Geliefde boek: Im Westen nichts Neues

Een Duitse soldaat uit de Eerste Wereldoorlog (©Bundesarchiv)

Im Westen nichts Neues van Erich Maria Remarque stond al een tijdje op het lijstje van boeken die ik toch echt nog eens wilde lezen. Toen ik een vroege druk uit 1929 op Boekwinkeltjes zag kocht ik hem, voor een grijpstuiver. Een boek met een geschiedenis – en wat voor een. Het heeft de tweeënnegentig jaar echter prima doorstaan en is met zijn naturel linnen band nog in puike staat. De eerste eigenaar kocht het ooit bij Van Benthem & Jutting, Algemeene Boekhandel te Middelburg. Ik had me al aangegord voor een gotische letter, maar dat viel mee: alleen op het inlegvel met reclame van de uitgever – Im Prophyläen-Verlag Berlin – dat nog steeds ongeschonden tussen de pagina’s ligt, staat wat gotisch schrift. Deze luxe uitgave van Im Westen nichts Neues kostte destijds zes mark. Ik kreeg hem op woensdag. De dag daarna viel Rusland Oekraïne binnen. Oekraïne, het grote grensland. Twee zielen in één borst, een strijdtoneel van eeuwen.

Verwoeste generatie

Door toeval lees ik dus de een van de meest indringende oorlogsromans ooit terwijl in Oekraïne een oorlog in volle gang is. Remarque is nog steeds actueel. Zelf zei hij een beeld te willen schetsen van zijn generatie – de jongens die vanuit de schoolbanken naar het front werden gestuurd:

Lees verder “Geliefde boek: Im Westen nichts Neues”

De Slag bij Bergen

De spoorbrug van Nimy

Het verhaal is genoegzaam bekend. Een Servische revolutionair had in Sarajevo de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije en zijn echtgenote doodgeschoten; Wenen kreeg een blanco cheque uit Berlijn; Seine Kaiserliche und Königliche Apostolische Majestät stelde een scherp ultimatum aan Servië; dat land weigerde te voldoen aan alle eisen; het kreeg hulp toegezegd uit Rusland; Rusland was verbonden Frankrijk; Duitsland viel Frankrijk binnen door België; de soevereiniteit van België was gegarandeerd door de Britten; die verklaarden de oorlog aan Duitsland. De wereld stond in brand.

Het Schlieffenplan

De Centralen, zoals Oostenrijk-Hongarije en Duitsland worden genoemd, hadden het nadeel dat ze aan twee fronten moesten vechten en het voordeel van de korte transportroutes. Alles kwam aan op de snelheid waarmee ze Frankrijk een opdoffer à la 1870 konden verkopen en de Engelsen terug konden sturen over het Kanaal, om zich daarna te keren tegen de Russen. Dit Schlieffenplan zou hebben kunnen lukken en wie weet hoe de wereld er dan uit zou hebben gezien, als Rusland niet sneller dan verwacht zou hebben gemobiliseerd en de Duitsers zou hebben gedwongen enkele divisies van het westelijke naar het oostelijke front te brengen. En trouwens: die snelle opmars naar het westen, die was ook behoorlijk vertraagd. In de forten rond Luik, zoals Battice, en ook bij Bergen.

Lees verder “De Slag bij Bergen”

Armenië in Libanon

Musa Dağ, de Mozesberg, verrijst even ten noordwesten van Antiochië. Hier lagen ooit zes Armeense dorpen, al bewoond door Armeniërs sinds de Middeleeuwen en misschien nog wel langer. In juli 1915 kregen de bewoners van de Ottomaanse autoriteiten opdracht zich klaar te maken voor verhuizing – en de dorpelingen wisten dat dit neerkwam op deportatie. De Armeense genocide was in april van dat jaar al begonnen met een moordpartij in Constantinopel.

De vierduizend bewoners van de zes dorpen trokken zich terug op de berg zelf, legden loopgraven aan, oefenden zich in het schieten en wachtten op de onvermijdelijke aanval. Die volgde inderdaad, maar de belegerden wisten de soldaten af te slaan, waarop de Ottomaanse troepen besloten de dorpelingen uit te hongeren. Een paar van hen wisten naar Iskenderun – dat toen nog Alexandretta heette – te komen, deels lopend langs de kust, deels zwemmend, in de hoop dat daar schepen zouden liggen van de Entente, maar vergeefs.

