Tweemaal vader

Maquette van de tempelcomplex in Jeruzalem (Israel Museum, Jeruzalem)

Nicolaas Matsier was vorig jaar zo aardig me zijn boek over het Oude en het Nieuwe Testament toe te sturen, Mooi boek, die Bijbel!, Het is een verzameling korte stukken over de joods-christelijke literatuur, waarbij Matsier vooral let op het literaire aspect. Vaak ziet hij de dingen heel scherp. Neem het volgende beroemde verhaal uit het Evangelie van Lukas:

Jezus’ ouders gingen jaarlijks voor het pesachfeest naar Jeruzalem. Toen hij twaalf jaar was, maakten ze weer hun gebruikelijke pelgrimstocht. Na afloop van het feest vertrokken ze naar huis, maar Jezus bleef in Jeruzalem achter zonder dat zijn ouders het wisten. In de veronderstelling dat hij zich bij het reisgezelschap bevond, reisden ze een hele dag voordat ze hem overal onder hun verwanten en bekenden begonnen te zoeken. Toen ze hem niet vonden, keerden ze terug naar Jeruzalem om hem daar te zoeken. Na drie dagen vonden ze hem in de tempel, waar hij tussen de leraren zat, terwijl hij naar hen luisterde en hun vragen stelde. Allen die hem hoorden stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden. Toen zijn ouders hem zagen, waren ze ontzet, en zijn moeder zei tegen hem: “Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.”

Maar hij zei tegen hen: “Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn vader moest zijn?”

Maar ze begrepen niet wat hij tegen hen zei. Hij reisde met hen terug naar Nazaret en was hun voortaan gehoorzaam. Zijn moeder bewaarde alles wat er met hem gebeurd was in haar hart. (Lukas 2.41-52; NBV21)

Lees verder “Tweemaal vader”

De boze zoon

Een feestmaaltijd (Archeologisch Museum van Çanakkale)

De parabel van de verloren zoon bestaat uit drie delen. In mijn eerste blogje becommentarieerde ik hoe de jongen zijn erfenis verzilverde en verspeelde, in het tweede had ik het over de interventie van de vader, die ingreep voordat het dorp er schande van kon spreken.

De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.”

Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan … (Lukas 15.25-28)

Lees verder “De boze zoon”

De goede vader

Reconstructie van een oosters dorp in de Romeinse tijd (Museumpark Orientalis, Berg en Dal)

De parabel van de verloren zoon bestaat uit drie delen, waarvan ik het eerste in het vorige blogje behandelde: de jongen heeft zijn erfenis verzilverd en verspeeld, en keert terug.

Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. (Lukas 15.20-21)

Hier lijken twee mensen aanwezig: de met lood in de schoenen terugkerende jongen en de rennende vader. Maar er is een derde aanwezige: de rest van het dorp, dat schande sprak van de jongen die een deel van het familiebezit had verpatst en Israël had verlaten.

Die vader rent niet omdat hij zo blij is. Als je een gewaad draagt dat tot onder de knie reikt, zoals men in het Nabije Oosten wel deed, moet je er bij het rennen voortdurend aan denken dat je je rok optrekt. Als je daaraan loopt te denken, ben je niet onverkort blij. Vreugde werd dan ook op andere manieren getoond en de man rent omdat zijn zoon in gevaar is. Minimaal kan de verloren zoon een paar kiezelstenen naar zich toe gegooid krijgen. Hij heeft zijn familie en het dorp immers te schande gemaakt. De vader grijpt in voor het verkeerd kan gaan.

Lees verder “De goede vader”

De verloren zoon

De peulen van een Johannesbroodboom

Omdat het Vaderdag is, leek het me aardig in mijn reeks over het Nieuwe Testament een stukje over vaderschap te plaatsen. Vandaar: Lukas 15.11-32 ofwel de parabel van de Verloren Zoon, die helemaal niet gaat over een kind dat niet wil deugen. Hier is ’ie, in de vorig jaar aangepaste Nieuwe Bijbelvertaling.

Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit …

Zie ik het goed, dan is de pointe niet het vragen van de erfenis. De economische eenheid was en bleef dezelfde: de familie. Het deed er weinig toe wie wat bewerkte. Als er bijvoorbeeld één trekdier was, kon iedereen er gebruik van maken, ongeacht wie welke akker in gebruik had dan wel bezat. De angel zit in het verzilveren. De jongste zoon breekt de economische eenheid op. Hij breekt met zijn familie en bracht schande over zijn dorp. En niet zo’n beetje ook.

Lees verder “De verloren zoon”