Keizer Augustus (1)

De familie van keizer Augustus (bovenaan) en Romeins oorlogsgeweld (onderaan): de Gemma Augustea (Kunsthistorische Museum, Wenen)

De Blois en Van der Spek vertellen in hun handboek Een kennismaking met de oude wereld het standaardverhaal over keizer Augustus. Die heette, zoals we vorige week zagen, oorspronkelijk Gaius Octavius, was door Julius Caesar geadopteerd en noemde zich sindsdien eveneens Gaius Julius Caesar. Om ze te onderscheiden, noemen oudheidkundigen de jongste van het tweetal meestal Octavianus, een naam die hij vanzelfsprekend nooit heeft gedragen. De magische naam “Julius Caesar” was de sleutel tot zijn succes.

Plus de meedogenloosheid waarmee hij diverse burgeroorlogen ontketende.

Koning, of zoiets

Na afloop van de laatste burgeroorlog, waarin hij zijn rivaal Marcus Antonius en diens geliefde Kleopatra VII versloeg, stond Octavianus voor het probleem waar ook Caesar mee had geworsteld: hoe de monarchie te verkopen aan de republikeinse Romeinen?

Net als zijn adoptiefvader dacht Octavianus aan de koningstitel, maar de gebeurtenissen van 15 maart 44 hadden getoond dat dit onaanvaardbaar was. Het dictatorsambt was onacceptabel door het dubieuze optreden van Sulla en Caesar. Aanvankelijk liet Octavianus zich enkele jaren tot consul kiezen, maar die serie bracht de herinnering boven aan Marius.

Uiteindelijk koos hij ervoor zijn macht demonstratief neer te leggen, verklarend tevreden te zijn met de titel van princeps, “eerste burger”, alsmede de eer de republiek te hebben hersteld (27 v.Chr.). De senatoren, die wel begrepen wat werd verwacht, kenden hem als dank de erenaam Augustus toe, een halfreligieuze titel die zoiets wil zeggen als “de verhevene”. Verder aanvaardden ze een machtigingswet waarmee Augustus gouverneur werd van ruim een dozijn provincies, heel toevallig die waar troepen lagen.

De vruchtbaarheid van Moeder Aarde was een motief in de propaganda van Augustus. Dit reliëf uit Karthago is een kopie van een afbeelding op de Ara Pacis in Rome.

De erfenis van Pompeius

Net als Pompeius liet hij de dagelijkse bestuurspraktijk over aan plaatsvervangers en combineerde hij het gouverneurschap met andere ambten, namelijk het consulaat, het volkstribunaat en het hogepriesterschap. Later nam de princeps zelfs genoegen met de bevoegdheden van consul en volkstribuun en zag hij af van de ambten zelf: een idee dat hij had opgedaan in zijn tijd als drieman, toen hij in alles behalve naam dictator was geweest. Met imperium maius overheerste hij andere republikeinse gezagsdragers.

Het was allemaal te verkopen als constitutioneel. Behalve dat het dat niet was. Het is een mooi voorbeeld van Theodor Mommsens visie dat de Romeinen revolutionaire veranderingen verankerden in traditionele bewoordingen.

Rome, Huis van Augustus

Wie wist wat?

Hoewel men Augustus meestal aanduidt als Romes eerste keizer, was hij in feite gewoon koning. Ik ken echter geen contemporaine Romeinse bronnen die dit noemen. Rond het jaar 30 na Chr. lijkt Velleius Paterculus, een tijdgenoot dus, niet in de gaten te hebben hoe grondig de verhoudingen waren veranderd. Het is alsof niemand heeft herkend dat Rome een monarchie was geworden. Suetonius citeert wel uit een brief van Augustus’ adoptiefzoon Drusus, die zou hebben overwogen de monarchie af te schaffen, maar we kunnen niet weten of die brief authentiek is.

We hebben simpelweg geen bewijs dat mensen in de gaten hebben gehad dat wat het herstel van de republiek heette, de instelling van een monarchie was. Het mag dan onaannemelijk zijn dat ze het werkelijk niet herkenden, concrete aanwijzingen zijn er niet, althans voor zover ik weet. De Blois en Van der Spek laten zich over deze kwestie niet uit.

Reconstructie van de Augustus van Prima Porta (Allard Pierson-museum, Amsterdam). De blote voeten zijn die van een halfgod, de kleine Eros herinnert aan afstamming van de godin Venus.

