De volkstelling van Quirinius

Ostracon met registratie van een Romeinse volkstelling, niet die van Quirinius (Nationalbibliothek, Wenen)

De scherf hierboven maakt deel uit van de collectie van de Oostenrijkse nationale bibliotheek in Wenen. Hij is gevonden in het zuiden van Egypte en is beschreven door iemand met een geoefende hand, gewend aan het schrijven van veel teksten. Deze klerk heette Amonios, zoon van Amonios, en was belastinginner. In de tekst verklaart hij dat een zekere Soros, zoon van Pachompos, in het vijfde jaar van keizer Claudius (45 na Chr.) de hoofdelijke belasting had betaald, een bedrag van zestien drachmen voor een gezin van acht personen.

Niemand betaalt zijn belastingen voor zijn plezier en twee drachmen per persoon was veel geld. (Een drachme gold als het dagloon van een geschoold arbeider.) De Romeinen deden hun best – hoewel niet al te hard – om het enigszins rechtvaardig te doen, en daarom waren er volkstellingen. Toen keizer Augustus in 6 na Chr. besloot de Judese vorst Archelaos af te zetten en zijn land toe te voegen aan de provincie Syrië, moest gouverneur Publius Sulpicius Quirinius de Judeeërs tellen. Velen verzetten zich.

De revolte is niet opgenomen in de catalogus van gewapende interventies in Judea die de Romeinse historicus Tacitus opnam in zijn Historiën (5.9). Dit betekent dat het niet noodzakelijk is geweest de legioenen in te zetten. De rebellie was met hulptroepen te onderdrukken en kan niet heel grootschalig zijn geweest.

Toch herinnerden de Joden zich de volkstelling van Quirinius als een nationale ramp. Twee, misschien drie generaties na de gebeurtenis kon de evangelist Lukas veronderstellen dat elke lezer wist wat Quirinius’ gouverneurschap had betekend, ervan op de hoogte was wat van calamiteit zich had voltrokken en hoe donker het er had uitgezeten. Dat blijkt uit de wijze waarop Lukas, die nooit te beroerd is om eigennamen uit te leggen (de Jordaan is een rivier, Gerasa ligt tegenover Galilea…) Quirinius zonder nadere introductie vermeldt (2.2).

De Romeinse volkstelling was de inktzwarte achtergrond die Lukas benutte om het heilshistorische spektakel dat hij zal gaan beschrijven beter te doen uitkomen: de komst van de Messias. Toen Joodse bendes en de Romeinse hulptroepen het land onveilig maakten, toen de zaken er het slechtst voor stonden, bleek God het meest nabij. Een goede schrijver, die Lukas.

Deel dit: