De vrouw van Allah

Allat (Museum van Aleppo)

Mijn reeks museumstukken heb ik altijd bedoeld om dingen te tonen die interessant zijn. Er moet een verhaaltje over te vertellen zijn. Als ze mooi zijn, is het meegenomen, maar het is niet mijn eerste opzet. Dit reliëf van de Arabische godin Allat is er een voorbeeld van. De ruwe zwarte steen (basalt uit de Hauran) is moeilijker tot verfijnde sculptuur om te zetten dan bijvoorbeeld marmer, maar de beeldhouwer heeft iets fraais gemaakt.

Allat  (اللات) betekent gewoon “godin”, zoals Allah gewoon “god” betekent. De gelijkenis van de twee namen suggereert dat we, zoals gebruikelijk in de Semitische wereld, te maken hebben met een normaal godenechtpaar, zoals Baal en zijn Astarte of JHWH en zijn Asjera. In de Koran wordt Allat genoemd met Al-’Uzza en Manat als een van de drie godinnen die in Mekka bij de Kaäba werden vereerd en die een steen des aanstoots vormden voor Mohammed. De cultus beperkte zich echter niet tot het Arabische Schiereiland: Herodotos kende “Alilat” en stelde haar op gezag van een Perzische zegsman gelijk aan de liefdesgodin Afrodite (Historiën 1.131.3).

In Syrië, waar de Arabische stammen zich vanaf de eerste eeuw v.Chr. vestigden, stelden de Griekse bewoners Allat gelijk aan Athena. Tot de beelden die in Palmyra kapot zijn geslagen, hoort deze prachtige marmeren Athena: een kopie van een beeld van Feidias dat in het Atheense Parthenon stond, maar door de Palmyreense bevolking uitgelegd als Allat. Hier was ze niet een van de echtgenotes van Allah en ook geen liefdesgodin, maar verantwoordelijk voor de oorlog.

Een oorlogsgodin is ook hierboven afgebeeld. Het mooie beeld is gevonden bij Rhana Saher, dat ergens bij Aleppo schijnt te liggen. We fotografeerden het op de verlaten bovenverdieping van het museum van Aleppo. Het is gemaakt rond 200 na Chr. en toont de godin, bewapend en gezeten op een dromedaris.

Ze is de Arabische Allat en de Griekse Athena, maar vooral is dit beeld heel erg Romeins: alle culturen kwamen in het Romeinse Rijk samen – de keizer die rond 200 heerste was een Libiër en getrouwd met een Syrische – en vulden elkaar aan. Een Romein zou de godin Minerva hebben genoemd, zoals hij in de Lage Landen Magusanus aanduidde als Hercules. De voortdurende meerduidigheid maakt de Romeinse cultuur zo verschrikkelijk rijk en deze kerneigenschap van het Romein-zijn zie je beter in het oosten, waar ze al schrijven konden vóór Rome zelfs maar was gesticht, dan in het westen, waar geletterdheid marginaal bleef. Wie Rome wil doorgronden, moet naar het Midden-Oosten.

Mede daarom ben ik zo blij dat het Nijmeegse Romeinenfestival, dat vandaag begint, plaatsvindt in Oriëntalis: dit keer is er, meer dan bij eerdere festivals, aandacht voor de Romeinse aanwezigheid in het oosten. Het pluriforme Rome komt dit jaar beter dan ooit tot zijn recht.

[Dit was de 156e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier. Twee derde van Aleppo is in de afgelopen tijd gebombardeerd en ik begrijp dat het museumgebouw is verwoest. De curatoren hebben echter geprobeerd de collectie in veiligheid te brengen, maar of dat voldoende succes heeft gehad, heb ik niet kunnen achterhalen.]

Deel dit:

10 gedachtes over “De vrouw van Allah

  1. ‘Wie Rome wil doorgronden, moet naar het Midden-Oosten’. Zou een rond 200 v.Chr. levende Romeinse patriciër dit hebben beaamd? Je schrijft: ‘De voortdurende meerduidigheid maakt de Romeinse cultuur zo verschrikkelijk rijk en deze kerneigenschap van het Romein-zijn zie je beter in het oosten (…)’ Maar is dit niet vooral de (boeiende) situatie van het (late) Keizerrijk?