Innovaties

In de loop van de veertigjarige regering van Romes eerste keizer vonden diverse ingrijpende veranderingen plaats. Eén daarvan was de keizercultus. Waren de Gracchen vereerd na hun dood en Marius al bij zijn leven, Caesar was onder de goden opgenomen. Daarna had Octavianus zich gepresenteerd als godenzoon, divus filius. De cultus voor de god Augustus zou de logische volgende stap zijn geweest. In de hellenistische Griekse wereld zou niemand ervan hebben opgekeken. Zover durfde Augustus echter niet te gaan, want hij wist dat dit onacceptabel was voor de Romeinse religieuze autoriteiten. Daarom liet hij zijn persoonlijke beschermgod (genius) vereren.

De tweede verandering was de titel “vader des vaderlands”, parens patriae, die hij in 2 v.Chr. aannam. Daarmee suggereerde Augustus dat de Romeinen vielen onder zijn ouderlijke macht: een prachtige manier om te verbergen dat zijn heerschappij onconstitutioneel was. De meest succesvolle dictator is immers degene die de mensen ervan overtuigt dat hij geen dictator is en ze aan zich bindt met een emotionele band.

Augustus (Glyptothek, München)

Propaganda en agressie

Dichters als Vergilius, Ovidius en Horatius presenteerden het nieuwe regime als een terugkeer naar de mythologische Gouden Eeuw, toen de god Saturnus over de wereld had geheerst en de mensheid gelukkig was geweest. Daarom werd een altaar gebouwd voor de Vrede. Zoals veel propaganda was dit hypocriet: Octavianus had immers zelf enkele burgeroorlogen uitgelokt. Bovendien kregen de buurvolken van het Romeinse Rijk het hard te verduren. De veroveringen ten tijde van Augustus waren omvangrijker dan die van Pompeius en Caesar bij elkaar.

Deze aanhoudende agressie was te verwachten: de Romeinen bleven geweld verheerlijken, zoals ze al eeuwen hadden gedaan. Maar er is een nog cynischer verklaring. Aan het begin van Augustus’ bewind waren er zo’n zestig legioenen onder de wapenen, terwijl achtentwintig volstonden voor de rijksverdediging. Daarom stuurde de princeps zijn soldaten uit op gevaarlijke campagnes naar ontoegankelijke gebieden als Jemen, Soedan en Friesland, waar ze zich konden doodvechten.

Le Bohec beschouwt Augustus als de grootste van alle Romeinse generaals. Ik vermeld het maar even. Dat u niet denkt dat oudhistorici zuurbekjes zijn die nooit eens iemand kritiekloos bewonderen.

Senatoren op de Ara Pacis (reliëf in de Vaticaanse Musea, Rome)

De Senaat

De voornaamste generaals waren familieleden van Augustus, zoals zijn stiefzoon en opvolger Tiberius, die successen boekte in Armenië en Germanië. Senatoren kwamen aan de oorlogvoering zelden te pas.

De oude senatoriële loopbaan bleef echter bestaan – er werden nieuwe functies  aan toegevoegd, zodat men carrière kon maken in keizerlijke dienst – en vrijwel alle provinciegouverneurs waren afkomstig uit de senatoriële stand, maar de bevoegdheid oorlog te voeren kwam te liggen bij de princeps, die immers gouverneur was van alle provincies met troepen. De senatoren vormden een college van steenrijke, ervaren bestuurders en waren als zodanig onmisbaar, maar politiek waren ze vrijwel monddood. Nu ze gemist konden worden in de stad, vestigden ze zich op het platteland, waar grote landhuizen verrezen.

Augustus triomfator (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

Brood en spelen

Ook de Volksvergadering had nauwelijks nog betekenis. Zij mocht Augustus’ benoemingen bekrachtigen. Toch had de stedelijke bevolking nog invloed op het beleid. In de beroemde woorden van de dichter Juvenalis (67-ca. 140):

’t Volk dat eens de macht, commando’s, ambten,
consulaten, alles kon verdelen,
int’resseert nog maar een tweetal dingen:
brood en spelen.

