Jezus, mythen en voorlichting (6)

[In eerdere stukjes (1, 2, 3) heb ik gewezen op enkele trekken van het Jezusmythicisme en geconcludeerd dat de aanhangers selectief winkelen: de scepsis over Jezus wordt niet ook toegepast op de rest van de Oudheid, waarvoor het bewijsmateriaal echter even zwak is. Ik heb ook getracht uit te leggen dat de iets minder sceptische houding van oudheidkundigen wel degelijk kan leiden tot conclusies die onafhankelijk zijn bevestigd. Nu kan ik eindelijk ter zake komen.]

Hoe komt het dat mensen die de Oudheid een leuk tijdperk vinden en die alleszins kritisch nadenken, toch gecharmeerd zijn van het mythicisme? Het is misschien zinvol erop te wijzen dat het probleem zich niet uitsluitend voordoet bij het Jezusonderzoek. De eerste keer dat ik kennis maakte met intelligente mensen die nuchtere wetenschappelijke interpretaties negeerden, betrof de Cyruscilinder, die in kringen van Iraanse nationalisten wordt beschouwd als ’s werelds eerste mensenrechtendocument, uitgevaardigd door een ideale heerser. Met deze mensen is geen zinvolle discussie mogelijk; anders dan de Jezusmythicisten, die doorgaans beleefd blijven, schrikken ze niet terug voor intimidatie. Dat geldt ook voor degenen die menen dat de oude Egyptenaren zwart waren. Ik ben er bovendien niet helemaal gerust op dat de bumperstickers die ik ooit in Griekenland zag, dat iedereen een oplawaai mocht verwachten die ontkende dat Macedonië al veertig eeuwen Grieks was, alleen maar grappig waren. Wat brengt intelligente mensen zo ver?

Eén factor, die vaak wordt genoemd om de opkomst van pseudowetenschap en kwakgeschiedenis te verklaren, is dat een bepaalde theorie kan dienen als afbakening van de eigen groep. Dat klinkt niet onredelijk: de Cyruscilinder staat symbool voor het seculiere Iran waar de laatste sjah naar streefde, en degenen die volhouden dat Cyrus een verlicht vorst was geweest, zijn vaak de kinderen van degenen die in 1979 in ballingschap gingen. Ze lijken trouw aan een ideaal waarvoor hun ouders een hoge prijs betaalden. (Ik zal het niet aan ze navragen, want sinds men bij mijn huis heeft staan posten probeer ik het contact te vermijden.) De frequentie en trots waarmee Jezusmythicisten zich identificeren als atheïsten/vrijdenkers/agnosten/humanisten, suggereert opnieuw dat het verlangen bij een groep te horen, een rol zou kunnen spelen, al zou ik dit eens onderzocht willen zien.

De onlangs overleden Britse geleerde Maurice Casey noemt in zijn boek over het Jezusmythicisme, Jesus. Evidence and Argument or Mythicist Myth? (recensie), nog drie andere redenen waarom verouderde visies op Jezus een comeback aan het maken zijn.

  1. Mythicisten zijn bang voor christelijk fundamentalisme en willen daar iets tegen doen
  2. Mythicisten benutten verouderde literatuur
  3. Mythicistische ideeën verspreiden zich snel over het internet

Ik ben niet gelukkig met dit lijstje. In de eerste plaats – en niet als belangrijkste punt – is “fundamentalisme” een veel te brede term. Misschien ben ik te goed van vertrouwen, maar ik geloof er niets van dat mythicisten iedereen als gevaar beschouwen die volgens het evangelie probeert te leven. Ik vermoed dat mythicisten vooral een hekel hebben aan een specifieke groep fundamentalisten, namelijk degenen die anderen de wet willen voorschrijven. Ik heb “magnieterij” altijd wel handig gevonden om intolerante uitwassen te typeren en vermoed dat dat is wat Casey bedoelde.

Mijn tweede, zwaarwegender, bezwaar is dat de punten #2 en #3 identiek zijn: het zijn beide herformuleringen van het principe dat “bad information drives out good”. Enerzijds wordt het wereldwijde web voortdurend uitgebreid met verouderde informatie, anderzijds wordt betrouwbare informatie geblokkeerd.

“Enerzijds”: er lopen allerlei digitaliseringsprojecten. Dit persbericht [[dode link]] verwijst bijvoorbeeld naar het inscannen van 100.000 boeken uit de Koninklijke Bibliotheek en de universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. Een prachtig project, denk je, totdat je dit leest:

Alle boeken van de UvA die in de komende jaren worden gedigitaliseerd, zijn rechtenvrij.