    1. Absoluut, beste Rik, absoluut. De Romeinen hadden er geen enkele moeite te erkennen dat ze cultureel veel hadden overgenomen uit het oosten en elke Romeinse bestuurder sprak minimaal twee talen. Een groot (rond 200 evenredig) deel van de senatoren kwam uit het oosten en het was een punt van discussie of men native speakers als gouverneurs die kant op moest sturen of dat westerlingen ook konden. Die culturele pluriformiteit was er – en als er niet meer over is geschreven, is het omdat ze zo vanzelfsprekend was.

      Bij de Romeinse evenementen waarover ik wel schrijf, is hierover discussie. Wat wil het zeggen dat we een Romein neerzetten, als die Romein zijn cultuur definieerde als Grieks?

      1. Je hebt gelijk. Ik heb even in mijn boekenkast zitten neuzen: inderdaad. Bijzonder boeiend. Kennelijk is het beeld in mijn hoofd in de loop der jaren enigszins gekanteld. Dank dus voor de opfrisser!

      2. Veel mensen vinden het nu nog steeds vreemd om te horen dat de Romeinen niet iedereen verplicht Latijn lieten spreken, en dat voor de helft van het Romeinse Rijk Grieks de eerste of tweede spreektaal was. En dat ook de Romeinse overheid vaak zaken deed in het Grieks.

        1. Vlak het Aramees niet uit overigens. het is slechter overgeleverd omdat het vooral werd genoteerd op palmbladen en perkament. In principe zou het in Syrië even vaak moeten worden gevonden als papyrus in Egypte, maar het is domweg niet onderzocht, al weten we dat in kloosters veel boeken liggen waar nog niemand naar heeft gekeken (en naar ik vrees ook niemand meer naar zal kijken). De Dode Zee-rollen bieden niettemin een idee van wat ook in Syrië en Irak altijd nog mogelijk is.

  2. Hans van der Valk

    Op munten uit de hellenistische periode vaak Athene Alkidemos als beschermvrouwe van een land of een volk afgebeeld. Zij staat of loopt met een aegis als schild en een speer of bliksem als wapen. Deze afbeeldingen komen verspreid over de hele toenmalige Griekse wereld voor. Het beeld Apello doet me daaraan denken. Hier draagt de godin een bliksem met twee punten.

  3. mnb0

    “zoals Allah gewoon “god” betekent”
    Daar is hedendaags empirische bevestiging voor. In het Maltees, gesproken door een vroom katholieke bevolking, is “allah” het woord voor “god”.

    “Wie Rome wil doorgronden, moet naar het Midden-Oosten.”
    Ja. Zo langzamerhand durf ik te stellen dat de Germaanse Rijken slechts zeer gedeeltelijk opvolgersstaten van het Romeinse Rijk waren en dan alleen in die zin dat West-Europa altijd al een achtergebleven gebied was. Dit is van belang voor de discussie over de relatie christendom en wetenschappelijke ontwikkeling.
    De anomalie, waarvan (en wellicht omdat) we veel te weinig weten, is het Ierland van Johannes Scotus.

  4. Steven

    Maar de tijden veranderen. In Maleisië was er een paar jaar geleden grote onrust, precies omdat het christenen verboden werd (hun) god als Allah aan te duiden. Uitvoerige info daarover indertijd op het Ikon-kerknieuws, nu helaas ter ziele. Hoe dan ook, het gaat niet om overeenkomsten of verschillen in een naam. Het gaat om de vraag of joden, christenen, en moslims zich bij de Eeuwige enz iets vergelijkbaars voorstellen. Dat, nu, is niet zondermeer het geval. Niemand heeft dat beter uitgelegd dan Hebe Kohlbrugge, http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1168517/2009/08/31/De-PKN-en-het-gesprek-met-de-Islam.dhtml

Reacties zijn gesloten.