
Een vraag die dit weekend toevallig op mijn radar kwam: speelt humor een rol in het vroege christendom? In elk geval dit denk ik te weten: humor heeft in het christelijke geloof nooit de ontregelende rol gespeeld die hij speelt in bijvoorbeeld het boeddhisme. De verkoper die het (overigens dunne) boekje Wisdom of the Dalai Lama bij de Amsterdamse boekhandel Waterstone’s neerzette in de kast met humor, had met zijn plagerijtje wellicht meer gelijk dan hij besefte.
Desondanks: bevat het Nieuwe Testament grappen? Is het waar, zoals Umberto Eco insinueert in De naam van de roos, dat er in de Middeleeuwen discussies zijn gevoerd over een nooit lachende Christus? Het antwoord op de tweede vraag krijgt u straks, maar ik kan op de eerste vraag meteen een antwoord geven: ja. Althans, de evangelisten schrijven komische opmerkingen aan Jezus toe, veroorloven zich grappen ten koste van de Romeinen en bouwen een zekere ironie in hun teksten.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.