Ofwel: de deelnemende partijen pompen verouderde informatie de wereld in, en ik kan u voorspellen dat ook dit keer – net als bij alle voorgaande projecten – er geen disclaimers bij zullen staan dat oude boeken weliswaar mooi zijn maar ook achterhaalde inzichten kunnen bevatten.

“Anderzijds”: de wél betrouwbare informatie ligt achter betaalmuren. Als belastingbetaler hebt u al eens betaald om onderzoek te laten doen en u mag nog een tweede keer betalen als u belangstelt in de resultaten. Dat dit niet aan de burger valt uit te leggen, heeft er inmiddels weliswaar toe geleid dat de universiteiten onderhandelen met de grote wetenschappelijke uitgeverijen, en daarbij is zelfs enig resultaat geboekt, maar de schade die de afgelopen jaren is toegebracht aan de publieke kennis van de oude wereld, is enorm. Ik heb nog geen universitair medewerker horen vertellen wat hij daaraan wil gaan doen.

Het resultaat is in elk geval dit: wie een motief heeft om aan de historiciteit van Jezus te twijfelen, bijvoorbeeld uit afkeer van magnieterij, kan geen adequate informatie vinden op de plek waar een normaal mens anno vandaag de dag op zoek gaat naar informatie, online. Daar is noch een adequaat aanbod van feitelijke informatie, noch een website waar de historisch-kritische methode wordt uitgelegd. Een aanzienlijk deel van de verwijten die wetenschappers maken aan mythicisten, komt als een boemerang terug: het mythicisme kan zijn comeback maken doordat in de geesteswetenschappen de wetenschapsvoorlichting niet met haar tijd is meegegaan.

Niet dat de wetenschap er helemáál niks tegen doet, maar boeken als Ehrmans Did Jesus Exist? (2012) en het genoemde boek van Casey zijn hopeloos. In de eerste plaats omdat het boeken zijn, terwijl mythicistische informatie zich online verspreidt. In de tweede plaats omdat de auteurs niet op de hoogte lijken van wat er zoal bekend is over de wijze waarop je wetenschappelijke informatie effectief moet overdragen aan een steeds sceptischer publiek. Het kan ook zijn dat ze dat niet weten willen; zeker van het boek van Casey had ik het idee dat hij over de hoofden van de mythicisten heen feitelijk schreef voor zijn academische collega’s.

[Ik kom nu pas ter zake en ik ben nog lang niet klaar. Dit wordt, zoals u al vermoedde, vervolgd.]

Naschrift

Het feit dat er weer ruimte is voor commentaar, wil niet zeggen dat de discussie over mythicisme moet gaan. Ik heb nu enkele keren aangegeven dat het onderwerp van deze reeks de wetenschapsvoorlichting is. Als u over Jezus’ historiciteit wil spreken, zijn er andere fora. Als u klachten hebt over de historisch-kritische methode, kunt u terecht bij een universiteit.

Deel dit:

11 gedachtes over “Jezus, mythen en voorlichting (6)

  1. Klaas

    “…noch een website waar de historisch-kritische methode wordt uitgelegd…”
    Ik had toch het idee dat ik via jouw website aardig er achter begin te komen hoe die methode in elkaar zit? Het blijft natuurlijk wel vreemd dat “de universiteiten” daar klaarblijkelijk geen moeite voor doen.

    1. Dat gaat ook nog een probleem worden, tenminste als het waar is dat de KNAW, zoals aangekondigd, in het kader van de valorisatie kwaliteitsnormen voor wetenschapsvoorlichting gaat aanleggen. De archeologen zullen die nog wel halen, voor classici en oudhistorici zie ik het somber in. Tenzij het natuurlijk het zoveelste tandeloze stuk wordt, vol “spannenzichinoms” en “strevenernaartes”. Maar welke academicus wil succes hebben door de lat zo laag mogelijk te leggen?

  2. Christina

    Nieuwe inzichten en nieuwe informatie met betrekking tot bijvoorbeeld de oudheid blijft onbereikbaar voor de niet-ingewijden. Daarom, beste Jona, is een leek zoals ik blij met jouw website en met de boeken die je geschreven hebt, al was het maar om in te zien hoeveel nonsens ik mij blijkbaar in de loop der tijd op de mouw heb laten spelden. En wat betreft de Grieken en hun claim op Macedonië, zou dat ook zo zijn als er gèèn Alexander de Grote was geweest?

