2x Megiddo

De held van Megiddo: Toetmoses III (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

Het is een van de beroemdste verhalen uit de oude wereld. In 1457 v.Chr. – of 1448 of 1447, als de laatste berichten kloppen – besloot de pas aangetreden Egyptische koning Toetmoses III tot een veldtocht naar Kanaän, waar hij Megiddo wilde veroveren. Dat was een strategisch gelegen stad waarvandaan verschillende wegen leidden naar het noorden en oosten.

Er liepen ook verschillende wegen naartoe: er waren drie manieren om over het Karmelgebergte te trekken en Megiddo te benaderen. De gewone route was vanaf een punt voorbij het huidige Tel Aviv oostwaarts en dan, als men eenmaal over de bergen was, linksaf naar het noordwesten. Het alternatief voerde parallel langs de kust en passeerde de bergen bij Yokneam, waar het leger dan een scherpe bocht naar rechts zou moeten maken om naar het zuidoosten te gaan, richting Megiddo.

Er was nog een derde route: langs de Wadi Ara. Dit was de kortste weg, maar ze had als nadeel dat ze voerde door een smalle kloof waar de manschappen niet anders dan in een enkele rij doorheen zouden kunnen trekken. Toetmoses’ generaals waren eensgezind dat het leger in elk geval deze route niet moest nemen.

De farao – hierboven ziet u een portret dat in zijn eerste regeringsjaren schijnt te zijn gemaakt – nam toen een opmerkelijk besluit: als zijn adviseurs het erover eens waren dat hij een van de twee makkelijkere routes moest nemen, lag dit zó voor de hand dat de vijandelijke leiders er ook wel zo over zouden denken. Het beste was te doen wat de Kanaänieten niet verwachtten, en dus vervolgden de Egyptenaren hun opmars langs de Wadi Ara.

Deze gok pakte goed uit en niet veel later kon Toetmoses het beleg opslaan voor Megiddo, dat hij inderdaad veroverde. In de volgende jaren waren er niet minder dan zestien verdere campagnes. Acht jaar na de inname van Megiddo bereikten de Egyptenaren Kadesh in Midden-Syrië en nog wat later stonden ze aan de Eufraat.

Zoals gezegd: Toetmoses’ manier om met advies om te gaan, is beroemd. De farao heeft het verslag als een inscriptie laten aanbrengen in de tempel van Karnak, waar een muur met de bescheiden afmetingen van twaalf bij vijfentwintig meter nodig was om het hele verhaal te doen. In 1906 werd dit relaas door de Amerikaanse egyptoloog James Breasted vertaald in het Engels, zodat iedereen er kennis van kon nemen.

Tot de lezers van Breasteds Ancient Records of Egypt. The Eighteenth Dynasty behoorde een Britse officier, Edmund Allenby, die tijdens de Eerste Wereldoorlog Palestina op het Ottomaanse Rijk veroverde. In 1917 bereikte hij Jeruzalem, waarvandaan hij in het volgende jaar doorstootte naar het noorden. Zo stond ook hij voor de keuze welke weg hij over de Karmel moest nemen, richting Megiddo.

Zijn adviseurs suggereerden hem de twee gemakkelijke wegen en dus besloot Allenby tot een aanval door de Wadi Ara. Op 19 september 1918 begon de opmars; de volgende dag bereikten de Britten Megiddo en in de daarop volgende dagen werden de Ottomaanse troepen teruggedreven. Doordat Allenby het Tatenbericht van Toetmoses had gelezen, zou Palestina nog zo’n dertig jaar Brits zijn.

[Dit was de drieënvijftigste aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier. ]

Deel dit: