De tempel van Taffeh

Het tempeltje van Taffeh in het Rijksmuseum van Oudheden (Leiden)

Op 4 april 1979, vierenveertig jaar geleden, stelde het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden officieel de Taffeh-tempel voor het publiek open. En het is alweer tien jaar geleden dat ik een toen alweer acht jaar oud artikel onder ogen kreeg van de Egyptische geoarcheoloog Fekri Hassan, die stelt dat Egypte de tempel niet zo vrijwillig heeft afgestaan als beweerd. Alle reden genoeg om nog eens te onderzoeken hoe de tempel naar Nederland is gekomen.

Aswandam

In 1952, ten tijde van de Koude Oorlog, was in Egypte een coup gepleegd en was Gamal Andel Nasser aan de macht gekomen. Hij had de Engelsen en Fransen het land uitgegooid en allerlei fabrieken en installaties laten nationaliseren, waaronder het Suezkanaal. Verder wilde hij voorkomen dat het groeiende Egyptische volk zou lijden onder water- en voedseltekort. Daarom besloot hij een nieuwe Aswandam te bouwen.

Lees verder “De tempel van Taffeh”

Groot huis

Twee keer het woord “farao” in de cartouches van de tempel van Dendur (Metropolitan Museum, New York)

Het bovenstaande Egyptische reliëf is te zien op de tempel van Dendur en als u denkt dat u ervoor naar Egypte moet, dan heeft u het mis, want dit heiligdommetje staat in het Metropolitan Museum in New York. Net als de tempel van Taffeh in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden is het gebouwtje uit Dendur door de Egyptische overheid geschonken aan een land dat meehielp bij het redden van oudheden toen die dreigden te verdrinken na de aanleg van de Aswandam.

De afbeelding zelf is niet zo heel bijzonder, maar de twee cartouches erboven zijn dat wel. Ze zijn niet alleen identiek, maar ook veelzeggend in hun nietszeggendheid. Zoals u ziet staan in beide cartouches dezelfde drie hiëroglyfen: een rechthoek, een soort pilaar en een mannetje. De rechthoek is het teken pr, “huis”, en het pilaartje, dat een soort dubbele a-klank weergeeft, maakt dit tot een groot huis. Het mannetje is een determinatief, een teken dat aangeeft hoe je het bovenstaande dient te duiden: in dit geval gaat het om een persoon die het Grote Huis is. De koning, met andere woorden, ofwel de farao, om de Hebreeuwse verbastering te citeren van het Egyptische woord voor Groot Huis. We hebben dus te maken met twee cartouches waarin niet de naam van de vorst staat, maar alleen de hiëroglyfen voor farao.

Lees verder “Groot huis”

MoM | Illegale oudheden

Een deel van de Elgin Marbles (British Museum, Londen)

Bezit is doorgaans simpel. Je gaat naar de supermarkt, koopt een brood en een stuk kaas, betaalt aan de kassa en vervolgens zijn die etenswaren van jou. Als iemand vraagt om bewijs, is er een bonnetje waarop staat dat dhr A. Heijn (voor Vlaamse lezers: dhr J. Delhaize) iets heeft overgedragen en daar geld voor heeft ontvangen. Soms is het echter complexer, zoals wanneer de vraag opkomt wie het verleden bezit. Er was namelijk geen antieke heer A. Heijn (of J. Delhaize) die het aan jou heeft overgedragen. Wie zich bezighoudt met het verre verleden, eigent zich iets toe. Dat is ook niet erg, want er zijn geen betrokkenen in het heden die eventuele schade kunnen ervaren.

Het wordt lastiger als het gaat om de materiële resten. Die zijn wél aanwezig in het heden en kunnen worden bezeten. Dat wil nog weleens lastig zijn. Het bekendste voorbeeld is de prachtige sculptuur die bekendstaat als de Elgin Marbles of de Parthenon Marbles: Griekenland eist ze op omdat ze onderdeel zijn geweest van de Atheense Parthenon-tempel, terwijl het British Museum daar anders over denkt. Tot de argumenten om ze niet aan Griekenland te geven, behoren onder meer dat het British Museum als zodanig ook een artistieke eenheid is, waarin deze sculptuur net zo goed aanwezig behoort te zijn als in Athene, en dat het artistieke belang van dit werelderfgoed het nationale Griekse belang overstijgt. Daar kun je het mee eens zijn of niet, maar het zijn argumenten die een zekere rationaliteit hebben.

Lees verder “MoM | Illegale oudheden”