  3. mnb0

    “een bepaalde theorie kan dienen als afbakening van de eigen groep”
    Dat kan natuurlijk, maar lijkt in het geval van JM’s toch geen rol te spelen. Op Amerikaanse blogs lopen JM’s en andere atheïsten gewoon door elkaar heen. Richard Carrier, een prominent JM, krijgt nog minder commentaar op zijn stukjes dan jij:

    http://freethoughtblogs.com/carrier/

    “ik geloof er niets van dat mythicisten iedereen als gevaar beschouwen die volgens het evangelie probeert te leven. Ik vermoed dat mythicisten vooral een hekel hebben aan een specifieke groep fundamentalisten”
    Dat is een schijntegenstelling. JM’s – en nog wel meer atheïsten ook – hebben een hekel aan alle fundamentalisten. Dat is in de VSA met goede reden, omdat ze politiek goed georganiseerd zijn en dat gebruiken om a) privileges veilig te stellen – ten koste van anderen; b) abortus en sexuele voorlichting te verbieden en c) creationisme door te drukken in biologieklassen.
    Je hebt vast wel eens gehoord van pastafarians (aanhangers van Het Vliegend Spaghetti Monster). In Oostenrijk en Tsjechië kun je met een vergiet op je hoofd op de pasfoto. Niemand die zich druk maakt. In de VSA wordt dit geweigerd op instigatie van christenen.
    Dat is een groot verschil. In Europa zijn bijna alle christenen geseculariseerd. In de VSA niet. JM dient als middel om zich af te zetten. Als zodanig is het net zo’n politieke beweging als creationisme en fundamentalisme.

  4. Daniel

    Goedendag,

    Ik volg uw serie via Historiek.net.

    U bekritiseert de scepsis over de historische Jezus.
    U gaat echter voorbij aan het belang van deze historische Jezus.
    Wanneer men tot de conclusie wordt gedwongen dat Julius Civilis een mythische persoon is,
    dan heeft dat weinig of geen impact op ons leven in onze tijd.
    Wanneer men tot de conclusie zou worden gedwongen dat Jezus Christus een mythische persoon is,
    dan heeft dat welzeker een significantie in onze maatschappij.

    Dat alleen al rechtvaardigt grotere scepsis.
    Dat begint bij de mythologie en dat gaat desnoods door in de historie.
    Het is een relevante vraag of Jezus echt wonderen deed, of hij echt opstond uit de dood,
    of Mohammed echt op een wit paard naar Jerusalem vloog en daaruit volt vanzelf de ultieme vraag hebben deze personen wel echt bestaan?

    Wat we uit de bijbel op kunnen maken is dat:
    Hij waarschijnlijk geleefd heeft.
    Gedoopt is door Johannes
    (aangenomen wordt dat hij een volgeling was van Johannes)
    Dat hij een revolutionair was en dat hij terecht gesteld is door de Romeinen.
    Dat is zo ongeveer in een notendop de enige informatie die we over Jezus hebben.

    De bronnen die u noemt ken ik niet allemaal, ik zal ze nog bestuderen maar tenminste Josephus is twijfelachtig als bron.
    En bronnen die de vroeg Christelijken na Jezus beschrijven tellen niet. Dat is een confirmatie van het bestaan van zijn volgelingen, niet van het bestaan van Jezus.

    Wanneer we het Hellenistische wereldbeeld in beschouwing nemen. Dan zien we veel van de mystiek van de bronstijd terug in de wonderen die Jezus zou hebben gedaan.
    Met zoveel mythes is het niet zo raar dat men gaat twijfelen aan de historische Jezus.
    Hoewel ik er vanuit ga dat hij heeft bestaan, vind ik u wel stellig in uw mening.
    Als hij heeft bestaan, dan leek hij vrij weinig op de persoon die we kennen uit de bijbel en nog minder op de persoon die we kennen uit christelijke traditie.

    Het gaat uiteindelijk allemaal om de claims die de religie maken natuurlijk:
    Het christendom pretendeert dat Jezus wonderen heeft verricht en dat daaruit blijkt dat hij de zoon van god is.

    Ik snap persoonlijk niet hoe zogenaamde wonderen überhaupt al zouden bewijzen dat Jezus de zoon van god is.
    (Dat iemand wonderen doet, bewijst dat hij wonderen doet, dat zegt niets over de oorzaak daarvan) Maar voor sommige mensen is dat nu eenmaal belangrijk.
    Dan geldt “Extraordinary claims require extraordinary evidence”.
    Dus extra scepsis.

