Een Macedonisch-Babylonische stad: Seleukeia

Beeldje van een rustende vrouw uit Seleukeia (Metropolitan Museum, New York)

In de twee stukjes van gisteren heb ik geschreven over Mesopotamië in de tijd na Alexander de Grote: een stad als Babylon bleef gewoon bestaan, Alexander vernieuwde Charax, en zijn opvolgers stichtten eveneens nieuwe steden. Een daarvan was Seleukeia, gesticht door Seleukos Nikator. De stichtingsdatum is onbekend, maar het moet zijn geweest na de Babylonische Oorlog (311-309 v.Chr.). De jaren 308-304 wijdde Seleukos aan oostelijke veldtochten, zodat de stichting alleen in de tweede helft van 309 en na 304 kan hebben plaatsgevonden.

Stad van het koningschap

In spijkerschriftbronnen heet Seleukeia de hoofdstad van het rijk (al šarruti, “stad van het koningschap”). De stad lag tegenover het oude Opis, niet ver van de plek waar een belangrijk kanaal de Tigris verbond met de Eufraat. De ruïnes van Seleukeia zijn geïdentificeerd in Tell Umar, ongeveer dertig kilometer ten zuiden van Bagdad, en zestig ten noorden van Babylon, dat een deel van zijn inwoners naar de nieuwe stad zag verhuizen.

Uit opgravingen weten we dat de stad een schaakbordplattegrond had. Aangezien het een Seleukidische stad was, zal ook hier wel een kaarsrechte hoofdstraat zijn geweest, versierd met zuilengalerijen. Het verloop van de muren zal bepaald zijn geweest door de mogelijkheden van het landschap. De Romeinse auteur Plinius de Oudere vergelijkt het stadsplattegrond met een adelaar die zijn vleugels spreidt. Een gracht scheidde de koninklijke residentie van de woonwijken. Dit is allemaal standaard voor Seleukidische steden: hier, daar en daar zijn parallellen uit Syrië. Het marktplein is nog niet geïdentificeerd en voor het theater is een plek aan de zuidrand mogelijk. In de eigenlijke stad woonden Babyloniërs die, zoals de inheemse traditie voorschreef, hun graven hadden onder hun huizen.

Volgens Plinius telde de stad 600.000 inwoners en dat zou weleens kunnen kloppen. Meestal zijn dit soort cijfers met een korrel zout te nemen, maar misschien is het voor één keer niet overdreven. Babylonië was uiterst vruchtbaar en over de waterwegen was het makkelijk voedsel naar de stad te brengen. Bagdad zou later nog groter zijn, gevoed met dezelfde gewassen en vruchten, aangevoerd met dezelfde technologie.

Griekse cultuur

Seleukeia was een belangrijk centrum van de Griekse cultuur. Strabon vermeldt een astronoom met de naam Seleukos en voegt toe dat deze was opgeleid in de Babylonische astronomie. Hij vermeldt ook een stoïcijnse filosoof met de naam Diogenes die – interessant genoeg – van inheems Babylonische afkomst was. Volgens Ploutarchos geloofde de redenaar Amfikrates dat hij in Seleukeia passend emplooi kon vinden, kreeg hij inderdaad een eervolle positie aangeboden, maar weigerde hij die toen hij ontdekte hoe heet het er was.

In 141 v.Chr. veroverde de Parthische koning Mithradates I de Grote (r.165-132) Babylonië. Hij bleef munten slaan in Seleukeia. Wel bouwden de nieuwe heersers een tweede stad op de oostelijke Tigrisoever: Ktesifon. Plinius beweert dat Seleukeia in zijn tijd nog enkele Macedonische gebruiken had, terwijl ook de Grieken, de Babyloniërs en de Syriërs herkenbare groepen waren. Een grote groep Joden die na 35 na Chr. naar de stad vluchtte, werd daar afgeslacht door de Grieken en Syriërs.

De nabloei van Seleukeia

De Romeinen veroverden de tweelingsteden verschillende keren. Keizer Trajanus nam ze in 116 na Chr. in, generaal Avidius Cassius tijdens de Parthische veldtocht van Lucius Verus. Dit moet een flinke dreun voor Seleukeia zijn geweest, en het is enigszins ironisch dat Avidius Cassius een afstammeling was van Seleukos Nikator.

De val van Seleukeia: onderaan vlucht het garnizoen weg, bovenaan capituleren de burgers (tekening van een zwaar beschadigd reliëf op de Ereboog van Severus in Rome)

Ktesifon overleefde echter, en ook delen van Seleukeia bleven bewoond. Keizer Septimius Severus richtte zich in de winter van 198/199 op de tweelingstad en zag dat soldaten Seleukeia verlieten. De gebeurtenis staat afgebeeld op Severus’ ereboog op het Forum Romanum. In de derde eeuw werd de stad, of wat er nog van over was, door de Sasanidische Perzen omgedoopt tot Veh-Ardašir (“de goede stad van Ardašir”). De stad was daarna belangrijk genoeg om een vermelding te verdienen in het lijstje van door keizer Carus in 283 ingenomen steden.

In de vijfde eeuw werd Seleukeia een belangrijk centrum van het nestorianisme. De officiële leer van deze oosterse tak van het christendom is vastgesteld tijdens het kerkelijk concilie van 468 dat in Seleukeia werd gehouden. De nestoriaanse patriarch groeide uit tot een van de machtigste mensen op aarde. Rond 800 stelde de nestoriaanse leider Timotheus een bisschop aan voor China. Alleen: de patriarch van Seleukeia resideerde in Bagdad, dat de aloude steden totaal had overvleugeld.

Deel dit: