Archeologisch non-nieuws

Praetorium, Keulen

Archeologen graven in de regel slechts sporen van resten van overblijfselen op. Het vergt veel uitleg om dat begrijpelijk te maken. Tegelijk gaan er honderdduizenden om in de archeologie. Dat leidt nogal eens tot klachten. In de Belgische gemeente Lier kon men laatst uitleggen hoe een miljoen euro was uitgegeven voor een onderzoek dat eigenlijk alleen één interessante munt had opgeleverd. De verplichting tot onderzoek staat steeds vaker op gespannen voet met het maatschappelijk draagvlak.

De oplossing is dat je het belang van je vondsten schromelijk overdrijft. Als je onderzoek doet in het onbekende Qasr al-Hir al-Sharqi, breng je naar buiten dat je graaft in het legendarische Palmyra, dat tenslotte slechts honderd kilometer verderop ligt; als je een standbeeld van Caligula aantreft, beweer je dat je zijn graf hebt gevonden; als je een boot in het meer van Galilea vindt, beweer je dat die uit de tijd van Jezus komt en huil je krokodillentranen als de pers vervolgens – geheel naar verwachting – schrijft dat het scheepje van Jezus was.

Lees verder “Archeologisch non-nieuws”