeleeuws synoniem voor onherbergzaamheid.

Lees verder “Slag bij Vlaardingen (2)”

Slag bij Vlaardingen (1)

Bij gebrek aan eigen fotomateriaal van de Slag bij Vlaardingen krijgt u dit plaatje van het wapen van het Huis van Holland. (Te zien op het raadhuis van Gouda, dus met Vlaardingen of de elfde eeuw heeft het weinig van doen.)

Morgen loopt het oude jaar af en overmorgen begint 2018. Dat is een kroonjaar in de geschiedenis van het graafschap Holland: een millennium geleden vond de Slag bij Vlaardingen plaats. Het leek me aardig uw aandacht daar alvast op te vestigen. Niet omdat kroonjaren belangrijk zijn, overigens, want het verleden is altijd interessant en niet alleen als iets precies duizend jaar geleden of op deze of gene datum is gebeurd. Ik bied echter graag wat voorpubliciteit zodat u, als u later dit jaar met de officiële herdenking wordt geconfronteerd, herkent dat het iets belangrijks is. Eerst geef ik het woord aan Alpertus van Metz, die we, als “Nederland” destijds een begrip zou zijn geweest, hadden kunnen typeren als de eerste Nederlandse historicus.

Aan de kust brak een oorlog uit met de volgende aanleiding. Een groep Friezen had zijn woongebied opgegeven en was gaan wonen in het Merwedewoud. Daar hadden ze zich aangesloten bij een groep rovers en samen met hen beroofden ze de kooplieden. (Later werden die Friezen overigens onderworpen door diezelfde rovers, die hun land toewezen en ieder een perceel ter ontginning gaven met de opdracht dat te bebouwen en cijns te betalen.) Herhaaldelijk kwamen de kooplieden uit Tiel naar de keizer om hem te vragen of hij, in zijn genade, hen wilde beschermen tegen de rovers. Omdat de vorst de handelswegen begaanbaar wilde houden, ontbood hij bisschop Adelbold en hertog Godfried. Hij gelastte hun op te trekken tegen de Friezen, ze uit hun illegale woonplaatsen te verjagen en de rovers te verdrijven. Op grond van dit bevel verzamelden ze een enorm leger, waarvan ook de aanzienlijkste en in de oorlogvoering meest ervaren mannen deel uitmaakten.

Lees verder “Slag bij Vlaardingen (1)”

Dutch simplicity

Composition in Red, Yellow, and Blue (© Piet Mondriaan)
Composition in Red, Yellow, and Blue (© Piet Mondriaan)

In Holland, nothing ever happens. Today – I’m writing this on Friday, October 21th – our main headlines are: repairs for a bridge across a wide river; slow traffic because of an accident; the extradition of three people suspected of manslaughter; something about steel prices and something about manure surpluses. The stock exchange has been stable for some three months and our best weather forecast is “tomorrow the same as today”.

This is not a country of warfare, terror, murder or bloodshed. At least not for some time now. Four centuries of comparative peace have produced some pretty good chocolate, a particular kind of cheese, a lot of windmills, and radical enlightenment.

Over the centuries we’ve had our share of artists as well, of course. I won’t go so far as claiming there is something like a “Dutch school”, yet I wouldn’t be surprised if art historians will one day recognize a certain “Dutchness” in the work of Dick Bruna, Joost Swarte, Piet Mondriaan and Pieter Saenredam.

Lees verder “Dutch simplicity”

Provinciale herindeling

goudaEen jaar of drie geleden realiseerde ik me dat ik te dik aan het worden was. Een en ander moest samenhangen met mijn slaapstoornis. Ik begon bij te houden hoeveel ik nu at, hoeveel ik bewoog, of ik veel alcohol gebruikte, wanneer ik sliep, hoeveel ik werkte. Waardoor ik dikker word is nog steeds een medisch raadsel, maar ik weet nu wel dat ik de afgelopen drie jaar meer uren heb gewerkt dan gezond is. Het ene deel van de beroepsbevolking heeft geen werk en het andere deel moet werken voor twee.

De afgelopen zomer was het aanzienlijk meer: zo’n boek afronden vréét tijd. Ik vond het moeilijk en stond tweemaal op het punt in te storten, maar de gedachte dat ik naar Libanon zou gaan, werkte stimulerend. Bijkomend voordeel was dat ik mijn verjaardag niet echt hoefde te vieren. Het is niet dat ik de gelukwensen van de afgelopen dagen niet zou appreciëren – echt, dat meen ik – maar mensen moeten me niet te dichtbij komen.

Lees verder “Provinciale herindeling”