Lees verder “Armenië in Libanon”

Fort Battice

Battice

Luik is niet alleen Luik. Wie vanaf Maastricht langs de Maas naar de grote Waalse stad reist, rijdt eigenlijk al vanaf de grens langs de eindeloze industrieterreinen en bedrijvenparken. Dit is een van de grootste economische knooppunten van Noordwest-Europa. Dat was al zo in de negentiende eeuw en om er zeker van te zijn dat de strategisch belangrijke zone in oorlogstijd Belgisch zou blijven, kreeg Luik na 1887 een gordel van twaalf forten, die de stad moesten beschermen als Duitsland en Frankrijk ooit nog eens ten oorlog zouden gaan en de neutraliteit van België zouden negeren.

Toen het er in 1914 op aankwam, bleken de Duitsers de zwakten van de reeks te kennen. Ze vielen langs verschillende kanten aan, kenden het gat in de reeks (langs de Maas) en op 7 augustus, drie dagen na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, capituleerde Luik. Daarna werden de forten van binnenuit de cirkel aangevallen. Daar waren ze niet op ontworpen, maar de forten hielden het desondanks nog zes dagen uit, ondanks de inzet van het allerzwaarste veldgeschut dat de wereld tot dan toe had gezien, de Dikke Bertha.

Lees verder “Fort Battice”

De Armeense genocide: Verzet

De resten van de oude stad van Van; citadel in de achtergrond, minaret iets links van het midden.

[Vijfde deel van een serie van zes; het eerste is hier.]

Natuurlijk verzetten de Armeniërs zich. De tegen hen ondernomen operatie hing immers al een kleine kwart eeuw in de lucht en het is niet voor niets dat Talaat Pasha eerst de Armeense dienstplichtigen uit het leger haalde en ontwapende. Zoals al aangegeven bood de bevolking van de oostelijke stad Van weerstand. Cevdet Bey, een zwager van minister van oorlog Enver Pasha, slaagde er niet in de stad in te nemen, wat hem er niet van weerhield het platteland te terroriseren. Uiteindelijk waren het de Russen die Van ontzetten en de macht overnamen in de gebieden rond het Van-meer.

Toen de Ottomaanse legers de Russen terugdreven, vluchtten de Armeniërs met hun bevrijders mee naar Oost-Armenië (d.w.z. het door de Russen beheerste deel van het gebied, de huidige republiek). Wie Van tegenwoordig bezoekt, zal ten zuiden van de citadel een eenzame minaret zien staan en links en rechts nog wat muren. Dat is alles wat resteert van de oude stad.

Lees verder “De Armeense genocide: Verzet”

De Armeense genocide: Diyarbakır

Diyarbakır en de Tigris

[Vierde deel van een serie van zes; het eerste is hier.]

Een voorbeeld van de in het vorige stukje genoemde vier stappen is de provincie Diyarbakır. Volgens de officiële Ottomaanse census was 40%-50% van de bevolking Armeens. De al genoemde gouverneur Mehmet Reshid, een moslimvluchteling uit de Russische Kaukasus, was bang voor een vijand in eigen gelederen, die steun kon bieden aan de Russen en de Britten. In zijn kort voor zijn zelfmoord geschreven memoires sprak de gewezen legerarts over “een gezwel, een tumor, dat moest worden uitgesneden om verdere verspreiding te voorkomen”.

Stap één. Reshid stelde Armeense arbeidsbataljons in die rond Diyarbakır in het veld moesten werken. Veel dienstplichtigen kwamen om door de zomerhitte en allerlei ziektes. Er zouden twaalfhonderd doden zijn geteld langs de wegen, terwijl nog eens zeshonderd mannen in een ravijn zouden zijn doodgeknuppeld. Toen aan premier Talaat Pasha werd gemeld dat sommigen zich verzetten, drong deze aan op snelle liquidatie van de andere dienstplichtigen.

Lees verder “De Armeense genocide: Diyarbakır”

De Armeense genocide: Het begin

Monument voor de Armeense genocide in Ejmatsin

[Derde deel van een serie van zes; het eerste is hier.]