    Ik zie niet zo in wat er mis is met “Did Jesus exist” van Bart Ehrman, ik zie ook niet zo in wat er mis is met boekvorm. Het audioboek was prettig luisterbaar tijdens het werken in mijn tuin.
    Maar Bart Ehrman is 1 bron. Daarnaast is er natuurlijk ook Elaine Pagels en beide hebben ook wel materiaal op youtube.

    Wanneer je interesse hebt in de historie achter de religies, kun je maar beter niet binnen de landsgrenzen blijven.

    Bob Dale Martin van Yale heeft een erg mooie lectures online staan:
    https://www.youtube.com/watch?v=dtQ2TS1CiDY&list=PL279CFA55C51E75E0

    Yale heeft ook een serie over het oude testament.

    Ik snap uw kritiek sinds het internet is informatie gedemocratiseerd. Helaas is daarmee de ruis helaas flink toegenomen.
    Wanneer je informatie zoekt over welk onderwerp dan ook moet je je gedegen afvragen of de bron wel correct is en welke agenda een bron mogelijk kan hebben.
    Ik denk dat u de spijker op zijn kop slaat wanneer u stelt dat dit de schuld is van de onderwijsinstellingen.
    Het probleem is echter dat het hier een systeemfout betreft: interlectuele eigendom.
    Daar is de mensheid niet mee geholpen, daar zijn slechts een paar mensen mee geholpen.
    Het is erg jammer dat ik bij Home Academy bijna 50 euro moet betalen voor een serie hoor colleges door Herman Philipse.
    Ik snap dat hij iets bij wil verdienen, maar waarom zijn niet alle colleges van universiteiten voor iedereen online volgbaar?
    Zoals u zei, we betalen de universiteiten al via de belastingen.

    1. mnb0

      “Dat alleen al rechtvaardigt grotere scepsis.”
      Flauwekul. Of zou u dergelijke scepsis ook toepassen op de vraag of atomen kunnen splijten, waarbij energie vrijkomt?

      “En bronnen die de vroeg Christelijken na Jezus beschrijven tellen niet. ”
      Pseudowetenschap op zijn best. Late bronnen tellen niet, want te laat en vroege bronnen tellen niet want te vroeg. Zo werkt het dus niet. Feit is dat allerlei bronnen een messias-pretendent genaamd Jezus noemen. Die kun je op twee manieren ontzenuwen: door aan te tonen dat ze uit de duim gezogen zijn (dat is de JM strategie tav Flavius Josephus) of door aan te tonen dat ze niet onafhankelijk zijn (wat wel volgehouden kan worden tav Tacitus en Plinius, die hun info wellicht hebben van christelijke gemeenschappen en aldus uit de Evangeliën).

      “Het gaat uiteindelijk allemaal om de claims die de religie maken natuurlijk: Het christendom pretendeert dat Jezus wonderen heeft verricht en dat daaruit blijkt dat hij de zoon van god is.”
      Daar gaat het dus helemaal niet om. U blijkt volstrekt niet bekend te zijn met

      http://18th.eserver.org/hume-enquiry.html#10

      Oudheidkunde, als elke tak van wetenschap, gebruikt methodologisch naturalisme.

      http://rationalwiki.org/wiki/Methodological_naturalism

      Oudheidkunde bestudeert wonderen dus als uitingen van fictie en laat zich niet uit of ze werkelijk gebeurd zijn, net zo min als natuurkunde zich bezighoudt met de vraag welke rol duiveltjes spelen in het opstarten van uw computer. JL laat zich als solide wetenschapper dan ook volstrekt niet uit over de vraag of die wonderen “werkelijk” gebeurd zijn.
      U bevestigt alleen maar dat JM net als bv. creationisme een politieke agenda heeft. Dat gaat in wetenschap altijd fout.

    2. “Het christendom pretendeert dat Jezus wonderen heeft verricht en dat daaruit blijkt dat hij de zoon van god is.”
      Volstrekt niet. Christenen geloven dat hij de zoon van god is op basis van geloof, niet vanwege die wonderen. Ik denk zelfs dat modernen christenen zich een beetje ongemakkelijk voelen met die wonderen, maar voor de inhoed van hun geloof doet dat niet ter zake. Dat u sceptisch bent is uw goed recht. Maar ik zou mezelf wat meer op de hoogte brengen over een onderwerp alvorens dat onderwerp ter discussie te stellen. Anders zou men u kunnen verdenken van ‘straw men’ discussies.

      1. Dat christenen wonderen nodig hebben om te geloven, is inderdaad een stropop. Althans in het geseculariseerde Europa. In de VS zou ik het zo zeker niet weten. Dat het idee naar voren komt, bevestigt mijn idee dat het mythicisme een geïmporteerd idee is.

