Hemelvaart

De hemelvaart van keizer Titus (Ereboog van Titus, Rome)

Later deze week is het Hemelvaartsdag, de dag waarop volgens de auteur van het Evangelie van Lukas en de Handelingen van de apostelen de opgestane Jezus in de hemel werd opgenomen. De auteur – we zullen hem Lukas noemen – vertelt het twee keer. De eerste keer is aan het einde van het evangelie.

Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief hij zijn handen op en zegende hen. En terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. (Lukas 24.50-51; NBV21)

De tweede keer is aan het begin van de Handelingen. De gebeurtenis is dus de scharnier tussen de delen van het tweeluik.

Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhoog geheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: “Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Deze Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.” Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem. (Handelingen 1.9-12)

Lees verder “Hemelvaart”

De Friese vrijheid

Een blijde (Fries Museum, Leeuwarden)

De drie maanden die ik in 2018 doorbracht in Friesland behoren tot de gelukkigste van mijn leven. Ik heb er een zwak aan overgehouden voor het Fries Museum in Leeuwarden. En omdat ik de Middeleeuwen interessant vind zonder er heel veel van te weten, was ik blij dat er een expositie was over de Friese landen in de Late Middeleeuwen: Vrijheid, Vetes, Vagevuur. Voor het goede begrip: de Friese landen grensden rond 1000 in het zuidwesten aan de Rijn en in het oosten aan – naar keuze – de Dollard, de Jade, de Elbe of de Deense istmus. Het gaat in elk geval om het gebied langs de Waddenzee.

De Karolingen hadden de regio onderworpen en gekerstend, maar ze behield een zekere onafhankelijkheid. Echte onderwerping van het gebied zal voor de Ottoonse, Salische en Staufische vorsten ook weinig prioriteit hebben gehad. Het gebied lag perifeer. Bovendien grensde het aan zee, konden de bewoners zich betrekkelijk eenvoudig verplaatsen en had je er weinig aan de ruiterlegers die destijds het voornaamste instrument waren om gezag af te dwingen. Het zal keizer Sigismund niet heel zwaar zijn gevallen om in 1417 de de facto Friese vrijheid in een oorkonde ook de iure te erkennen. Een iets jongere tekst, het Fivelgoër handschrift, zegt het poëtisch:

De Friezen zijn vrij, zowel de geborenen als de ongeborenen, zolang de wind van de wolken waait en de wereld bestaat.

Lees verder “De Friese vrijheid”