De grote Europese mogendheden hadden in de negentiende eeuw de wereld verdeeld. Het was een handige manier om onderlinge conflicten af te leiden: er was altijd wel ergens een stukje planeet om aan de verliezer te geven, zodat die wat wisselgeld kreeg en geen al te groot gezichtsverlies leed. Probleem was wel dat er steeds minder planeet te verdelen viel. Nadat in China invloedssferen waren uitgetekend, was de Balkan het laatste stukje dat nog viel te verdelen, en de twee Balkanoorlogen hadden ook daaraan een einde gemaakt. Toen in Sarajevo de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins werd doodgeschoten, was er geen uitlaatklep meer en de Derde Balkanoorlog escaleerde tot een wereldoorlog.

Het verbaasde niemand dat de Ottomaanse overheid partij koos voor de Centrale Mogendheden, aangezien de generale staf al voor een deel bestond uit Duitse militaire adviseurs met intrigerende namen als Colmar von der Goltz Pasha en Otto Liman von Sanders Pasha. Er zal ook weinig verbazing zijn geweest dat de drie Ottomaanse leiders – Talaat, Enver en Cemal – ervoor kozen af te rekenen met de “binnenlandse vijanden”. De aanleiding was de vernederende nederlaag bij Sarikamish – tegenwoordig een wintersportdorp ten oosten van Erzurum – in de winter van 1914/1915. De Ottomaanse commandant, Enver Pasha, gaf bij zijn terugkeer in Constantinopel de schuld aan zijn Armeense eenheden, die hem een dolk in de rug zouden hebben gestoken.

Lees verder “De Armeense genocide: Het begin”

Frontsoldaat

Dat Louwe Huizenga, over wie ik gisteren blogde, in Groningen een wereldrecord op de marathon kon lopen zonder dat de wereld dat in de gaten had, was niet zó vreemd: de wereld verkeerde in oktober 1915 immers in oorlog. Toen Huizenga zijn record liep, beschreef een in Parijs wonende Nederlandse, Wilma Knaap, hoe haar broer Arthur, een soldaat in het Vreemdelingenlegioen, streed tegen de Duitsers.

Het Eerste Regiment vocht in het noorden van Souain, in een verschrikkelijke actie. … Toen de eerste Duitse loopgraven genomen waren (hun kolonel had naar de eer voor zijn regiment bedongen om vooraan te marcheren en hijzelf marcheerde, met een geweer in de hand, voor zijn manschappen), hield een soort van kleine veldschans nog stand, die de infanteristen naar de order moesten innemen door een dubbele zijdelingse aanval.

Lees verder “Frontsoldaat”

Moord!

De auto waarin Franz Ferdinand werd doodgeschoten (enigszins aan het oog onttrokken omdat er een blogger voor ging staan)

Een vriendin uit Libanon – ze heeft een reisbureau waar ik graag even reclame voor maak – schrijft me dat CNN onlangs een documentaire uitzond over de moord op Franz Ferdinand. Zoals u inmiddels tot vervelens toe hebt gehoord, was dat een eeuw geleden de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog.

Lees verder “Moord!”

De eerstgevallenen

Door een gelukkige speling van het lot woont mijn collega Theo Toebosch bij me in de buurt. We komen elkaar elke maand wel eens in de winkelstraat tegen, lunchen regelmatig en komen ook wel eens bij elkaar over de vloer. Dat maakt me niet tot de meest objectieve recensent van zijn laatste boek, De eerstgevallenen, maar dat weerhoudt me niet dit boek over de Eerste Wereldoorlog onder uw aandacht te brengen.

De eerste eerstgevallene is de Franse korporaal André Peugeot, die op 2 augustus 1914 om het leven kwam bij een incident aan de Frans-Duitse grens. Dat was dertig uur voordat Duitsland met een oorlogsverklaring aan Frankrijk een tot dan toe kleinschalig conflict tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië deed escaleren en misschien moet je daarom zeggen dat de dood van Peugeot geen oorlogshandeling was maar een moord in vredestijd. Hoe dat ook zij, Peugeot geldt als de eerste dode van de Eerste Wereldoorlog.

Lees verder “De eerstgevallenen”