Deir ez-Zor

Een pazuzu-beeldje uit Tell Sheikh Hamad (ooit in het museum in Deir ez-Zor)

Op zaterdag 8 november 2008 werd ik wakker in Deir ez-Zor in Syrië. Ons hotel stond aan de Eufraat en ik herinner me hoe een van mijn reisgenoten die ochtend de ontbijtzaal kwam binnenlopen met een flesje in haar hand, bijna kraaiend van plezier: “Dit flesje… het water heb ik geschept uit … de Eufraat!” Ik had een ochtendhumeur en stoorde me aan haar enthousiasme, maar schaamde me onmiddellijk voor die reactie, want natuurlijk is het heel bijzonder dat je zomaar kunt reizen naar het Midden-Oosten.

Hoe bijzonder, dat weten we inmiddels. Deir ez-Zor is grotendeels verwoest in de Syrische Burgeroorlog. Het einde is nog niet in zicht want Deir ez-Zor ligt nu op de grens tussen de gebieden die de regering en de Koerden beheersen, en ik ga ervan uit dat president Assad niet zal rusten eer hij de Koerden heeft uitgeschakeld. Als er al iets overeind staat van het plaatselijke museum, zal het gebouw nog wel enige tijd worden gebruikt voor andere doeleinden dan tentoonstellingen. Over de collectie heb ik het nog niet eens. U leest hier maar, als u durft.

Hierboven zomaar even een voorwerp uit dat museum, dat ik het mooiste vond in Syrië: een koperen beeldje van de Assyrische demon Pazuzu, gevonden in Tell Sheikh Hamad en daterend uit het derde kwart van de zevende eeuw v.Chr. Met zijn stierenhoorns, leeuwenmuil, cherubijnenvleugels en roofvogelklauwen ziet hij er wat eng uit, maar het is een welwillend wezentje dat de mensen beschermde tegen ziekten. Ik blogde er al eens eerder over.

Ik voeg nog even een herinnering aan het museum van Deir ez-Zor toe. We hadden in Damascus geen toestemming gekregen om te fotograferen – je moet gewoon de suppoost wat toestoppen – en in Aleppo was ik ervoor naar directeur gestapt, die er gelukkig geen moeite mee had permissie te verlenen. In Deir ez-Zor was het geen enkel probleem. “Als toeristen foto’s meenemen en tonen aan hun landgenoten,” legde men uit, “zien die hoe mooi en belangrijk ons Syrische erfgoed is.”

Het is krek zo. Helaas hadden de helers van de Egyptische, Libische, Syrische en Iraakse oudheden de laatste jaren dat belang eerder in de gaten dan de autoriteiten.

[Het beeldje hierboven is dus zoek en dus niet te zien op de Nineveh-tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden, waarvan ik het belang al eens uitlegde. U kunt nog tot en met aanstaande zondag langs gaan. Dit was de 265e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

8 gedachtes over “Deir ez-Zor

  1. mnb0

    Als onverbeterlijke perverteling valt mij meteen op dat Pazuzu hier een stevige erectie heeft, maar op de foto in je andere blogstukje niet.

  2. A. Minis

    Welwillend wezentje? Ik denk eerder dat men kwaad met kwaad wilde bestrijden. Als boze geesten op je loeren heb je een kracht nodig die nog veel machtiger is dan het kwaad dat op je loert, zodat de kwade krachten zich een ongeluk schrikken en op de vlucht slaan. Zo iemand als Pazuzu.

  3. Ze hadden Pazuzu niet in een vitrine moeten zetten maar moeten gebruiken om de plunderaars af te schrikken.

  4. Theo Joppe

    Zo vriendelijk was dit duiveltje overigens niet: in gegarandeerd één van de slechtste films aller tijden, The Exorcist II, is hij de geduchte tegenspeler van Richard Burton. Nu wordt het hem ook wel makkelijk gemaakt doordat Burton overduidelijk geen moment van de opnames nuchter was… Als iemand eens echte cultuur op waarde wil schatten is deze film als hilarisch ijkpunt zeker een aanrader!

      1. Evert Mouw

        En zeker is het een mooie foto. Nouja, je kunt eventueel nog even kijken of de informatie op livius.org dan wel correct is.

Reacties zijn gesloten.