  5. Ik ben het niet helemaal eens met je opmerkingen over de betaalmuren. Het is tegenwoordig al weer vrij normaal dat je op internet voor kwaliteit moet betalen (al moet dat dan wel binnen het redelijke blijven). Ook het argument dat het onderzoek al betaald is door de belastingbetaler gaat niet op, omdat het publicatieproces ook best wat geld kost. Dat moet op de een of andere manier betaald worden, en dat de feitelijke gebruikers daaraan meebetalen lijkt mij niet meer dan redelijk. Dat gebeurt immers ook bij ontelbare andere (semi-)overheidsdiensten. Al moet dat wel binnen het redelijke blijven natuurlijk. Nu is het al zo dat wetenschappers doorgaans geen rooie cent verdienen aan hun publicaties; het zijn eerder de uitgevers die te hoge prijzen vragen. Als het geld echter van de wetenschap af moet komen, is er geen beletsel meer voor uitgevers om de prijzen eindeloos op te voeren.

    Voor mensen die echt geïnteresseerd zijn is een lidmaatschap van de KB of een UB een kleine investering met groot profijt. Alles zomaar op internet zetten helpt vrees ik ook niet. Het is nu eenmaal zo dat de ‘echte’ wetenschappelijke publicaties voor niet-ingewijden behoorlijk ontoegankelijk zijn.

    Ook vind ik dat het probleem van de overvloed aan slechte en achterhaalde informatie op het internet niet eenzijdig bij de wetenschap gelegd moet worden. De ‘informatie-geletterdheid’ van mensen ligt gewoon nog te laag. Het zou een middelbare-schoolvak moeten zijn, waarin men leert goede van slechte info te scheiden.

    Overigens ben ik het van harte eens met de observatie dat er geen (of niet genoeg) goede websites bestaan waarop o.a. de historisch-kritische methode wordt uitgelegd. Werk aan de winkel dus? 🙂

  6. Daniel

    “Flauwekul. Of zou u dergelijke scepsis ook toepassen op de vraag of atomen kunnen splijten, waarbij energie vrijkomt?”

    Het splijten van atomen is een falsifieerbare reproduceerbare theorie. Maar om terug te komen op andere historische figuren met slechts een enkele bron, deze dien je in mijn optiek ook met gepaste scepsis te benaderen.

    “En bronnen die de vroeg Christelijken na Jezus beschrijven tellen niet. ”
    Pseudowetenschap op zijn best.

    Dank! Ik benoem expliciet de vroeg christelijken. Dat een idee volgelingen heeft zegt in mijn beleving niets over het waarheidsgehalte van dat idee.

    “Daar gaat het dus helemaal niet om. U blijkt volstrekt niet bekend te zijn met

    http://18th.eserver.org/hume-enquiry.html#10

    Oudheidkunde, als elke tak van wetenschap, gebruikt methodologisch naturalisme.

    http://rationalwiki.org/wiki/Methodological_naturalism

    Ik ben bekend met Hume, maar dat terzijde.
    Uiteindelijk gaat het wel om de claims van een religie en de impact van de religie. Als dat niet zo was, hadden u en ik deze discussie niet.

    Zoals ik eerder al zei, ik ga er vanuit dat Jezus waarschijnlijk wel een historische figuur was, maar tegelijkertijd weten we weinig of niets over zijn leven. Dus de stelling of hij wel of niet bestaan heeft is niet eens zo relevant. U zegt ook dat de JM deze stelling aanhouden omdat ze zich afzetten tegen christenen. Kunt u dat onderbouwen? Er zijn simpelere manieren de onmogelijkheid van een creator god zoals gepostuleerd in de bijbel aan te tonen. Daar is een -al dan niet historische- Jezus niet voor nodig.

    “Oudheidkunde bestudeert wonderen dus als uitingen van fictie en laat zich niet uit of ze werkelijk gebeurd zijn”

    En dan? Wat wilt u dan nog van de tekst aannemen? Het is een religieuze tekst, dus met een agenda, gevormd binnen het hellenisme met wortels in het jodendom en volwassen geworden binnen het Romeinse rijk. Geïnstitutionaliseerd geloof heeft bovendien altijd een agenda, dat is inherent aan de term religie.

    “net zo min als natuurkunde zich bezighoudt met de vraag welke rol duiveltjes spelen in het opstarten van uw computer.”

    Ik kan u op bit-niveau verklaren wat er gebeurt tijdens het opstarten van mijn computer er zijn geen duiveltjes benodigd in dit proces.

Reacties zijn gesloten.