Op het eerste gezicht klinkt dat alsof het volk zich in slaap had laten sussen nu de graanvoorziening was gegarandeerd en dagelijks vermaak werd geboden, maar Juvenalis bedoelt méér. Hij geeft de twee belangrijkste banden aan die tussen de vorst en zijn onderdanen bestonden: wee de keizer die de graanvoorziening liet versloffen of niet luisterde als de Romeinen tijdens de spelen met spreekkoren hun wensen kenbaar maakten. De heerser kon zich niet permitteren die verlangens te negeren en het is nauwelijks overdreven te zeggen dat wagenraces en gladiatorengevechten de functie van de Volksvergadering hadden overgenomen.

Volgende week meer.

Deel dit:

10 gedachtes over “Keizer Augustus (1)

  1. Frans Buijs

    Of, wat ook kan, de Romeinen hadden wel door dat de republiek verleden tijd was, maar wilden het niet toegeven.

  2. FrankB

    “Hoewel men Augustus meestal aanduidt als Romes eerste keizer, was hij in feite gewoon koning.”
    Wat is het verschil, behalve dat een keizer geacht wordt “hoger” te zijn dan een koning? Ik heb dat nooit begrepen.

    “Grootste generaal” zegt mij niet zoveel. Interessanter vind ik dat Augustus een staatsbestel in elkaar zette dat het 500 jaar (als we Byzantium meerekenen zelfs 1500) uithield. Dat is nogal wat.

    1. Frans Buijs

      Waarschijnlijk onstond de term Caesar/keizer omdat men Augustus vooral geen koning wilde noemen. Aanhakend op wat ik hierboven al zei: alles om de schijn op te houden dat Rome nog steeds een (soort van) republiek was.

    2. Ik heb geleerd dat een koning heerst over één volk/koninkrijk en een keizer over vele volken/rijken/rijkjes. Zo kon de koning van Pruisen tevens keizer van het Duitse Rijk worden, en was de Habsburgse keizer tevens koning van Bohemen.

      1. FrankB

        Tja, dat is nogal dubieus. Dan waren de Welsh en de Engelsen één volk vanaf ongeveer de twaalfde eeuw. En in Nederland onderscheiden we Franken, Saksen en Friezen. Om het maar helemaal niet te hebben over Catalanen en Basken.
        De gedachte van één volk, één politieke eenheid is negentiende eeuws. Koningen en keizers liepen er al veel eerder rond.

  3. Debby Teusink

    De adel had in de sterk hiërarchische Romeinse republiek geen stand boven zich. De politieke en religieuze ambten werden onderling verdeeld. De strijd om macht, geld en aanzien had de republiek in een krankzinnige burgeroorlog doen belanden die honderd jaar duurde. Augustus heeft er, wellicht met hulp van z’n bovenmatig intelligente vrouw Livia, een einde aan gemaakt. De terreur die de adel over het gewone volk stortte eindigde hierdoor. Degenen die nu de straffende hand van de boven zich geplaatsten voelden was die adel zelf, wat ook de brede steun van het gewone volk voor de monarchie verklaarde. Een beetje zoals in onze republiek waar de Oranjes, met wisselend succes, de regenten onder de knoet konden houden en zich het gejuich van de massa konden laten doen welgevallen.

  4. Wij hebben ook recente ervaringen met het verschil van de staatsinrichting op papier en de feitelijke machtsuitoefening. In 1936 kreeg de USSR een grondwet die in het westen werd aangeprezen als de meest democratische ter wereld. En ondertussen begonnen de zuiveringen waarin o.a. de auteur van deze grondwet het loodje zou leggen.
    Meer recent hebben we gezien dat populistische leiders in staat zijn om naast de geldende staatsinrichting veel meer macht uit te oefenen dan ze volgens die staatsinrichting hebben. Zelfs de USA, met al zijn checks and balances, zou best een populistische dictatuur kunnen worden. En ondertussen blijven die populistische leiders bij hun aanhangers enorm populair. Zou je Augustus als de uitvinder van het populisme kunnen beschouwen?

    1. FrankB

      Jawel, maar het is wel een anachronisme. Niettemin hebt u gelijk, brede steun van de bevolking inzetten als machtsmiddel door te zeggen wat die bevolking wil horen is geen 20e, 19e of 18e eeuwse uitvinding.

  5. Ben Spaans

    Adrian Goldsworthy merkt op (in The Fall of the West) dat Augustus in Griekstalige bronnen in het oosten van het rijk als ‘Basileus’ werd aangeduid, daar in ieder geval liet niemand zich voor de gek houden, stelt hij.

Reacties zijn gesloten.